A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Antipatris


De soldaten namen Paulus mee, zoals hun opgedragen was, en brachten hem ’s nachts naar Antipatris

 

De enige keer waarvan we weten dat Paulus op een muilezel gereden heeft is toen hij als gevangene reisde van Jeruzalem naar Antripatris en van Antipatris naar Caesarea aan Zee. Een muilezel is een kruising van een mannetjesezel en een  vrouwtjespaard.

Paulus   reisde onder toezicht van twee centurio's. Commandanten van 100 Romeinse soldaten.

 Weet u waar Antipatris ligt?  Het lag precies tussen Jeruzalem en Caesarea aan Zee in. Paulus moet er maar heel kort geweest zijn.

Het zit namelijk zo. De zoon van Paulus’ zuster kwam te weten dat er een samenzwering tegen Paulus was georganiseerd (Hand.23: 16). Volksgenoten  waren vast van plan hem te vermoorden. De tribuun van Jeruzalem Claudius Lysias krijgt dit te horen en hij draagt twee centurio’s op Paulus veilig naar Caesarea te brengen. Daar moet hij verschijnen voor de procurator (stadhouder) Felix (Hand. 23:23).De colonne vertrekt tegen het “derde uur van de nacht”, dat is  twee uur na zonsondergang. (Zie Bijbelse tijdrekening). Paulus wordt op een rijdier gezet. Dat zal wel een muilezel zijn geweest, de enige keer dat we in de Bijbel lezen dat de apostel op een rijdier heeft gezeten. Omdat een bende van 40 man het op zijn leven heeft voorzien, gaan er 200 infanteristen en  70 ruiters mee. De ruiters moeten zich natuurlijk  in hun tempo aanpassen aan de soldaten . De laatst genoemden  moeten  de 45 km tussen Jeruzalem en Antiplaris te voet afleggen. Nog  vóór  zonsopgang komen ze in Antipatris aan. De soldaten marcheren dan weer terug naar Jeruzalem en Paulus mag hoogstens nog een uurtje in Antipatris slapen, voordat hij zijn reis op de muilezel kan voortzetten naar Caesarea. Dat moet voor de apostel een vreselijk vermoeiende reis geweest zijn. Prof. A. Sizoo heeft dat eens uitgerekend:”Stel u eens voor, dat ge ’s avonds te ongeveer 8 uur te voet uit Amsterdam vertrekt, ’s morgens te 6 uur in Amersfoort aankomt; vandaar te 7 uur op een paard of muilezel vertrekt  en om ongeveer 1 uur  te Apeldoorn aankomt. Zulk een reis zoudt ge u uw levenlang herinneren.” 

Antipatris werd door Herodes de Grote gebouwd op het oude Afek.Toen Kanaan eeuwen daar voor een vazalstaat was van Egypte bestond Afek er al. Hier een onlangs opgegraven  paleis van een Egytische goeverneur met veel Egyptische voorwerpen.

Resten van het vernieuwde Afek dat hij Antipatris noemde naar zijn vader

Waar lag Antipatris precies?

 Op de ruïnes van het Bijbelse Afek (zie daar) stichtte Herodes de Grote een nieuwe stad die hij Antipatris noemde naar zijn vader. Nu moet u weten dat er in Tel Afek  onlangs een gebouw  is blootgelegd, waarvan archeologen beweren dat het een paleis is geweest van een Egyptenaar die namens de farao de regio bestuurde. Dat is mogelijk omdat men talloos veel  voorwerpen heeft gevonden die een Egyptische invloed verraden: Egyptische vazen, kruiken, borden en lampen! Andere archeologen maken ons erop attent dat het ook mogelijk is dat de elite in Kanaän een Egyptische levensstijl wilde nabootsen om modern te lijken. In ieder geval is de invloed van Egypte aantoonbaar. Het gebouw aan de karavaanweg zal zeker ook dienst gedaan hebben als een soort tolhuis voor de farao. Onopgelost blijft de vraag door wie Afek verwoest werd: door Jozua of misschien door golven van binnentrekkende Filistijnen? In ieder geval heeft Herodes de plaats herbouwd en noemde hem naar zijn vader Antipatris. 

