A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Ai (Et-Tell)


Ai (Et-Tell)

 

 

Jozua en het leger maakten zich gereed om tegen Ai ten strijde te trekken (Joz.8:3) 

(Zie ook Achor en Jericho/ban, Jericho/in Jezus tijd en Jericho/prehistorie)  

 

Et-tell, 3 km ten oosten van Betel wordt door archeologen beschouwd als het Bijbelse Ai.

 

 

 

Et-tell betekent in het Arabisch hetzelfde als het Hebreeuwse woord Ai, namelijk puinheuvel of puinhoop.

Die puinhoop kan nooit ontstaan zijn door de verovering van de Israëlieten.   In die tijd was Ai onbewoond.

Die verwoesting vond plaats ruim 1000 jaar voordat de Israëlieten het land Kanaän introkken.

 

Omstreeks 3000 v. Chr. was Ai een sterk gebouwde, goed verdedigbare stad. De akropolis en de vier stadspoorten zijn blootgelegd. Omstreeks 2850 v. Chr.is de stad verwoest en  platgebrand. De landbelofte.De verhalen in het boek Jozua moeten we mijns inziens lezen in heilshistorisch perspectief. Daarbij speelt de landbelofte een grote rol. Het stadje Ai lag in het Achordal.

 

 

 

Tell Jericho

 

 

 Als Jericho de poortwachter  van het Beloofde land is, is het Achordal de poort naar het Beloofde land. “Het Achordal maak ik tot een poort der hoop (Hos. 2:17)”.  Toen Israël Kanaän binnentrok werden Jericho en Ai veroverd en  volgens het boek Jozua door het vuur verwoest. De verhalen over  Jericho en Ai zijn bewust aan het begin van de teksten over de intocht geplaatst om duidelijk te maken dat Israël zich niet door eigen kracht een plaats in  het land verovert. Daarbij is gebruik gemaakt van oude overleveringen, die verbonden werden met markante punten in het landschap. Een directe historische basis hebben deze verhalen niet. Het gaat om een stuk verkondiging (Ed Noort). Ai betekent puinhoop. En de schrijver wil zeggen ‘Wanneer een stad zich verzet tegen JHWH wordt  ze inderdaad tot een puinhoop” (Joz.8:28).Ook Hasor in het noorden werd vernietigd. Dat waren de drie steden die een sleutelpositie innamen in het beloofde land dat Israël was toegezegd. Maar er  is geen sprake van dat Jozua een totale verwoesting van het land Kanaän beschrijft of dat Israël ineen bliksemoffensief heel Kanaän onder de voet heeft gelopen. Een soort heilige oorlog dus. Het boek Jozua schetst een  verovering op cruciale plaatsen in strategisch gelegen gebieden. Gods beloften aan de aartsvaders gaan in vervulling. God treft voorbereidingen voor zijn wonen onder mensen op aarde. Er zijn maar drie steden verwoest en verbrand, namelijk Jericho,(Jozua 6:24) en Ai (Jozua 8:19-21) in zuid-Kanaän en Hasor (Jozua 11:11) in het noorden. Over het noorden is de tekst helder: ‘Maar Jozua liet alleen Hasor verbranden; alle andere,nu nog bestaande steden werden door de Israëlieten niet verbrand (Jozua 11:13)”. Tal van gebieden in Kanaän werden niet veroverd. Maar de inwoners werden wel gedood. En de koning van Ai werd opgehangen aan een boom. Het lijk bleef de hele dag daar hangen.

Genocide? 

 Geen wonder dat velen vandaag zeggen: dat is genocide, volkerenmoord. En zou God daartoe bevel gegeven hebben? Het boek Jozua kan een gevaarlijk boek worden. Is het niet op alle scholen in Israël verplichte lectuur?  En is het niet gevaarlijk als de jongeren in Israël de Palestijnen zouden identificeren met de Kanaänieten? Het zijn vreselijke verhalen die ons beschreven worden, en toch… ondanks alles realiseert God zijn  heilsplannen. Je kunt wel zeggen, dat God zich aanpast aan de cultuur, en aan de gewoonten van die tijd, maar: “ je kunt misschien ook zeggen dat God zich meer aanpast dan ons lief is (Koert van Bekkum).In de tijd van David (9e eeuw v. Chr.)waren tal  van regio’s nog niet veroverd. Zoals het gebied dat de Filistijnen later innamen aan de zuidkust van Kanaän en ten noorden van Fenicië. Verder waren er stadstaten in Noord-en Midden Kanaän die niet werden veroverd, zoals Jeruzalem, Gezer, Megiddo en Betsan. Het boek Jozua bevat aanwijzingen dat de verovering van het land binnen enkele maanden beslist was. Er is dus geen maximale verovering en verwoesting van Kanaän geweest.

