A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Assyrie (3) Israel


Assyrië/Israël 

 

Mesopotamie.

Paleis koning Assurnasirpal te Nimrod

Wee de bloedstad, een en al leugen,Vol oorlogsbuit, het roven houdt niet op,Hoor!Knallende zwepen!Hoor! Daverende wielen! (Nahum 3) (Zie ook Assyrië/Tijdtafel) 

Van Groot-Nineve is niets meer over dan een ruine

Prachtige taal!

De profeet Nahum noemt hier Ninevé  (de toenmalige hoofdstad van Assyrië) een bloedstad! Nahum leefde ongeveer in 650 v. Chr. en de profetiën van Nahum over het Gods oordeel over de bloedstad  zijn voltrokken in 614 toen Ninevé door de Meden  werd verwoest. Iedereen heeft van Ninevé gehoord, maar de eerste hoofdstad van Oud-Assyrië was Assur.

Assur

Tijdtafel

 

  1900 Oud-Assyrisch rijk met als basis Assur

883-859 Assurnasirpal  II verplaatst hoofdstad van Assur naar Nimrod

859-824 Salmanassar III

853 Slag van Qarqar Assyrise tot staan gebracht

745-727 Tiglat PileserIII sticht Nieuw Assyrisch Rijk

722 Val van Samaria. Israel in ballingschap naar Assyrie

721 Sargon II verplaatst hoofdstad naar Chorsabad

705-680 Sanherib verplaatst hoofdstad van Chorsabad naar Nineve

701 Assyrische inval in Juda, plundering van Lachis

689 Sanherib verwoest Babylon

680-669 Koning Esarhaddon

671Assyrie verovert Egypte614Meden veroveren Assur

612Babylon en Meden verwoesten Nineve

=========================================  

 Het kreeg zijn naam van de god Assur, oppergod van de Assyrische godenwereld, waaraan de Assyriërs op hun beurt hun naam ontleenden.  In de Bijbel wordt Assyrië vaak Assur genoemd. Strategisch  gezien lag Assur eigenlijk verkeerd om hoofdstad te zijn. Het lag aan de zuidelijke rand van de voornaamste bevolkingscentra. Het land dat  voor bevloeiïng in aanmerking kwam was ook heel beperkt. Daarom verplaatste de agressieve  koning Assurnasirpal de hoofdstad van Assyrië   noordwaarts naar de stad  Nimrod, die in de Bijbel Kalach genoemd wordt.

Nimrod

 Die plaats ligt 30 km ten zuiden van Nineve.  We komen Assyrië op heftige wijze in de Bijbel tegen; in het Tienstammenrijk van Israël met Samaria als hoofdstad en in het Tweestammenrijk van Juda met Jeruzalem als hoofdstad. In de Bijbel lopen de geschiedenissen van deze twee rijken door elkaar heen. Dat is erg lastig om enig inzicht te krijgen. Daarom haal ik ze hier uit elkaar. Hier beperk ik me eerst tot de invloed van Assyrië in het Tienstammenrijk. In dat rijk was  bijvoorbeeld Achab koning in Samaria.

Bij Assyrië/ Juda komt de invloed van Assyrië in Juda ter sprake. Een beruchte Assyrioloog was Karl Delitzsch, (zie bij Babel en Bijbel). Hij  was onder de indruk van de bevolkingspolitiek van de Assyrische koningen en legde daardoor mede de basis voor de Jodenvervolging,

Bijbelse namen

 

Koning Jehu van Israel knielt voor de Assyrische koning en brengt schatten van goud en zilver. Hij wordt dan weliswaar schatplichtig, maar zijn land wordt niet bezet.

Deputatie van Joden  in opdracht koning Jehu op bezoek bij de koning van Assyrie. De joden hebben typische Syrische mutsen, dragen lange baarden en bieden gouden staven aan als schatting

Joodse inwoners van Lachis worden in ballingschap gevoerd

 

In Ninevé hebben archeologen inscripties opgedolven die verschillende namen noemen die in de  Bijbel al bekend zijn: Omri, Achab en Jehu bijvoorbeeld.

Tot de beroemdste vondsten in Kalach (nu Nimrod genoemd) behoren het paleis van Assurnasirpal II en de zwarte obelisk van Salmanassar III waarop vermeld wordt de schatting van Jehu, de ‘zoon van Omri’.

Hier hebben we dus ook een duidelijk aanknopingspunt met Israël.

Nimrod lag aan de Tigris en kon een belangrijke handelsroute beheersen. 

