A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Appartementen in Rome


 

 

 

Nagebouwde insula in Ostia

Een domus met vestibulum met atrium en opvang voor regenwater

Hierbov en nog eens een domus, dat voor de rijken bestemd was. Hieronder de simpele appartementen

De insulae waren uiterst eenvoudig. Geen glas in vensters, geen verwarming en geen sanitair. Alle menselijke afval producten werden het raam uitgeworpen.Het stonk en tochtte er altijd

 

 

Nu steeds meer mensen in een appartement wonen,, vraag ik me wel eens af hoe al die christenen -wier namen Paulus vermeldt in Rom.16 -  gehuisvest  waren.  Het is mij gebleken dat zij ook in appartementen woonden. Die zagen er echter heel anders uit. We weten dat bijna alle christenen uit de eerste eeuw in steden woonden .De stad Rome telde in de eerste eeuw  een miljoen inwoners, een aantal dat pas 2000 jaar later  ook de stad Londen zou halen.  Ook de christenen uit de zeven  Klein-Aziatische gemeenten woonden in steden. Het christelijk geloof heeft zich ook niet  via het platteland, maar via de steden verspreid. En juist in de steden werden  appartementen gebouwd.  

Domus en insulae

 

De twee belangrijkste  ontwerpen van woonhuizen in het Romeinse rijk worden meestal domus en insulae genoemd. Domus was de naam voor het woonhuis van rijken en keizers. Nero bezat een domus  aurea, een  gouden woning. De domus  was  een villa met een of twee   verdiepingen. De insula was een appartementenblok  met winkels aan de straatkant en woonkamers op meerdere verdiepingen  Een insula lag tussen vier kruispunten van wegen in. Het waren eigenlijk konijnenhokken in het groot.

  

Dpmus

  

 De domus was toegankelijk vanaf de straat door een dubbele deur. In de buitenmuren waren zeer weinig vensters in  verband met de veiligheid. Glas werd zeer spaarzaam gebruikt en vensters zouden daarom grote  gaten in de muur zijn waardoor dieven gemakkelijk konden binnenkomen. Na het passeren van de deur kwam men in een nauwe gang, die vestibulum heet. De deur werd gesloten bij zonsondergang en weer geopend bij zonsopgang. Overdag stond de deeur dus altijd open, maar ‘s nachts ging hij dicht. Hierdoor was het vestibulum toegankelijk voor iedereen. Daarom zat in deze ruimte meestal een huisslaaf die de bezoekers in de gatten hield. Vanuit de vestibulum had de bezoeker uitzicht op het midden  van het huis, het atrium. Het atrium had meestal een vijver, waarin het regenwater werd opgevangen. De binnenmuren waren versierd met fraaie taferelen uit de Griekse mythologie. Onder de vroege christenen bevonden zich weinig rijken.. Daarom moeten we de christenen in het Romeinse rijk van wie Paulus spreekt, niet zoeken in een domus, maar in een appartementencomplex,

 

Insulae

Tal van Romeinen woonden op straat, in grotten of tussen de graven. De meeste mensen woonden in insulae. We  kunnen ons niet voorstellen hoe pover en gebrekkig die woonhuizen waren. Allereerst was er geen enkele verwarming. Het was er in de winter altijd koud en het tochtte vreselijk door de open ramen. Sommige bewoners staken daarom vaak het kolenbekken aan in de gemeenschappelijke ruimten Vreselijk was de stank in die appartementen. Er waren geen sanitaire voorzieningen en overal in de appartementen kwam je de pispotten en pooepemmers  tegen. Die ledigde men op straat via het open raam.  Met uitzondering van enkele hoofdstraten  waren de straten hoogstens 3 meter breed.  Vele straten waren nog  smaller. Twee voertuigen konden elkaar niet passeren. De voerman van een wagentje die daar reed,  kreeg vaak de hele inhoud van de emmers over zich heen.

Woonhuis Gajus

 

De meeste christenen woonden dus in vuile en stinkende appartementen.

Een uitzondering is wellicht Gajus in Korinte die zo’n groot huis bezat, dat de hele gemeente daarin kon samenkomen (Rom 16:23). Insulae waren  vreselijk ongezellige, tochtige en stinkende huurkazernes.  Vaak leefden drie generaties met neven en tantes in z’n appartement.  In zo’n trieste leefruimte leefde ook Rufus met zijn bejaarde moeder ((Rom. 16 :13). Paulus moet dat appartement van Rufus vaak bezocht hebben, want hij schreef dat zijn moeder ook voor hem als een moeder   geweest is. En hoe woonden en  leefden Prisca en Aquila ?Met vele duizenden bewoners van het Romeinse rijk waren zij naar Rome gekomen om een bestaan op te bouwen. Zij woonden zonder twijfel  ook  in een insula.  Daar was  ook zijn bedrijfje en met vele andere ambachtslui verkocht hij zijn producten in de tabernae aan de voorkant van het wooncomplex. De mensen woonden heel dicht op elkaar en hadden nauw contact met de buren. Zo kon het christelijk geloof zich gemakkelijk verspreiden.

Huisgemeenten

 

Handelingen 18 : 7 vertelt over het huis van Titius Justus, waar Paulus verbleef in  Korinte. Wetenschappers zijn van mening dat deze man ook bekend stond als Gajus en dat dit dezelfde Gajus is die genoemd wordt in Rom. 16: 23. ’Gajus, die mijn gastheer is  die zijn huis voor de hele gemeente openstelt, laat u groeten’. Als vroege gelovige speelde hij een belangrijke  rol in de ontwikkeling van de kerk in de stad Korinte. Niet in het minst omdat hij een huis bezat dat groot genoeg was om een grote groep mensen te herbergen.