 

Probleem

 

Er is geen archeologisch materiaal  dat de verovering en de verwoesting  van Ai eenduidig met de Israëlieten in verband brengt. Zoals ik al schreef:Ai was al 1000 jaar verwoest voordat de Israëlieten het land binnentrokken. Maar dat betekent nog niet dat het verhaal van de verovering van deze stad uit de duim is gezogen. Er waren vroeger geleerden die zelfs beweerden dat Israël  op een vreedzame manier is geëmigreerd naar  Kanaän of die suggereren dat de Israëlieten volledig uit de Kanaänitische cultuur voortkwamen.

Nu is het natuurlijk dwaas om te beweren, dat de historiciteit van een Bijbelpassage pas waar kan zijn, als zij  vanuit de archeologie aangetoond kan worden.

Dat zou te veel eer zijn voor deze wetenschap.

Maar toch blijven er vragen.

Jozua mobiliseert volgens het verhaal in Jozua slechts 3000 man.

Wat gebeurt nu? Ai doet een uitval en verslaat het Israëlitische leger.

Wat blijkt nu de oorzaak te zijn dat Israël verliest? Er blijkt een ban in het leger te zijn en het was Israël verboden van het verbannene iets mee te nemen naar zijn tent (Zie Jericho/ban) Hoe kan nu het leger van Ai een uitval doen en Israël verslaan als die stad in Jozua’s tijd nog onbewoond was? Door Bijbelgeleerden zijn veel theorieën ontworpen. 

Dubbele bodem 

Nu heeft Koert van Bekkum onlangs (18 Maart 2010) in een proefschrift aannemelijk gemaakt dat Jozua 9-13 een dubbele bodem heeft. Het intochtverhaal in Jozua gaat volgens hem ook over het Davidische koningshuis. Het is namelijk opvallend dat de veroverde regio's en de niet veroverde regio's in Jozua precies samenvallen  met de veroverde en niet veroverde regio's in Davids tijd. Jozua beschrijft volgens hem de situatie van de diverse regio's vanuit zijn eigen tijd, dat is 4 eeuwen na de uittocht, eind 9e eeuw voor Christus. De Bijbelschrijver van het boek Jozua heeft volgens mij de geschiedenis  gebruikt en aangepast aan zijn visie dat God de overwinning heeft gegeven en dat hij met de verovering van Jericho en Ai zijn heilsplan realiseert. De meer definitieve vervulling van de landbelofte vindt plaats tijdens het koningschap van David en Salomo. Dat was vier eeuwen na de intocht. Nu kunnen we vanuit de archeologie wel het een en ander aannemelijk maken. Ik denk aan de volgende punten:Het land Kanaän was volgens het boek Jozua  een lappendeken van koninkrijkjes. Dat klopt.De verwoesting van Hazor in het noorden in de 13 eeuw kan hebben plaats gevonden door Israël Het is in die eeuw dat het  volk Israël Kanaän binnentrokVanaf 1300 voor Christus ontstonden opeens allerlei dorpjes in het heuvelland van Kanaän. Waar kwamen de bewoners vandaan? Dat is natuurlijk mogelijk door de immigratie  van de stammen  van Israël.In Jozua’s tijd waren Ai en Jericho niet bewoond. Maar wel in de tijd van Salomo? Ik weet het niet.

De bedoeling

De Bijbelschrijvers hebben niet de bedoeling gehad volgens modern wetenschappelijke criteria de geschiedenis te beschrijven.

Ze hebben volgens mij de geschiedenis gebruikt en zelfs aangepast aan hun diepste intenties: weer te geven dat de God van Israël  het volk bevrijd heeft uit Egypte en dat Hij het was die het volk in Kanaän bracht.

 Hij gaf de overwinning van Ai en Jericho.

Hij is het ook geweest die via het volk Israel een plek op aarde heeft gecreëerd, waar Hij zou willen wonen. En daarvoor moest alles wijken wat zijn verblijf onder mensen zou belemmeren.