Het was het begin van onheilspellende tijden voor Israël. Door de hele tiende eeuw (tijd van David en Salomo) was de macht van Assyrië op een dieptepunt gekomen.  Daarom waren David en Salomo in staat geweest om in vrede te leven in hun eigen kleine rijkjes, zonder al te veel overlast van de supermachten Egypte en Mesopotamië.

Tot grote  verrassing van  Israel werden in India in 2008 nog tientallen nazaten ontdekt van de stam Manasse. De Bnei Menasje kinderen Manasse noemden zij zich Ze worden met groot enthousiasme welkom geheten door rabbijn Amar in Israel. De groep had eeuwen lang de Joodse rituelen in stand gehouden. Hoe is het mogelijk!

 Het verschil zou zijn dat de Assyriërs hun wrede daden vastlegden tot in de bloederigste  details. Nu had Assurnasirpals  veldtocht door Syrië naar de Libanon nog geen onmiddellijk gevolg voor Israël waar Omri op de troon zat (876-69 v. Chr.) Maar genoemde Assurnasirpals zoon   en opvolger Salmanassar III (1859-1824 v, Chr,.)had veel grotere ambities. Omstreeks 853 v.Chr. deed Assurnasipals zoon Salmanassar weer een tocht naar het westen. Maar nu beseften koning Achab van Israël en koning Ben-Hadad van Damascus dat hun landen onder de voet dreigden gelopen te worden. Volgens de Assyrische koning vormden Israël en Damascus, Achab en Ben Hadad, een coalitie. Ben Hadad was de grootste van de Aramese koningen en aartsvijand van Israël. Ze legden hun veten bij en sloten een coalitie tegen Assyrië. In de Bijbel wordt deze episode niet vermeld, maar Achab deed, volgens Salmanassar  mee met 2.000 wagens en 10.soldaten te voet. Salmanassar moet tot staan gebracht zijn in de slag van Qarqar, want de Assyrische legers trokken zich tijdelijk terug. Israël was veilig, maar niet voor lang.

 In 841v.Chr. (het jaar nadat Jehu de troon had ingenomen na zijn bloedige afrekening met Izebel en het huis van Omri), hield Salmanassar opnieuw huis in Syrië. Zijn inscripties zeggen dat hij ontelbare steden verwoestte, en ‘schatting’ vorderde  van Tyrus en Sidon en ‘Jehu’ uit het huis van Omri. Schatting betalen deden alleen de vazalvorsten. Het volk werd niet gedeporteerd, maar de koning moest een smak geld betalen. De beroemde zwarte obelisk van Salmanassar toont Jehu kruiperig knielend als eerbetoon voor de  Assyrische koning. Het is het enige portret dat we van een Israëlische koning hebben, zij het in nogal vernederende omstandigheden. In dit geval was Salmanassar tevreden met het in ontvangst nemen van de schatting. Hij ging terug naar Nimrod en de volgende honderd jaar wijdden de Assyriërs zich aan veldtochten elders en vielen ze Israël amper lastig.

Tiglat Pileser

Maar in het midden van de achtste eeuw kwamen de Assyriërs terug onder de geduchte koning Tiglatpileser III, in de bijbel bekend als “Pul”.Omdat Juda zich onder Assyrische bescherming had geplaatst mocht het zelfstandig blijven tegen de prijs van een enorme schatting, waarvoor koning Achaz de tempel plunderde. Maar Israël had zelfs nu de les niet geleerd. Zo gauw Tiglatpileser stierf in 727v. Chr. probeerde koning Hosea (vazalvorst van Assyrië) een opstand. Tiglat Pilesers opvolger, zijn zoon Salmanassar  beantwoordde die met een inval in Israël. Hosea verscheen voor hem om vrede te sluiten, maar werd gevangen genomen.

Belegering Samaria

 De stad Samaria weigerde zich echter over te geven en Salmanassar belegerde haar. Meer dan twee martelende jaren lang hield de stad het vol tot zij in de herfst van 722 viel.(zie 2 Kon. 17) De laatste koning van Israël, Hosea, liet Salmanassar in boeien slaan en Israël werd  verdeeld in drie Assyrische provincies. Grote aantallen inwoners werden gedeporteerd naar andere delen van het Assyrische rijk. Vreemdelingen werden in Samaria gehuisvest in de plaats van de ontvoerde bevolking. Daaruit zijn de Samaritanen ontstaan,  met wie Jezus ook veel gesproken heeft. Bekend is zijn fgeslprek met de Samaritaanse vrouw (Joh. 4) De Joodse invloed bij deze gemengde bevolking bleef groot. De Samaritanen namen de vijf boeken van Mozes over.