A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Bijbelse uren


 

Zonsopgang boven het meer van Galilea. Als de Joden zeiden "Het is pas het derde uur, (Hand. 2: 15) bedoelden ze: het derde uur na zonsopgang Dat kon volgens onze tijdrekening dus 7 uur v.m. zijn, maar ook 11 uur v.m. Om het uur te weten, moest je ook de datum kennen

 Van de zesde tot de negende ure was er duisternis over de aarde (Matt 27:45 (NBG).De NBV heeft :Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Deze vertaling is helderder, maar het Hebreeuwse coloriet is verloren gegaan

 

Stationsklok

 Op onze modern klokken hebben de uren altijd 60 minuten.In Israël was een uur in de zomer langer en in de winter korter. Dag en nacht telden altijd wel 12 uren! 

 

Zonnewijzer. 

Een zonnewijzer is een instrument waarmee je de tijd kunt bepalen. Met behulp van de schaduw kun je de stand van de zon meten.

Om 12 uur is de schaduw altijd het kortste. De Joden spraken dan van  het zesde uur.

Van het zesde tot het negende uur was er op Golgota een dichte duisternis.

Symbool van uiterste Godverlatenheid van de Heiland.

Er is een boek met de titel: ‘Als de schaduwen langer worden’. Dat boek is voor ouderen geschreven. Symbolisch gezien is de zon bezig in hun leven onder te gaan. Dan worden ook de schaduwzijden van het leven breder en langer,niet waar?     

Bijbelse uren

Ik vind de Joden een uitzonderlijk apart volk.

Ze lezen de Tora van achteren naar voren  en van rechts naar links.

Bovendien laten ze een dag nota bene beginnen met zonsondergang en een uur heeft geen zestig minuten zoals bij ons.

Hoe zit dat precies?

Om te beginnen moeten we weten dat voor de Joden een etmaal een hoofdindeling had van dag en nacht, licht en donker. Men stond op zodra het licht werd en als het donker werd ging men naar bed. Zodra de zon boven de horizon verscheen begon men te tellen: eerste uur, tweede uur enz. De periode van zonsopgang tot zonsondergang was voor hen een dag. Die van zonsondergang tot zonsopgang  was een nacht. Maar – en nu komt het  - zowel dag als nacht telden 12 uren.

 Dag en nacht 12 uren

De dagen in de winter telden evenveel uren als die in de zomer maar die van de zomer waren natuurlijk veel langer en die van  de winter veel korter. Een uur was daarom niet altijd zestig minuten zoals bij ons .Om te weten hoe laat het was, moest je daarom ook de datum weten. Als de zon om zes uur ’s morgens opkwam, was het negende uur 3 uur n.m., maar als die pas om 8 uur opkwam was het negende uur 5 uur n.m. Je moest dus 9/12 van de periode dat het licht was berekenen om te weten hoe laat het was. De antieke uurrekening stemt dus helemaal niet overeen met onze uurrekening. Jezus heeft dit zelf ook aangegeven toen Hij zei “Gaan er niet twaalf uren in een dag?” In de winter waren het weliswaar gekortwiekte uren, maar het waren er ook altijd 12.Deze klassieke uurindeling moeten we niet uit het oog verliezen als we nadenken over het uur waarop de Heiland stierf. Het was omstreeks het 9e uur, dat is dus 9/12 van de Joodse dag.(Matt 27:45-50). Toen de Heiland aan het kruis hing werd het pikdonker midden op  klaarlichte dag, want het zesde uur is altijd mid-dag. En om nog een voorbeeld te gebruiken: Als Petrus in zijn Pinkstertoespraak zegt dat het pas de derde ure van de dag is (Hand.2:15) wil dat niet zeggen dat het ‘s morgens 9 uur was. Nee, het houdt in dat pas 2/12 van de periode waarin de zon boven de horizon stond, verstreken was.

De nacht

Voor de nacht kon je natuurlijk ook de indeling in uren gebruiken, (bv Hand. 23: 23) maar meestal deed men dit niet. In  Marcus 4 :35 worden vier perioden voor de nacht genoemd. In dit Bijbelgedeelte spreekt Jezus over zijn terugkeer als Mensenzoon. Hij vergelijkt zich  daarin met een zakenman die op reis ging en zijn bedrijf toevertrouwde aan zijn medewerkers. “Wees waakzaam want jullie weten niet wanneer die heer terugkomt:’s avonds, midden in de nacht,bij het eerste hanengekraai of ‘s morgens vroeg.’ In zijn lijden heeft Jezus hiernaar ook verwezen. Nog voordat de haan driemaal gekraaid zal hebben, zul je mij drie maal verloochend hebben. Jezus denkt hier dus aan die vaststaande uitdrukkingwaarmee  een tijd aan het einde van de nacht wordt aangeduid. Niet aan een speciale haan, maar aan een terminus technicus.

Romeinse tijdrekening

De apostel Johannes gaat als enige evangelist uit van de Romeinse tijdrekening.

Hij leefde ook jaren later. Hij is ook de enige evangelist die het meer van Galilea de Zee van Tiberias noemt. De stad was namelijk in zijn tijd niet zo Grieks meer.

De Romeinen gingen de uren van een  etmaal  tellen vanaf middernacht en daarna van de middag. Johannes past zich hierbij aan.

Laten we bijvoorbeeld eens gaan kijken naar de beschrijving van het gesprek van Jezus met de Samaritaanse vrouw( Joh.4:6). In de vertaling van het NBG staat:het was ongeveer het zesde uur.

Dat staat ook in het Grieks. Maar volgens de Joodse tijdrekening  is het zesde uur altijd middag op de dag, als de zon het hoogst staat.

 De Nieuwe Bijbelvertaling houdt hier echter de Joodse tijdrekening  erop na en vertaalt: het was rond het middaguur. Ik denk dat dit niet terecht is. De Samaritaanse vrouw zal ook hoogst waarschijnlijk niet op het heetst van de dag naar de bron zijn gegaan om water te putten.

De NBV had wellicht beter kunnen kiezen voor de Romeinse tijdrekening, die Johannes steeds gebruikt. Als de zomertijd was aangebroken, was het zesde uur dus ergens in de avonduren, want zoals we gezien hebben, duurden de uren in de zomer langer