A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Amman hoofdstad Jordanie. In bijbel: Rabba


Een bird's eye view van Amman  In de bijbel heet de plaats Rabbat-Ammon. Op dit kaartje zie je ook duidelijk waar de Ammonieten, de Moabieten, de Edomieten, de Amalekieten en de Filistijnen  vroeger woonden.

Diepe kloof bij Petra ten zuiden van Amman

Dekapolis ten noorden van Amman

Amman is de hoofdstad van Jordanië.

 In ruim vijftig jaar is het aantal inwoners verzestigvoudigd van 25. 000 naar zo'n anderhalf miljoen.

De stichting van de staat Israël, de zesdaagse oorlog van 1967 en andere gebeurtenissen brachten steeds nieuwe stromen Palestijnen naar de stad.

 Rabba

In de bijbel heet de stad Rabba Amman. De plaats van de hoog gelegen citadel in het centrum van de stad zal zonder twijfel ook de plek geweest zijn, die het leger van koning David heeft  bestormd.

De naam Amman herinnert ons aan de Ammonieten, die hier woonden. Ooit voerde koning David oorlog tegen de Ammonieten.

 Dat kwam zo.  Toen de koning van de Ammonieten was gestorven, stuurde David  afgezanten naar zijn zoon om hem zijn deelneming te betuigen (2 Sam. 10).

De adviseurs van de koning waren heel gemeen en zeiden tegen de koning van de Ammonieten: Die afgezanten zijn natuurlijk spionnen die de stad moeten verkennen om hem in te nemen.

 Daarop liet de koning Davids afgezanten oppakken.  Hij liet één kant van hun baard afscheren en de onderkant van hun kleren afscheuren, tot op hun achterste en stuurde ze zo weg.

Dat was de directe aanleiding voor het eerste treffen tussen de legers van David en de koning van Amman, dat toen nog heel kort Rabba heette (2 Sam.  11:2)

Het jaar daarop – het was voorjaar – stuurde David er opnieuw een leger erop uit om Amman te veroveren.

Op een keer stond hij aan het eind van de middag op van zijn rustbed en liep wat heen en weer over het dak van het paleis.  Beneden zag hij een vrouw die aan het baden was. 

Ze was heel mooi om te zien. Het bleek een zekere Batseba te zijn, de vrouw van Uria. David gaf vervolgens opdracht aan de opperbevelhebber Joab: Stel Uria op waar het hevigst wordt gevochten en geef hem geen rugdekking, opdat hij wordt getroffen en sneuvelt (2 Sam. 11:15).

  David trouwde later met Batseba en hij kreeg een zoon die hij Salomo noemde.

David heeft later de stad Amman ingenomen. Hij heeft hier behoorlijk huisgehouden.

Hij heeft de stad leeggeplunderd en de inwoners te werk gesteld in steengroeven en steenbakkerijen (2 Sam. 12).