A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Sinai


  

Sinaï

En Israël legerde zich tegenover de berg Sinaï (Ex.  19:2)

Er is geen gebeurtenis, die zo diep heeft ingegrepen in de geschiedenis van Israël  als de openbaring van God op de Sinaï.  Die berg wordt ook wel  Horeb genoemd. Zie daar.

Daar is inderdaad sprake van een Góds verschijningook , een Góds openbaring, een theofanie.  Sinaï is de berg van de wetgeving, de plaats waar  JHWH zijn tien geboden of tien Woorden gaf.

 

 

 

 

Daarbij trad Mozes op als bemiddelaar tussen God en zijn volk. Hij is de middelaar van het oude verbond.''

 Er zijn archeologen die Jebel Lawz in Saoudi Arbabie aan wijzen als de Bijbelse berg Sinai.Zij zouden wel eens gelijk kunnen hebben. ?Die berg ligt  bij Horeb in het vroegere Midian. Dat zou goed  passen bij het verblijf van Mozes in Midian waar hij kennis maakt met Jetro. De berg Horeb is dan dezelfde berg als Sinai. Keizerin Helena had echter al een klooster laten bouwen bij de huidige berg Sinai. Bovendien en de verplaatsing van van de  berg van Gods openbvaring naar Saoudi Arabie zou op veel verzet stuiten.

Zo kunnen wij ons de verering van het goudenkalf voorstellen Het is mogelijk dat de verering van stieren in Egypte een rol gespeeld heeft. Daar waren veel tempels waar zowel doden als levende stieren vereerd werden

Een opgegraven altaar steen in de woestijn bij de Sinai met tekening van stierkalveren

 

 

Deze top is ruim 2000 meter hoog.  Onder aan de voet van de berg is een grote vlakte waar het volk zich verzameld had. Vandaag ligt aan de voet van de Dsjebel Moesa het Katharinaklooster. 

 

Al in 327  na Christus liet Helena, de moeder van keizer Constantijn, hier een toevluchtsoord voor kluizenaars en monniken bouwen.

 Achter het klooster begint de weg, waarlangs men de berg kan beklimmen.

Zie bij Sinai/katarinaklooster

Mozes was hier vroeger ook al eens geweest, toen hij gevlucht was naar Midian.Ex 2:15

Daar hoorde hij de stem: Mozes kom niet dichterbij, doe je sandalen  van je voeten want de plaats waarop jij staat is heilige grond. God openbaarde zich daar in een doornstruik.

 Die struik was een verachte plant, een beeld van de toestand waarin het volk verkeerde. En het vuur is het  beeld van de Heiligheid van God. 

Zoals het vuur zich bevond in de doornstruik zo bevindt de Heilige zich temidden van zijn volk.

Het volk gaat  niet te gronde en de doornstruik verteert niet, hoewel  de heiligheid van  de Here God zich daarin openbaart.

In het jaar 1853 is op deze plek een handschrift gevonden met de volledige tekst van het Nieuwe Testament.

Dit was een buitengewoon  opzienbarende  vondst. Het handschrift wordt nu  genoemd de Codex Sinaïticus. Zie bij Sinai/Katarinaklooster

Aan deze vondst is de bijbelgeleerde  C. Tischendorf verbonden. Dit beroemde handschrift is miljoenen  euro's waard en bevindt zich nu in het Brits Museum in Londen.

Hier bij de Sinaï komen we dus in contact met de huiveringwekkende verschijnselen die de Gods verschijning hebben oproepen. We krijgen de indruk van vulkanische omstandigheden. 

Een rokende oven en een bevende berg. Het uitvoerigst is hierover Ex.  19. De hele berg is voor een bepaalde periode tot een heilig gebied geworden.

De heiligheid van God heeft zich meegedeeld aan de plaats der openbaring. 

Mij is opgevallen, dat héél het volk onder aan de voet van de Sinaï kon horen wat God zei. (Ex. 19:9. Niemand kon God zien.

Ook Mozes niet, net zo min als men  het licht van een stralende middagzon kan zien. Je zou verblind worden.

