A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Aarons graf op de berg Hor


Mozes liet Aäron zijn priesterkleed uittrekken en droeg Aärons zoon Eleazor op die aan te trekken.

 

Net als het graf van Mozes is het graf van Aaron onbekend

 

Beeld van de hogepriester met de efod. De twaalf edelstenen stellen voor de 12 stammen van Israël. Hij is het vóór-beeld Jezus, de Hogepriester van het Nieuwe Testament, die ook de zijnen op zijn hart draagt.

Het  borstschild (efod) van de hogepriester van dichterbij

Daar op de top van de berg Hor, stierf Aäron (Numeri 20:28)

Naast het graf hebben de moslims een moskee gebouwd met koepel. 

Binnen is het donker! Net als het graf van Mozes is het graf van Aäron onbekend gebleven! Zij zijn beiden wel gestorven, maar niet passé!!

We lezen in het Nieuwe Testament dat Michaël, de aartsengel met de duivel ruzie kreeg over het lichaam van Mozes (Judas vs 9)

Zou dit niet de reden zijn, dat de duivel zo graag gezien had dat Aäron een publieke begrafenis kreeg? Hij wilde Mozes gehéél weg hebben.

Dood èn begraven. Iemand wiens graf je kunt bezoeken is immers ook mond-dood!!

Er is geen probater middel om profeten tot zwijgen te brengen dan te zorgen dat je hun grafstede kunt aanwijzen!

Daarom sprak Jezus het wee uit over hen die de grafsteden van de profeten bouwden als gedenktekenen (Matth. 23:29).

De Heilige Geest zorgt er wel voor dat de stem van de profeten nog steeds gehoord kan worden!

Aan het eind van de vallei waarin Petra ligt, kun je een ezel huren en de berg van Aäron opgaan. Na een klim van 2,5 uur over smalle en steile bergpaden is daar de top met een mooi uitzicht.

Op deze top bevindt zich het Aäronsgraf en een witte koepel. Hier zou Aäron overleden zijn. De berg Hor ligt op de grens van het vroegere gebied van Edom.

Dit is de woestijn van Zin. Hier ergens moet het graf van Aäron liggen.

Die periode beschreven in Exodus 32, staat te boek als de meest ontluisterende uit Aäron's leven. Vermeld wordt dat Aäron het volk de vrije teugel had gegeven en hun toestond een afgod te aanbidden.

De Israëlieten meenden namelijk al gauw dat Mozes niet meer terug zou komen en drongen er bij Aäron op aan dat hij voor hen goden zou maken om hen verder te leiden.

Het verhaal vermeldt geen enkele vorm van protest van Aäron.

Na omsmelting van alle oorringen die de mensen hem gaven maakte hij toen een gouden kalf, wat het volk aanbad als zijnde de god die hen uit Egypte had bevrijd.

Toen Mozes van de berg was afgedaald en dit zag sloeg hij uit woede de twee stenen 'tafelen' met de ingegraveerde Tien geboden stuk. Hij vernielde ook het beeld dat het volk gemaakt had.

En toch wordt de Aäronietische priesterzegen uit

Numeri 6 : 24-26 nog steeds gebruikt!