A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Bijbelse maaltijden


 

 Bijbelse maaltijden

Samen met iemand eten had voor de Israëliet een diepe betekenis.

Het hield   allereerst in een wederkerige relatie van vriendschap of genegenheid. De verhoogde Heer laat de gemeente van Laodicea  weten “Ik sta voor de deur en klop aan. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal Ik binnenkomen en wij zullen samen eten, Ik met hem en hij met Mij (Openb.3: 20). Samen eten betekende ook heel vaak een  vriendschapsverbond sluiten. Dat is nu nog heel vaak zo. Als een nomaden herder je uitnodigt voor een gemeenschappelijke maaltijd, beschouwt hij je als een vriend. Hij is je bondgenoot. Dat hoor je ook nog zo duidelijk doorklinken in de instellingswoorden van het Avondmaal als Jezus zegt: Deze beker is het nieuwe verbond in mijn bloed. Dat betekent dus  dat deze beker niet langer staat voor het oude verbond in het bloed van het Paaslam.

Het laatste avondmaal  van Leonardo da Vinci is het bekendste schilderij.Het samenzijn van Jezus als Gastheer met de 12 discipelen is heel vaak afgebeeld

Jezus deed twee keer "alsof"  bij de ontmoeting van de Emmausgangers. Hij deed alsof hij verder wilde gaan en Hij deed alsof hij nergens van afwist wat er allemaal in Jeruzalem was gebeurd. Waarom ? Jezus daagde hen uit.

 

Onlangs heeft men een doopvont opgegraven  in  het Bijbelse Emmaus uit de vijfde eeuw.

  

Verwacht hier geen recepten voor Bijbelse maaltijden.

 

Ik wil hier alleen maar enkele opmerkingen maken over de Bijbelse maaltijdcultuur.

De maaltijden in Israël waren religieuze en sociale hoogtepunten.

 Zakenlunches kende men niet.

 Snackbars waren er niet.

Samen eten deed je alleen met familie en vrienden en met mensen die een goede naam hadden. Je moest ook heel goed uitkijken wie je uitnodigde.

Nodigde je de verkeerde mensen uit dan bestond de kans dat er niemand kwam opdagen. Zo’n situatie beschrijft de gelijkenis in Luc 14 : 15-24. De ene na de andere genodigde verontschuldigde zich. Het waren allemaal mensen van de bezittende klasse en zij wilden de gastheer niet als hun gelijke beschouwen.

De één had  zo juist een akker gekocht en de ander een juk ossen. Sorry, hoor, maar wij kunnen niet komen. Dat was een grote schande voor de gastheer. Alle stoelen bleven leeg.

 

 

Eetcultuur in Israel

 

Een gezellig etentje organiseren deed je nooit met mensen beneden je stand noch met mensen boven je stand.Dat was een ongeschreven eetcultuur.

Niemand in Israël zou het in zijn hoofd halen om tolbeambten uit te nodigen of om een gezellig etentje te organiseren met blinden, melaatsen en vrouwen van lichte zeden.

Als je mensen had uitgenodigd  voor een diner bij je thuis, kon iedereen dat vroeger ook zien, want de deuren van de huizen stonden overdag altijd open. Zo’n diner met mensen die je had uitgenodigd was altijd ook een soort ‘show’. Jezus trekt zich helemaal niets aan van die eetcultuur.

 Als  Jezus een keer uitgenodigd wordt voor een etentje door een vooraanstaande  Farizeeër, neemt Hij tegenover zijn gastheer geen blad voor de mond :”Wanneer u een maaltijd aanbiedt of een feestmaal geeft, vraag dan niet uw vrienden of uw rijke buren, in de verwachting dat zij u op hun beurt zullen uitnodigen om iets terug te doen. Wanneer u mensen ontvangt, nodig dan armen, kreupelen, verlamden en blinden (Luc.14:12).” Door zijn optreden en zijn woorden viel Jezus in de toenmalige  maaltijdcultuur helemaal uit de toon.

 

 

 

Eetcultuur der Farizeeën.

 

De Farizese eetcultuur was erg formeel

Natuurlijk aten de Farizeeën  altijd kosjer.