Je kon God  wel horen. God komt om de plaats en de positie van Mozes aan te wijzen. Gods komen naar de top van de Sinaï wordt   omschreven in Exodus als een neerdalen.

Ook de Godsverschijning in mensengestalte wordt in het Nieuwe Testament beschreven met het werkwoord neerdalen.

De berg Sinaï moet onder aan de voet worden afgeschut met een omheining.  Mens noch beest mag de berg beklimmen. Wie over de omheining klimt zal gedood worden.

 Dit heeft alles te maken met de ontzagwekkende afstand tussen de Heilige God en onheilige mensen.

Donder en bliksem zijn ook beelddragers van Gods heilige toorn over zondaren.

Open tempel

De berg Sinaï  was voor een bepaalde tijd tot heilig gebied verklaard. Eigenlijk is de berg  gedurende een bepaalde  tijd tot een open tempel verklaard.  Het woord tempel komt van een Grieks werkwoord dat "afsnijden" betekent. Een tempel is een afgesneden gebied midden in de profane wereld. Dat kon je ook zeggen van de berg Sinaï. 

 We lezen in Exodus 19 dat het hele volk Israël van alle kanten van de berg afgehouden moest worden. Er kwam een omheining om heen. De top werd het heilige der heiligen.

 Er was een stem die zei:"Wacht u ervoor de berg te bestijgen, of maar met de voet aan te raken.  Ieder die de berg bestijgt zal zeker ter dood gebracht worden."

Mensen van deze eeuw weten niet meer wat heilig is. We noemen iemand wel eens een heilige boontje.

We hebben dan iemand op het oog die  erg  braaf en deugdzaam is. Heilig heeft voor de moderne men een morele betekenis.

We gebruiken het vaak op een moralistische manier.

Het woord 'heilig' in het Oude Testament heeft  daarentegen  heel weinig te maken met het goede of de deugd.  Het wil alleen maar zeggen, dat het met God te maken heeft en God is méér dan de deugd en méér dan het goede.

 

Verterend vuur 

Hij is een verterend vuur. In het heilige schuilt een geladenheid  en een ernst die voor de gewone mens dodelijk kunnen zijn, als hij de hem gestelde grenzen overschrijft.

De moderne mens  heeft echter het besef van  Gods heiligheid en zijn brandende toorn over de zonde verloren.

Er is een behaaglijk bubbelbadchristendom ontstaan van een lieve, softe  en altijd vriendelijke God.

De God die zich openbaarde op de Sinaï is anders.  Hij is de Heilige. 

 

Verboden voor onbevoegden

Het heilige is alleen voor de bevoegden. Verboden voor onbevoegden! Bij Sinaï zijn Mozes, Aäron en de priesters zulke bevoegden, maar het volk moet zich in acht nemen, totdat door bazuingeschal  bekend is gemaakt, dat het gevaar voorbij is.

Als Mozes in een donkere wolk rondom de berg is opgenomen, neemt het volk vol vrees en beven de verschijnselen waar, waarin de goddelijke macht zich manifesteert. 

En er waren donderslagen, fakkels, en zware wolken.

De schare aan de voet van de berg was ontsteld.  Ex.  19:18.  In grote vrees zegt het volk tot Mozes:"Spreek gij met ons, dan zullen wij horen.  maar God spreke niet met ons, opdat wij niet sterven"(Ex.  20:19)

In Hebr.12 wordt Gods verschijning op de  berg Sinaï vergeleken met zijn verschijning op de berg Sion, het hemelse Jeruzalem.

Maar elke  vergelijking gaat mank. Het is nog veel heerlijker en rijker. Want we zijn niet genaderd tot ' een tastbaar en brandend vuur, tot donkerheid, duisternis en stormwind, tot het geklank van een bazuin.. . . . Hebr 12:18. . . . wij zijn genaderd tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond.'

De schrijver aan de Hebreeën eindigt dan met de woorden:"Laten wij daarom, omdat wij een onwankelbaar koninkrijk ontvangen, dankbaar zijn en hierdoor God vereren op een Hem welbehaaglijke wijze met eerbied en ontzag, want onze God is een verterend vuur" Hebr. 12:29

 


  • .