A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Stad Davids Gihonbron


 

Gihonbron

 

Jeruzalem Juni 2009 

Archeologen hebben in de Stad van David in Jeruzalem een 3700 jaar oude versterking uit de tijd van de Kanaänieten blootgelegd

De versterking diende om de watervoorziening te beschermen tegen rovende nomaden.

 Het gaat om de zwaarste versterking die tot nu toe is gevonden in de Stad van David, het oudste deel van de stad Jeruzalem, die koning David in circa 1000 v. Chr. op de Jebusieten veroverde.

De waterbron van Jeruzalem lag buiten de stad zelf. Om de watertoevoer veilig te stellen, bouwden de Kanaänieten een passage tussen stad en bron. Stad Davids  Gihonbron

 

 

 

De bron van Gihon in het Kedrondal was de levensader van de oude Davidstad, de enige natuurlijke levensbron van Jeruzalem. Zie ook bij Gihonbron en Loofhuttenfeest

 

 

Bronwater is levend water in tegenstelling tot water dat in cisternen of waterputten is opgeslagen. Dat is stilstaand water, troebel water vol met bacteries. De blinde moest zich wassen in het badwater Siloam, want dat was levend water, symbool van de echte reiniging door de Heilige Geest.

 

Ze lag buiten de stad aan de voet van de berg Ofel.

Een trap van 32 treden voerde er heen.

Het water stroomde uit de bron naar de vijver van Siloam waar Jezus een blindgeborene genas (Joh. 9:7).

Het water van Siloam werd door de joden beschouwd als een ritueelbad. Onderdompeling was symbool van wedergeboorte.

Toen omstreeks 700 voor Christus de Assyrische koning Sanherib Jeruzalem naderde, liet Hizkia koning van Juda, een ondergrondse watertunnel aanleggen, die door de rotsen heen het water uit de vijver van Siloam naar de stad bracht.

Zo kon de vijand de stad niet afsnijden van de watertoevoer.

In 1986 zijn we nog met onze kinderen en met zaklamp in d hand en lieslaarzen aan de 700 meter lange tunnel doorgelopen.

 

 

Levend water!

Het water van de Gihonbron was altijd stromend water. In de Bijbel wordt dat water levend water genoemd.

Nu vind ik het zo frappant dat dit water niet alleen de levensader was van de oeroude Davidstad en van de bewoners van deze stad 5000 jaar geleden,(!) maar ook een zeer belangrijke rol speelde in de liturgie van Israël.

 

Loofhuttenfeest zie ook daar

Het werd ook door Jezus gebruikt op het Loofhuttenfeest als beeld van zich zelf als het levende water.

Laat ik er iets van vertellen.

In de tijd van Jezus vond op elke dag van het Loofhuttenfeest een waterplengoffer plaats. Er werd water uitgestort over het altaar. Elke morgen daalde een priester van de tempelberg af naar het badwater Siloam.

Daar vulde hij een gouden kruik met water en met deze gevulde kruik klom hij weer naar boven.

In de voorhof van de tempel ontvingen de andere priesters hem met vrolijk trompetgeschal.

Het volk juichte! Een andere priester nam de kruik over en sprak de woorden uit Jesaja 12 : 3: ’Ge zult met vreugde water scheppen uit de bronnen van het heil’.

Het hele volk sprak deze woorden mee uit.

Ondertussen bliezen de priesters op de bazuinen en zongen de Levieten de psalmen.

De vreugde kende geen grenzen meer!

Maar de echte explosie van uitgelaten blijdschap kwam op de láátste dag van het feest.

De versierde feestgangers met hun feestruikers in de hand, de eindeloze stoet van priesters rond het altaar luisterden dan naar de tempelzangers.

Uit volle borst zongen zij de laatste psalm van het Hallel. Psalm 118   ‘Dit is de dag die de HERE gemaakt heeft’.

‘Laten wij juichen en ons daarover verheugen. Och HERE, geef toch heil (Ps. 118 : 25) Och HERE geef toch voorspoed’  (in het Hebreeuws :Hosjanna = Hosanna)

Onmiddellijk daarna viel het volk in: “Och  HERE, geef toch voorspoed

Gezegend Hij die komt in de naam des Heren!!” Ze schrééuwden het uit.

Wat moesten ze zonder Gods zegen! Het land was door de zomerzon uitgedroogd.

Water had het nodig. Water! Veel regenwater. Het  zaad was al uitgestrooid.

Plotseling kwam er een moment van zwijgen. De priester name een kan water en goot die uit over het altaar.

Zo moge de HERE  regen geven!

 

 

Jezus heeft ook zo’n Loofhuttenfeest bijgewoond. Op de laatste, de grote dag van het feest ging Hij staan.

Dat was vreemd. Als een rabbi de schriften uitlegde ging hij zitten. Een profeet  ging altijd staan, want hij had een boodschap.

Jezus ging ook staan en Hij riep zo luid Hij kon:”Wie dorst heeft kome tot MIJ en drinke “(Joh. 7 : 37)

Hij geeft het levende water.

Hij geeft het heil dat blijft.

De profetie van Jesaja 12 : 3, die de priester aanhaalde op het Loofhuttenfeest is vervuld in Jezus Christus. “Dan zult u met vreugde water scheppen uit de bronnen van het heil”