Maar in de omgang met anderen waren ze zeer afstandelijk, hooghartig, ja zelfs liefdeloos. Ik noem hier twee duidelijke voorbeelden.

De Farizeeën ergerden zich  eens groen en geel aan de discipelen (leerlingen) omdat zij hun handen niet wasten voordat zij  hun brood aten (Matt.15:2). Dat ging over een  rituele, godsdienstige wassing. Jezus heeft hen door. Hij zegt: jullie onttrekken je aan de zorg voor vader en moeder met een vrome smoes. Jullie zeggen dan: we hebben geen geld om hen te onderhouden want wij hebben het geld gegeven aan  de tempelkas voor het onder houd van de priesters. Het is een offergave, het is korban. Jaren geleden ontdekte ik in Jeruzalem bij de ruïne van het hogepriesterlijke paleis, onder de ‘kerk van de kraaiende haan’, ook ditzelfde  Hebreeuwse woord: korban. Jezus  verzet zich tegen die uitwendige eetcultuur waarin het alleen maat gaat om rituele regels en wetjes. Het is Jezus te doen om hun liefde om aandacht  voor ouders en andere mensen.

Dat bezaten de Farizeeën helemaal niet voor Jezus.  

Ze waren zo koud als een steen. Formeel hielden ze wel de rituele wetten, maar dat was alleen maar de buitenkant.

Dat is  bij een andere keer wel heel duidelijk gebleken

En nu noem ik een tweede voorbeeld.

Tot de eetcultuur in Israël behoorde namelijk ook dat je als gastheer je gasten verwelkomde met een wangkus of een handkus.

Elkaars gelijken kusten elkaar op de wang en omhelsden elkaar.

Een leerling gaf de leraar alleen maar een handkus. De gastheer schoof een wasbekken met water aan om de voeten van de gasten te laten wassen en liet het hoofd van de gasten met heerlijk ruikende olie zalven. Maar daar kwam helemaal niets van terecht toen een andere Farizeeër met de naam Simon hem eens uitnodigde en hem toch wel ‘rabbi’ noemde. (Luc.7:36-50).Tot grote ontzetting van de Farizeeën kwam er toen plotseling een vrouw binnenlopen. Ja dat was er erg genoeg: een vrouw in mannengezelschap, maar zij was ook nog een bekende  prostituee  in het dorp en zij deed wat de gastheer achterwege had gelaten. Op een rustige, affirmatieve manier heeft Jezus hem dat toen verweten door hem met het liefdevolle gedrag van die vrouw te confronteren. (Luc. 7:44). 

Armeense bisschoppen wassen elkaars voeten en geven zo het voorbeeld van naastenliefde zoals Jezus deed (Joh. 13)

 

 

Vier “Bijbelse maaltijden”:

 1Als de Heiland der wereld at Hij met tollenaars en zondaars

2)Als het Paaslam at Hij met zijn leerlingen en stelde Hij het Heilig Avondmaal in.

3)Als de Opgestane at Hij met apostelen opdat ze van Hem zouden getuigen.

4)Als  Bruidegom nodigt Hij  ons uit voor het  toekomstige bruiloftsmaal.

 

Ik werk dit hieronder uit.

   

1)Als Heiland der wereld at Hij met tollenaars en zondaars.

Tijdens zijn openbare optreden  heeft Jezus  vaak met anderen gegeten en gedronken.

Bij  voorkeur at hij bij mensen die niet in tel waren, mensen van de onderkant van de samenleving, mensen met een slechte naam,  gehate tolbeambten en   vrouwen van lichte zeden.

De Farizeeën ergerden zich daaraan vreselijk . Moet je eens kijken: die Nazarener ontvangt zondaars en eet met hen (Luc.15:2). Je kunt wel zien dat die Nazarener niet deugt. Soort zoekt soort.

Moet je eens kijken: wat een veelvraat, wat een dronkaard, een vriend van tollenaars en zondaars (Mat.11:19).Jezus trekt zich niets aan van de ongeschreven wetten van de Israëlische eetcultuur. Ik vind het opvallend, dat Jezus juist als reactie op deze hatelijke opmerkingen van de Farizeeën de gelijkenis heeft verteld van de verloren zoon. Door zijn etentjes en door zijn optreden en door zijn woorden wil Jezus laten zien wie God is als hemelse Vader. Als Heiland der wereld at Hij met zondaars en tollenaars!

