A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Altaar/ Algemeen


Als je voor mij een stenen altaar wilt bouwen gebruik dan geen gehouwen stenen want door de stenen met een beitel te bewerken ontwijd je ze en breng geen treden aan (Ex. 20:25)

zie ook de zes gespecificeerde bestanden! Altaren 1,2,3,4,5 en 6

In de Statenvertaling las je wel eens van de Kanaaänieten dat zij “rookten op de hoogten” Vaak stonden er altaren op heuveltoppen en andere hooggelegen punten waar de Kanaänieten offers brachten. De ‘hoogte’ die hier is afgebeeld, heeft een trap en was in gebruik in het derde millennium voor Christus.

Ze deed  dienst in de cultus voor Baäl en Astarte, lang voordat de Israëlieten het land veroverden.

In zekere zin is een altaar ook een bijbelse plaats.

De altaren die in de bijbel genoemd worden waren doorgaans voor heidenen en Israëlieten, plaatsen waar brandoffers gebracht  werden.

Wierook voor keizer

In iedere stad van het Romeinse wereldrijk bevond zich een altaar met het opschrift “Caesar is heer”.Op dat altaar moesten alle onderdanen wierook offeren tot meerdere eer en glorie van de keizer. De christenen beleden niet “Caesar is Heer” maar “Jezus is Heer”

Er zijn ook altaren opgericht als een soort monumenten, steunpunten voor het geheugen..Zo b.v. in Jozua 22: 26,27) Dat zijn uitzonderlingen.

De mensen hebben van de vroegste tijden af altaren gebouwd want  religie is in de mens ingebakken. De Kanaänieten bouwden altaren met schitterend bewerkte en gehouwen stenen en de Grieken versierden hun altaren met marmer en goud. God de HEER wilde daarentegen dat een altaar niet méér zou zijn dan een stapel stenen of een hoop aarde.

 En er mocht zeker geen rijkversierde trap naar toe leiden. De altaren van het volk Israël in tabernakel en tempel waren uiterst simpel! Ze waren  bedoeld als illustraties van het offer dat de Messias zou brengen op de heuvel Golgota.

Daar kwamen ook geen versieringen aan te pas.Het kruis was kaal De plek van de verzoening hoeft geen opsmuk of kunstige versiering.

Zeusaltaar te Pergamon in het Pergamonmuseum in Berlijn.(Zie bij Pergamum) de treden  die naar dit altaar leiden zijn nog steeds te zien op de akropolis.

Altaren van Israël waren erg simpel!

“Nee, dán de altaren van de Kanaänieten! Daar is een steenhouwer wel een paar weken mee bezig geweest. De gestileerde rotsblokken passen netjes in elkaar en betekenisvolle figuren zijn in de steen uitgebeiteld.

De plek is extra opgehoogd en een trap leidt plechtig naar boven. Het is eigenlijk geen reclame  oor Jahweh, die onbehouwen stenen van Israël.  Toch wil Hij het zo!

Het altaar in de tabernakel is niet van steen, want het moet vervoerbaar zijn. Het is een houten bak met een raster eromheen en een bronzen hoorn op elke hoek.

Het hout zelf is bekleed met koperen platen -  maar zonder enig sierwerk. Die koperen platen zijn niet bedoeld ter versiering, maar ter waarschuwing.

Waarschuwend koper, dat is alles Dat past bij de ernst van de verzoening.

Als daar een leeggebloed dier door het vuur van Gods toorn gaat, dan mag ons oog niet gestreeld worden door sierrandjes.

Dood door schuld verdraagt geen bloemmotieven.

Onze offers zijn immers geen fraai verpakte cadeaus aan God, maar symbolen van schuld en verzoening: “Ik heb jullie het bloed gegeven om er op het altaar de verzoeningsrite mee te voltrekken” zegt God.

 En dus is de enige versiering aan de zijkant van een altaar: de  donkere spetters  van gesprenkeld bloed In heel veel kerken hangt een simpel kruis aan de muur. Het is kaal. Het kruis  verdraagt geen bloemenkrans

Offeren

 De offergedachte is oeroud. En of de koning zich nu offert voor zijn volk, of de vader voor zijn zoon offert, of dat men slaven of krijgsgevangenen aan de godheid aanbiedt, altijd is het zo dat de geofferde zich offert of geofferd wordt in plaats van de ander. Met andere woorden: offers zijn altijd plaatsvervangend. In oude tijden werden mensenoffers en zelfs kinderoffers  bracht aan Moloch .Daarna is het dier in de plaats van de mens gekomen en de mens bevrijdt zich door het offeren van een stier of een lam. Dat is een oerreligieus gegeven. Daarom hebben alle godsdiensten ook altaren, waarop geofferd  wordt. Alle godsdiensten gaan er van uit dat vrijheid alleen verkregen wordt door het offer, in welke vorm dan ook. De .prijs van de vrijheid is het offeren van de vrijheid. Zo wordt ook de dood van Jezus aan het kruis in deze beelden geschilderd: offer. lam, vloeiend bloed. Voor de antieke mens was het bloed  hét cultische teken van reiniging en bevrijding. Als het Nieuwe Testament dus zegt, dat wij gereinigd zijn door het bloed van Christus, dan moeten wij goed weten wat dit betekent. Zoals een lam in een antieke tempel geofferd werd voor het heil van mensen, zo sterf ik voor jullie. Jullie kunnen nu voor het aangezicht van God verschijnen zonder dat je bang hoeft te zijn. Zonder de angstige gedachte dat Hij jouw leven zal eisen ter verzoening van je zonden