A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Altaren /Kanaanieten.3


Zie ook:Altaren en Offerhoogten (1). Altaren en Gedenktekens (2), Altaren en de  Kanaänieten (3), Altaren en Israël (4) Altaren en Kerk (5) Altaren en  Muziek (6)  

Altaren / en de Kanaänieten (3)

 

 

Offerplaats van de Kanaanieten in Megiddo die men kort geleden heeft opgegraven Een stenen trap leidt naar de eigenlijke offerplaats

  De Kananieten bezaten in hun huis ook een huisaltaar. Dat was het belangrijkste meubelstuk

 

Er werden ook kinderoffers gebracht. Elk eerstgeboren kind moest geofferd worden aan de Baal, net als de eerstelingen van de oogst. De gedachte hierachter was dat alles van Baal was, het eerstgeboren kind vertegenwoordigde alle kinderen uit het gezin

 

Dit is een prehistorische offerplaats op het eiland Malta. We konden nog heel duidelijk de uitgehakte geultjes in het marmer zien, waarlangs het bloed kon wegstromen

 

 

 

In Palestina had ieder dorp en iedere stad een heiligdom. Dat was het centrum van de gemeenschap, zoals in de Middeleeuwen de kerk het middelpunt vormde van alle dorpen en steden. Men sprak gewoonlijk over de ‘hoge plaats’ . Zoals de naam al aangeeft, stond het heiligdom gewoonlijk op een heuvel. In wijde omtrek kon je dit heiligdom al waarnemen, zoals vandaag bijvoorbeeld  het kerkje van Den Hoorn op Texel kilometers in de omtrek te zien is. Als het donker werd kon je tot ver in de omtrek de rookpluimen van de altaren zien. Ze bevonden zich immers op een heuvel.

 

 

Tekens met afbeeldingen van Baal en Astarte

Baal heeft in zijn linkerhand de bliksem en in zijn rechterhand de donder omklemd, waarmee hij als de god van het onweer de aarde doet opschrikken

Zeus dondert vanaf de Olympus. Niet: Zeus dondert van de Olympus af Zeus was  helemaal niet mensvriendelijk!!

 

 

 Beeld van Baal waarmee de toeristen op Hazor verwelkomt worden

 

Onder invloed van de bewoners van Kanaän gingen ook de Israëlieten op hoge heuvels altaren bouwen

Die plek was niet zo zeer uitgekozen vanwege de mooie ligging,maar vanwege de traditie. Ooit hadden er Kanaänitische heiligdommen gestaan. Eeuwen lang hadden de bewoners die plek al bezocht, de’loop’ was er heen en ze had bovendien al een religieuze wijding

 

Offerfeest

Een van de meest karakteristieke tonelen in het oude Palestina was het offerfeest. Op een of andere speciale dag beklom de hele familie de heuvel om naar de hoge plaats te gaan. Ze namen manden met proviand mee. Ook namen ze een lam of schaap uit de kudde mee. Nadat ze de priester van het heiligdom met veel plichtplegingen hadden begroet,nam de vader, als hoofd van de familie het dier,legde zijn hand op de kop van het beest en sneed het de hals af. Hij zorgde er goed voor dat het bloed op de treden van het altaar druppelde. Bloed was kennelijk onmisbaar voor het leven. Het behoorde daarom alleen aan God. Vervolgens hielp de priester de offeraar met het villen en opensnijden van het kadaver. Bepaalde delen zoals het vet van de ingewanden en de nieren werden op het altaar gelegd en daar verbrand. De rest van het vlees werd in  stukken gesneden en in een grote stoofpot  gedaan en met water op het vuur gezet. Daarna goot de priester enkele druppels olijfolie  en wijn uit op de stenen van het  altaar. Als eindelijk het vlees gaar was, ging iedereen, ook de priester, op de grond zitten. Zo werd er in de openlucht gepicknickt. Vóór de duisternis viel was iedereen al aan het dansen en zingen, want voor de ballingschap was  ieder offer een feest waarbij men zich ‘in de HEER verheugde’.

 

Tekens

 

Een heiligdom bestond naast een altaar ook uit ‘tekens’. Deze stenen obelisken die soms wel drie meter hoog konden worden, hadden eeuwen lang Kanaänitische heiligdommen gekenmerkt. De juiste bedoeling staat niet vast. Sommige geleerden denken dat hierop plengoffers werden gebracht in een of andere dodencultus. Maar anderen denken dat het slechts gedenktekens waren, zoals Jakob’s teken te Betel(Gen. 28: 16-22). Hoogstwaarschijnlijk zijn het in de loop der tijden afgodsbeelden geworden. Ook Israël nam die tekens over.Asjérim worden ze in het Oude Testament genoemd. De enkekvoudige vorm is Asjéra (2 Kon. 17:10). Zij was een vruchtbaarheidsgodin en haar verering was in het volksgeloof van Israël overgenomen. De Asjérim waren houten beelden of palen of bomen die als symbolen voor de godin golden.

Priester

 

De bewaker van het heiligdom was de priester. In tegenstelling tot wat men gewoonlijk aanneemt, was de belangrijkste taak van de priester niet het brengen van offers, maar het bewaren en doorgeven van de religieuze tradities. Zijn voornaamste taak was het laten spreken van het orakel. Hij moest antwoord geven op de vragen die de mensen hem stelden. Hij moest kunnen zeggen, wat de vragensteller moer doen of niet doen. Het principe van het orakel was duidelijk:het was een mechanisme dat “ja” of “nee” antwoordde.

 

Profeten

Het heiligdom had ook profeten, die met de priesters samenwerkten. We weten dat de Kanaänitische profeten samenwerkten in gilden, die aan de grote tempels verbonden waren, zoals bijvoorbeeld de vierhonderdvijftig  profeten van Baäl en de vierhonderd profeten van Asjéra, waarmee Elia op de berg Karmel een krachtmeting had (1Kon. 18).Ook Israël kende profeten die zich rondomd heilige plaatsen ophielden, in rumoerige troepen rondzwierven en  en zichzelf vaak met muziek en dans in extase brachten, onbegrijpelijke orakeltaal uitsloegen die door de lichtgelovigen gretig werd aangehoord. Toen de mensen gingen denken dat Amos ook tot dat soort profetenzonen behoorde, heeft hij zich tegen deze mening krachtig verzet (Amos7:14

 

Altaar op dak

 

In Jezus’ tijd bestond de gewoonte om op de platte daken van de huizen altaren te bouwen voor vreemde goden (Jer. 19:13).De vrouwen in Israël hingen dan hun wasgoed op naast die altaren.