 

 2)Als Paaslam at Hij met zijn leerlingen en stelde Hij het Heilig Avondmaal in.

 

Pesachmaaltijd

 

In het Oude Testament lezen we over de Pesachmaaltijden. (Pesach of Pascha betekent Pasen) Ook Jezus heeft die Paasmaaltijd met zijn leerlingen gebuikt. Een van deze  Pesachmaaltjden was zijn afscheidsmaal. Als een gezinsvader nam Hij bij het begin van die maaltijd een brood, sprak er een dankgebed over uit, brak het en deelde het uit aan zijn leerlingen.

 Nooit zal daarbij een joodse huisvader gezegd hebben wat Jezus zei: “Neemt, eet, dit is mijn lichaam”. Het totaal nieuwe, het verrassend nieuwe voor de leerlingen was dat Jezus deze woorden over brood en wijn op zichzelf betrok. Het brood dat gebroken werd en de wijn die geschonken werd, dat is Hij zelf. Brood blijft b rood en wijn blijft wijn. Maar Jezus is zelf daarin toch aanwezig in de Geest. We hoeven heus niet onze harten ‘opwaarts’ te heffen tot in de hemel (sursum corda).Brood en wijn zijn heus veel meer dan symbolen. De Heer is daarin zelf present. Heel concreet. Bij dit gebroken brood en bij deze geschonken wijn.

 

 

Geen offermaaltijd

 

 

Alle heidense godsdiensten  kenden offermaaltijden.

Als het offer aan de godheid gebracht was op het altaar, werd er flink gegeten en gedronken.

Vooral de mannen van de gilden konden er wat van. Gildefeesten waren vaak echte slemppartijen van dronkemansbenden.

De oorspronkelijke vieringen van de Maaltijd van de Heer blijken geen offermaaltijden te zijn geweest.

 

 

 

 In 2005 hebben Joodse archeologen op het gevangenisterrein van Megiddo de ruïne blootgelegd  van een kerkje uit de derde of vierde eeuw. In mozaiek lezen we op een tafel:”Akeptos heeft deze tafel geschonken ter gedachtenis aan God de Heer Jezus Christus”.Het is de oudste belijdenis in steen waarop de naam van Christus genoemd wordt.

 

Prof.Lea di Segni neemt aan dat in de oudste kerken  geen altaren stonden,maar tafels waaraan het Heilig Avondmaal gevierd werd .(zie voor meer informatie  onder Bijbelseplaatsen/Opgravingen) Jordaanse archeologen vertellen dat zij bij Rihab in Jordanie het oudste kerkje gevonden hebben, maar ik denk dat dit een synagoge is geweest)

Meestal werd toen de viering van het Avondmaal voorafgegaan door een zogenoemd liefdemaal, waarbij iedereen iets meebracht en dat met elkaar werd genuttigd.

 

Tot die dag 

 

Vervolgens zei Jezus”Vanaf vandaag zal  ik niet meer van de vrucht van de wijnstok drinken tot de dag komt dat Ik met jullie opnieuw zal drinken in het koninkrijk van mijn Vader (Matt. 26: 29)”

 

 

De wijnstok heeft veel symbolische betekenissen.Israel bijvoorbeeld. Het voornaamste symbool  is toch wel Christus zelf Jezus zei Ik ben de ware wijnstok. De vruchten van de wijnstok is symbolische gezien het eeuwige leven dat Christus geeft

 

 

 

 Die dag is veel eerder gekomen dan wij meestal denken. Meestal denken wij dat die woorden van Jezus slaan op het einde der tijden als Jezus terugkomt. Ik denk echter dat Jezus gedacht heeft aan de tijd na zijn verrijzenis. Aan de maaltijden die Hij  toen gebruiken zou met zijn leerlingen, aan het breken van het brood  met de reizigers naar Emmaüs. Toen God de Vader zijn Zoon opwekte uit het graf, brak immers het Koninkrijk van God triomfantelijk baan. Toen at Hij inderdaad opnieuw van de vrucht van de wijnstok in  Kafarnaüm,Jeruzalem en in Emmaüs en in Galilea. Heel concreet.

