A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Brein of geest


 Brein of geest ?

 

 

Is het diepste wat je van een mens kunt zeggen, zijn brein of zijn geest.? Is alles vastgelegd in  je brein en in je genen of ben ik zelf verantwoordelijk en maak ik ten diepste mijzelf?  Van de mens lezen we dat hij geschapen is naar Gods beeld. Hij heeft iets weg van God.Hij heeft iets koninklijks. Hij is van hoge komaf. Maar als je beweert dat de mens het product is van zijn genen, vindt er een grenzeloze verplatting plaats en lijkt de mens  op een naakte aapl

Zie ook bij ONDERWERPEN Beeldrager van God

 Bestaat het 'ik' wel? Of is alles brein?

Bestaat er wel een geestelijke wereld? Dat waren boeiende vragen die onlangs ter sprake kwamen in de Jacobikerk in Utrecht voor een aandachtig gehoor van veel studenten. Voor mijn gevoel zijn dit ook de vragen die ter sprake komen in de Babylonische en Bijbelse paradijsverhalen. Ik  geef eerst een korte samenvatting  van het gevoerde debat.Ons breinVolgens hersenonderzoeker Dick Swaab zijn wij ons brein. Alles wat je bent, heb je al voor je geboorte meegekregen. Je potenties en je beperkingen zijn vastgelegd in je hersenen.

 Alles genetisch bepaald?

 Het is genetisch bepaald. Neurobioloog Dick Swaab schreef een boek met de titel ‘Wij zijn ons brein’. Ons brein bepaalt wat we zijn. Heel onze ontwikkeling als mens is al vastgelegd in onze hersenen. Wij zijn onze hersenen. Er bestaat geen ’geestelijke’ wereld. Spiritualiteit, ontvankelijkheid voor religie is volgens hem genetisch bepaald. Het is vastgelegd in de hersenen. Er bestaat volgens Swaab een negatief verband tussen intelligentie en spiritualiteit. Hoe hoger het IQ des te minder religieus de mensen zouden zijn. Uit de hersenen komen hallucinaties en openbaringen voor. Een geestelijke wereld bestaat volgens  hem niet. Aan de openbaring vaan Johannes beantwoordt geen enkele werkelijkheid. Die gedachten zijn gedachtespinsels, interessante producten van het menselijk brein. De mens is geen geest, maar brein. Als de mens niet genoeg prikkels krijgt, zorgt het brein zelf voor ervaringen. Een karakter kun je niet veranderen, alleen het gedrag kun je een beetje bijsturen.

 

 

 Onze geest

 

Prof Herman van Praag zegt het tegenovergestelde. Hij schreef  ‘God en psyche’. De mens is niet zijn brein. Het meest wezenlijke van de mens ligt niet in zijn brein, maar in zijn geest. Met geest bedoelt prof. van Praag het ‘ik-gevoel’ van de mens. De mens maakt zichzelf. Hij is geen product van de hersenen. De geest wordt gaandeweg gevuld door de manier waarop de mens inhoud geeft aan zijn leven. Breinkennis levert bitter weinig geestkennis op. Hersenonderzoek geeft slechts informatie over het instrumentarium. Religie is zeker niet het product van de hersencellen, zoals Swaab leert. De mens heeft de behoefte zijn leven een religieuze dimensie te geven, maar die behoefte is niet biologisch van aard.

Paradijsverhalen

Ik geloof dat we bovengenoemde visies niet moeten beschouwen als een resultaat van puur wetenschappelijk denken. Ze zijn brede uitwerkingen van opvattingen die men apriori heeft ingenomen. Het zijn vóórwetenschappelijke standpunten. Deze standpunten zijn niet gevormd door nauwkeurig onderzoek, nee, zeker niet. Het zijn twee soorten geloof. De ene ‘gelovige’ zegt: er bestaat geen geestelijke wereld en de ander zegt het tegenovergestelde. De een zegt dat de mens eigenlijk slachtoffer is van zijn genen, de uitwerking van zijn brein, en de ander beweert dat de mens een eigen ‘ik-gevoel’ heeft en zelf verantwoordelijk is. Voor mijn gevoel komen beide elementen ook voor in de beide paradijsverhalen,  die van Babel en die van de Bijbel. Wat is namelijk het geval?H

Het Babylonische paradijsverhaal

 

 

Als je het Bijbelse paradijsverhaal gaat vergelijken met andere paradijsverhalen zie je grote verschillen. Ik denk bijvoorbeeld aan het Babylonische paradijsverhaal. We vernemen daar van een zekere Adapa, de eerste mens. Kort samengevat komt het hierop neer.  Adapa kon er helemaal niets aan doen dat hij het eeuwige leven niet kreeg. Hij was namelijk door de godheid bedrogen. Adapa had het paradijs verloren omdat Ea de god van de zee en van de wijsheid hem bedrogen had. Wat was er namelijk gebeurd? Ea had hem een verkeerd advies gegeven. Toen hem het levensbrood en het water des levens door de hemelgod werd voorgezet, raadde Ea hem aan een kleed en olie aan te nemen. Maar dit kleed was het kleed der sterfelijkheid en de olie was de olie der vergankelijkheid.  Zo is Adapa slachtoffer geworden  van de bedrieglijkheid der goden. Het was niet zijn schuld dat hij het eeuwige leven niet kreeg. In dit Babylonische paradijsverhaal schijnt het tragische levensbesef als een watermerk door elke bladzijde heen. Het fel begeerde leven zonder dood en zonder schaduwen is nu eenmaal niet voor de mens weggelegd. De mens  blijft gevangen binnen de dodelijke cirkel van geboren worden en sterven.

Adam, waaar  ben jij?

 

Hoe heel anders is het paradijsverhaal uit de Bijbel.  Het is door zijn eigen schuld dat de mens het paradijs heeft verloren. De mens is geen slachtoffer, maar schuldige. Hij wordt ter verantwoording geroepen. Hij is niet het product van zijn genen. Hij wordt ter verantwoording  geroepen. Adam, waar ben jij? Bovendien is het paradijs in de Bijbel geen Luilekkerland, maar een plek die de mens  moet bewaren en bewerken.