A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Bijbelse namen


Bijbelse namen 

 

Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden (Matt. 1:21) 

Het baptisterium, het doophuis van de kerk in Florence. Via het doophuis wordt de mens opgenomen in de gemeenschap van de Kerk van alle eeuwen. Een doophuis is octogoon, achtvormig in dubbele zin. Op de achtste dag werd het Kind Jezus besneden en op de achtste dag is Hij opgestaan.

Vijftiende eeuws doopvont. Bij de protestanten staat het doopvont dichtbij de kansel, want voor hen wordt de doop  verzegeld en bevestigd door de verkondiging van Gods belofte via het Woord van God, dat vanaf de kansel wordt verkondigd.

===================================

Hoe kun je nu het beste foto's toevoegen aan Bijbelse namen? Daar zat ik eerst mee. Maar toen dacht ik ineens hoe kun je dat beter doen dan met foto's van doophuizen en doopvonten? Kent u een rijkere belijdenis dan de belijdenis van God Drie-enig? Kent u een rijker gebeuren dan de doop? Bij de doop worden onze namen, Jan Piet en Klaas verbonden met de namen van God de Vader, God de Zoon en God de Heilige Geest. Is dat niet geweldig dat ons mensenbestaan wordt opgenomen in de drievoudige gemeenschap van God? Inderdaad: God iseeen meervoudige gemeenschap!

De mooiste foto die ik gemaakt heb vind ik altijd weer het doopbassin van het baptisterium in de Johannesbasiliek te Efeze. De namen van de dopelingen werden genoemd door de voorganger die in de staangaten stond terwijl het stromende (levende) water uit de openingen stroomde. Zie u de openingen? Aan de oostijde kwam de dopeling weer uit het  waterbad. Daar ging de zon op.

Dit is het doopbassin in  het achthoekige doophuis van de Mariakerk te Efeze waar in 431 het bekende concilie werd gehouden. Nu is die plek afgesloten.

Velen weten vandaag niet meer dat het Kerstfeest alles te maken heeft met de naam Jezus.

Velen weten trouwens ook niet waar hun eigen naam vandaan komt.

Zouden Jan, Jaap en Daan wel weten dat hun namen oorspronkelijk uit de Hebreeuwse taal afkomstig zijn? Namelijk Johannes, Jakob en Daniel?Zouden Klaas en Piet wel weten dat zij Griekse namen dragen?

 Namelijk Nicolaas en Petrus?Zouden Kees en Toon wel weten dat hun namen uit het Latijn komen?

Namelijk Cornelius en Antonius? Hun namen zijn natuurlijk vervormd, maar het zijn geen zuiver Nederlandse namen.Het is mij opgevallen dat er meestal een groot verschil is tussen Joodse namen en de heidense namen. Joodse namen bevatten vaak een geloofsgetuigenis zoals bijvoorbeeld de naam Johannes (Jahwèh is genadig) en Matthias (geschenk van Jahwèh). Genadig waren de heidense goden helemaal niet. Ze moesten altijd weer tevreden gesteld worden met offers.

Griekse namen verheerlijkten vaak de mens, zoals Herodes= heldenzoon

  

Er is nog slechts een plaats in de rivier de Jordaan waar je gedoopt kunt worden. Het is natuurlijk een bijzondere ervaring gedoopt te worden in dezelfde rivier waarin Jezus gedoopt is en waar Hij zelf ook doopte.Maar het water heeft natuurlijk geen magische kracht.

Gods naam

Ik was verbaasd te lezen dat de jury van het Groot Dictee der Nederlandse Taal van mening is dat men behoort te schrijven"De HEER en Zijn werken'. Is dit wel terecht? Krijgt het bezittelijke voornaamwoord ook een hoofdletter? Volgens de nieuwste spelling krijgt alleen het persoonlijke voornaamwoord een hoofdletter. Helaas is dit niet het geval bij de Nieuwe Bijbelvertaling . Als terug verwezen wordt naar Jezus Christus of naar God wordt altijd 'hij" geschreven. Dit is gebrek aan eerbied en ook nog eens taalkundig fout.