 

 

Oog-en oorgetuigen

 

De opgestane verschijnt aan de Emaausgangers 

 

3)Als  de Opgestane at hij met de zijnen opdat ze van Hem als de opgestane zouden getuigen.

In de derde plaats lezen we  over de maaltijden van de opgestane Jezus in de 40 dagen tijdens zijn verschijningen. Die maaltijden hebben m.i. een drievoudige zin en betekenis.

Allereerst zijn ze een aanduiding van Jezus’ lichamelijke verrijzenis. We moeten zijn verrijzenis niet puur gééstelijk verstaan, want als de Opgestane at hij brood en vis en dronk hij wijn met zijn discipelen. Heel concreet. “Deze opgestane Jezus hebben we met eigen ogen gezien, ja zelfs met onze handen aangeraakt” schrijft Johannes (1 Joh.1:1).Alle evangelisten schreven vanuit Pasen. Ze schreven niet over de persoon en het werk van een zekere Joodse rabbi die veel aanhang had, maar over de woorden en het optreden van Jezus in wie zij geloofden als de gekruisigde en opgestane Heer. En nogmaals: altijd in herinnering aan die overweldigende ontmoeting en confrontatie met de Verrezene!

 

 

 

 

De Eersteling

 

 

In de tweede plaats zegt dit alles over onze toekomst. Hij is de Eersteling  die verrezen is uit het dodenrijk en wij zullen delen in zijn hemelse lichamelijkheid.  

In de derde plaats waren de  maaltijden van Jezus na zijn verrijzenis  vooral ook bedoeld voor de apostelen als getuigen. De apostelen  hebben geen opvolgers. Ze waren uniek, eenmalig als oog-en oorgetuigen. Ze moesten het heel goed weten dat Jezus concreet lichamelijk was opgestaan. Ze moesten doorgeven: “Wij hebben  met Hem gegeten en gedronken”. Willen jullie het nu nog niet geloven? Aangrijpend vind ik wat Petrus aan centurio Cornelius vertelt “Wij zijn getuigen van alles wat Hij gedaan heeft, in het land van de Joden en ook in Jeruzalem.“Zeker, ze hebben Hem gedood door Hem aan een kruishout te hangen, maar God heeft Hem op de derde dag weer tot leven gewekt en Hem aan de mensen laten verschijnen, niet aan het hele volk, maar aan enkele getuigen die daartoe door God waren aangewezen, aan ons namelijk, die samen met Hem gegeten en gedronken hebben nadat Hij uit de dood was opgestaan (Hand.10:41). Petrus is er zelf  bij geweest toen de Opgestane Heer  hem als eerste een stuk brood gaf en zei. Dit is mijn lichaam voor jou. Simon.

 

 

Bruidegom als gastheer

 

 

 4) Als Bruidegom nodigt Hij ons uit voor het toekomstige bruiloftsmaal!

Tenslotte denk ik aan de bruiloftsmaaltijd die in het laatste Bijbelboek wordt beschreven. Dat is dus het vierde type maaltijd  waarbij Jezus in het middelpunt staat.

Zalig zij die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam (Openb.19:9).

Ook aan deze maaltijd is Jezus de Gastheer. Maar nu is Hij de  Bruidegom en wij zijn de bruidsgemeente.

 De dag van de bruiloft is nog niet aangebroken.

Er zijn nog allerlei machten die de vereniging van het bruidspaar in de weg staan.

Lang is de bruid in ondertrouw geweest.

Lang heeft zij haar Bruidegom verwacht.

In storm en stilte in duisternis en licht. Maranatha”!  

Nu is Hij in aantocht.

Jezus is komende.

Het wordt feest.

De uitnodigingen voor de grote bruiloft zijn al verzonden. Op de spiegel van Gods bruiloftszaal staat geschreven:

Leve het bruidspaar!

Zijn we klaar  voor het feest?

Hebben we een bruiloftskleed?