Strategische plaats

 Vele eeuwen lang is Afek een strategisch punt geweest op de internationale kustweg van Egypte naar Mesopotamië. Afek lag in de vlakte van Saron op een afstand van enkele kilometers van Jaffa. Op dit punt begon namelijk de trechtervormige wegbaan tussen de moerassen van de Yarkonrivier en de westelijke hellingen van de bergen van Samaria. Als een leger van het noorden naar het zuiden of  van het zuiden naar het noorden optrok, moest het altijd via deze weg marcheren. Afek was  achtereenvolgens  bezet geweest door Egypte, door de Filistijnen  en door Israël. En weet u wat zo interessant is ? Archeologen hebben van elk van die perioden vele artefacten  opgespoord via het dateren van koolstofresten  met behulp van de bekende C14-methode.  

Het was Herodes de Grote die van het kleine vissersplaatsje  een grote havenstad bouwde Hij noemde het naar de keizer (Caesarea) Je kunt nu onderwater de ruines van die havenvan Herodes bekijken sinds enige jaren Hiedr was in de tijd van Paulus de residentie van Felix de tribuun voor wie Paulus moest verschijnen

Het geeft je een schok van herkenning als je op een zuil de diep ingekerfde namen leest van keizer Tiberius en stadhoude Pontius Pilatus, die bij voorkeur in Caesarea woonde!!  Bij de naam Pontius Pilatus zijn de eerste twee letters wegevallen en heeft de naam, net als de naam Tiberius, de vierde naamval. Dus Pilatum en Tiberium

Het beroemde aquduct dat water van het Karmelgebergte bracht naar Caesarea aan Zee.

Aankomst (n Caesarea aan Zee

 In de loop van de middag komt Paulus (omringd door 70 ruiters) in Caesarea aan.

Zijn vrienden zijn hem achterna gereisd en mogen even met hem oplopen. Lucas is tot het einde van Paulus' leven b ij hem gebleven.We herkennen Lucas als een van hen. Op de kade van Caesarea heeft zich zojuist het  cohort Romeinse soldaten ontscheept. De felle zon blikkert op de 600 borstplaten.

De vele flitsende spiesen en blinkende schilden vormen een woud van licht. Galopperende Romeinse ruiters, hun rode helmpluimen wippend op de cadans van de paardenbenen, scheren rakelings langs Paulus en zijn reisgenoten ..

Vlak vóór de kazerne komen ze twee strijdwagens tegen die door vurige zwarte hengsten worden getrokken. De wielen ratelen over de bonkige keien.

 "Je kunt wel zien dat de Romeinen hier hun hoofdkwartier voor heel Palestina hebben." merkt Lucas op.

Tychicus gaat naast Paulus lopen en vraagt hem:"Was het hier niet dat Petrus zijn geloof in Jezus  als de Christus, de Zoon van de levende God beleed?" "Nee, dat was in Caesarea Filippi aan de voet van de Hermon en bij de bronnen van de Jordaan." antwoordt de apostel.

"We zijn nu in Caesarea Palestinae (Caesarea aan Zee) dat door Herodes de Grote gebouwd is rond een kleine nederzetting van Sidoniërs. Hier is de residentie van de Romeinse stadhouder Felix.Voor hem moet ik verschijnen (Hand. 23 : 24). 

Zullen we even langs zijn paleis lopen? We zijn er vlak bij". Als ze bij het paleis aankomen  wijst Paulus hem op het schitterende, in wit marmer opgetrokken bouwwerk:

"Hier woonde vroeger ook Pontius Pilatus".

Aristarchus kijkt verbaasd:"Maar Pontius Pilatus woonde toch in Jeruzalem?

Daar heeft hij toch Jezus aan de Joden uitgeleverd om Hem te laten kruisigen?""Nee, alleen tijdens de grote feesten woonde hij in Jeruzalem. 

En je weet dat Jezus vlak voor het Paasfeest is veroordeeld en gestorven.  Juist met het oog op het Joodse Pascha was hij  uit deze stad vertrokken om tijdens dit feest in Jeruzalem te zijn. Herodes Anrtipas woonde in Tiberias

Hij was erg bang voor relletjes. En daarom wilde hij  daar een oogje in het zeil houden". Paulus en zijn reisgenoten  keren met de soldaten die hem begeleidden weer terug  in de richting van de kazerne. Als spoedig zien ze de hoge wachttoren van de kazerne. Boven op deze toren ontwaren ze een  grote koperen adelaar blinkend in het zonlicht, zijn vlerken open, zijn kop manhaftig naar voren gestoken als teken van overwinning Ze lopen de kazerne voorbij en  bereiken  een groot plein, waar een enorme waterklok precies de tijd aangeeft. Ze zijn nu het centrum van Caesarea. Straks zal hij voor stadhouder Felix moeten verschijnen.