Nu gebruikte ik hierboven al de naam van God. Wat is die naam? Hoe heet Hij ? JHWH De levende God heeft zich in de Schriften geopenbaard met vier Hebreeuwse letters JHWH. Hij is de Vierletterige! De Jod, de Hee, de Wauw en weer de Hee.

Deze vier medeklinkers (Joden schreven oorspronkelijk de klinkers  niet onder de medeklinkers) betekenen:HIJ IS ER BIJ en  HIJ ZAL ER BIJ ZIJN.

Meestal gebruiken we de naam HEER  of HERE OF HEERE met hoofdletters. Bij de naam Here Jezus gebruiken we kleine letters, want daar is sprake van de Griekse naam Kurios ((Heer als titel). In tegenstelling tot de heidense Baals schrijven we de naam van de God van Israël met vervoegingen van het Hebreeuwse werkwoord ‘haja’ ,‘zijn’. Hij was erbij, Hij is erbij en Hij zal erbij zijn. JHWH is de God van het verleden, het heden en de toekomst!

De naam Baal komt daarentegen van het werkwoord ‘hebben’.Baal is de ‘bezitter’. Hij kan alleen maar ‘hebben’. Hij heeft(=bezit) en hij  heeft genomen en hij zal hebben. JHWH is vol genade en ontferming.

De naam God is een soortnaam , net als de naam Allah ook een soortnaam is. Maar de naam JHWH is een eigennaam. Die naam is net als veel Joodse namen al een getuigenis: Hij is erbij. Zo wil God gekend zijn. In Jezus is Hij er altijd bij en daarom heet het Kerstkind ook Immanuël (God met ons).

Doopvont van Emmaus is onlangs opgegraven! Het is het Emmaus der Emmausgangers

 

 Latijnse namen 

 

Sommige Joden waren verplicht naast hun gewone Joodse naam nog een Latijnse naam aan te nemen, namelijk zij die het Romeinse burgerrecht hadden. Dat was het geval met de apostel Paulus. Hij heette Saul, maar als Romeins burger heette hij Paulus. Door slechts één letter te veranderen had de jood Saul (of met de Grieks-Romeinse uitgang Saulus) een echt Romeinse naam gekregen: Paulus. Hij heeft beide namen altijd gedragen. In Hand. 13: 9 komen we nog een andere Paulus tegen; de stadhouder Sergius Paulus.

Vanaf die tekst is Lucas in Handelingen de naam Paulus voor de apostel gaan gebruiken. Voor zijn bekering wordt hij nog aangesproken met zijn Joodse naam:Saul, Saul, waarom vervolgt je Mij? 

 

Petrus

 

Met  de naam van Petrus de apostel is iets bijzonders aan de hand. Zijn gewone Joodse naam is Simeon. Maar het is begrijpelijk dat in de Grieks sprekende wereld die naam vervormd werd tot Simon, zonder de letter e dus.

Om deze Simon te onderscheiden van een andere Simon werd hij ook genoemd:Simon Bar Jona= Simon zoon van Jona. Dat zelfde verschijnsel zien we ook in onze taal bij de naam Klaassen=zoon van Nicolaas. Jezus geeft hem bovendien nog een erenaam nadat hij beleden heeft dat Jezus de Zoon van God is.

Jezus geeft hem de naam Kefas= de Aramese naam voor rots of rotssteen. Deze naam wordt weer in het Grieks vertaald met Petrus.

Zijn Griekse naam in het Nieuwe Testament is dus Simon Petrus=Simon de rotssteen.

Zo komt de apostel Petrus in de Bijbel met vier namen voor: op het apostelconvent noemt Jacobus hem Simeon, Paulus noemt hem graag Kefas(1 Kor.1 : 12) en in Hand. 2: 14  heet hij weer Petrus en in Marc.3:16 weer Simon.

Een modern doopvont

Griekse uitgangen

Bij de Hebeeuws-Aramese namen in het Nieuwe Testament valt ons op, dat de namen die we uit het Oude Testament kennen een andere uitgang hebben gekregen. Jakob is Jakobus geworden. Ik heb een vriend die Jaap heet. Hij is dus vernoemd naar zowel de aartsvader als naar de apostel.  

Waarom die overgang van Jakob naar Jakobus? Dat komt omdat men in het Grieks vreemde namen graag een Griekse uitgang geeft.

Zo kan men die naam gebruiken in verschillende naamvallen met dezelfde buigingsuitgangen die de echt-Griekse  woorden hebben. Je kunt een naam dus uitspreken in het Hebreeuws en in het Grieks.

 

Jezus

 

De Hebreeuwse naam voor Jezus is Jehosjoea (Jozua) en deze werd verkort tot Jesjoea.(de letters  ‘ho’ werden ingeslikt). In Het Grieks werd dit Jèsous. Die naam betekent ‘Jahweh redt’.

Die naam hebben mensen niet verzonnen. Gods boodschap luidde: “Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden (Matt. 1:21).

Grieks

 

De meeste namen in het Nieuwe Testament zijn geleverd door het Grieks. In die namen zijn vaak heidense godennamen verwerkt.

Apollos komt van de god Apollo, Demetrius van Demeter en Febe kreeg de bijnaam van de godin Artemis, want ‘Febe Artemis’ betekent de stralende Artemis.Grieks is ook Herodes (heldenzoon) en van deze naam zijn  afgeleid Herodias en Herodion.

 Die namen hebben iets stoers,ze stralen kracht en moed uit.

Joodse namen getuigen

 

Die Griekse namen hebben een heidense afkomst, maar veel Joodse namen dragen in zich een getuigenis dat God genadig is. Dat zie je het duidelijkst in de naam van Jezus of Jehosua: Jahweh redt.De echte Romeinse mannen hadden altijd drie namen

Ik kan dit het  duidelijkst laten zien bij Gajus Julius Caesar. Gajus was de voornaam, Julius de naam van de clan en de eigenlijke naam was Caesar.

 Dat was helemaal geen stoere en deftige naam zoals de Grieken vaak hadden. De Griekse naam Caesar betekent krullenkop, haardos. 

 Latijnse namen

 

Latijnse namen waren erg simpel. Paulus was ook een Latijnse naam en die betekent “klein” .De Romeinen waren erg nuchter. Cicero betekent grauwe erwt. Geen namen dus zoals de Grieken hadden: Herodes (heldenzoon) en Nikodemus (overwinnaar van het volk).De bekende Bijbelse namen Timoteüs en Theofilus hebben ook een Latijnse achtergrond. Het woordje ‘theus” betekent ‘god’, maar daarbij moeten we denken aan een heidense godheid. Timoteüs  had een Griekse vader en Theofilus was een Romeinse magistraat.

In sommige namen herkent men de plaats  waar de naamdrager  vandaan komt. Judas Iskariot was afkomstig uit Kariot (isj betekent man) Iskariot  betekent dus de man uit Kariot.

Maria Magdalena kwam uit het stadje Magdala aan het meer van Galilea. 

Naamgeving bij besnijdenis en doop 

 

De namen van de kleine kinderen worden onder Joden bij de besnijdenis en bij Christenen bij de bediening van de doop gegeven. De besnijdenis vond plaats op de achtste dag. Op de achtste dag ruste God van een zevendaagse werkweek.

 

Doopvont en doophuis 

 

De christenen  uit de eerste eeuwen kenden geen doopvont, maar een doophuis. Zo’n doophuis werd baptisterium genoemd. De oudchristelijke doophuizen werden meestal gebouwd in de vorm van een achthoek. Daarom  werd zo’n doophuis octogoon genoemd. In Turkije heb ik veel overblijfselen van dergelijke doophuizen gezien. Waarom achthoekig? Wel, de kerk koos de dag van Jezus’ opstanding, de eerste dag van de Joodse week, (dus de achtste dag), als gewijde dag. Zondag is dus de achtste dag.

 De Joodse besnijdenis vond  ook plaats op de achtste dag. In de rooms-katholieke traditie was het doophuis de toegang tot de kerkelijke gemeenschap. In de protestant

se traditie werd het doophuis vervangen door de doopvont. Die stond vlak bij de kansel.

De doop is voor ons  een bevestiging van het beloftewoord van God voor het kind wier naam bij de doop werd uitgesproken.