A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Bijbelse geloofwaardigheid


De geloofwaardigheid van de Bijbel

 

Sommige mensen hebben moeite met de geloofwaardigheid van de Bijbel. Het gaat geloof ik over drie vragen:

 

Is de Bijbel letterlijk-historisch geloofwaardig?

Is de Bijbel moreel geloofwaardig?

Is de Bijbel natuurwetenschappelijk geloofwaardig?

Ze is in ieder geval principieel geloofwaardig als het Woord van God. God is zelf aanspreekbaar, maar Hij spreekt ons ook aan. Daarvoor gebruikt Hij mensen.

De metaforische, overdrachtelijke structuur is essentieel  in ons taalgebruik, in ons denken en ook in de Bijbel. Ook God openbaart zich dikwijls in een overdrachtelijke stijl. In de Bijbel wordt gesproken van Gods ogen, Gods mond, Gods arm, Gods hand enz. Niemand zal nu nog willen beweren  dat we die organen en zintuigen letterlijk moeten opvatten.  God is een Geest. Maar God gaat als het ware op zijn hurken zitten om ons aan te spreken. Hij past zich aan aan wat wij kunnen begrijpen. Calvijn schreef eens dat Hij daarvoor soms brabbeltaal gebruikt. Hij wil verstaan worden. (Zie ook bij ONDERWERPEN/  Aanpassing).In de Bijbel staat ook dat uit het hart alle uitgangen van het leven komen. Maar de cardioloog kan met deze uitspraak niets beginnen. Het mensvormige spreken over God wordt algemeen aanvaard.

 

Sprekende slang?

 

Vroeger zei men: de sprekende slang in het paradijs heeft zintuiglijk waarneembaar gesproken. Je moet dat natuurlijk letterlik opvatten. Maar daarmee gingen we onze werkelijkheidsbeleving toepassen op de Bijbel. Voor de Israëliet was de slang vertegenwoordiger van de macht van het kwaad en niet een dier uit de dierentuin of het oerwoud. De afbeelding op het voorhoofd van het hoofd van de farao was de kop van de cobraslang. Als Mozes geroepen wordt het volk Israël uit Egypte te leiden, moet de herdersstaf van Mozes het opnemen tegen de slang van de Egypte. De profetie tegen de magie. Het Woord tegen de tovenaars en waarzeggers

Voor de heidense waarzeggers was de slang in de kloof van het orakel de mond van de geest van de Overzijde. Als de  vorsten om advies kwamen bij het orakel, zei de priester: de slang heeft gesproken en dit is zijn advies. In Genesis wordt de slang van het orakel de grote verleider, de geest uit de afgrond.

 

Andere belevingswereld

 

Als we aan de Bijbel de eis stellen dat hij ‘letterlijk-historisch’ geloofwaardig moet zijn. gaan we uit van onze westerse waarheidsbeleving. Daarbij zoeken we naar een objectief beeld wat feitelijk heeft plaats gevonden. De werkelijkheidsbeleving van de Israëliet is niet theoretisch-analytisch. Men is niet zo zeer geïnteresseerd in een precieze objectieve weergave van de feiten, maar in een weergave van de betekenis van de feiten voor het eigen leven! Voor de Israëliet was het verleden ook geen echt verleden, geen “Vergangenheit” zoals de Duitsers het zo mooi kunnen zeggen. Het verleden was niet ‘vergaan’ helemaal verdwenen, maar nog steeds actueel. Christus’ opstanding is voor ons daarom ook geen ‘Vergangenheit’, maar enige zekerheid voor een geweldig heerlijke toekomst over de harde randen van het graf heen.

 

 Bij Avondmaal

 

  

Vanuit onze moderne werkelijkheidsbeleving, die vooral bepaald is door de natuurwetenschap kunnen we óók geen avondmaal meer vieren. Wat is namelijk het geval? Brood en wijn behoren tot de fysisch waarneembare werkelijkheid. Wij moderne mensen zijn vergeten dat er ook nog een andere werkelijkheid en werkelijkheidsbeleving bestaan. Een werkelijkheid van een andere orde. Een geestelijke werkelijkheid. Vanuit die werkelijkheid is Christus aanwezig in het avondmaal. De voorganger die de inzettingswoorden uitspreekt, laat Jezus woorden zoals die in het Nieuwe Testament zijn overgeleverd, opnieuw klinken.

Jezus aanwezigheid

Zijn nemen, zegenen en uitdelen van brood en beker maken opnieuw zichtbaar wat Jezus deed in het laatste paasmaal. Door deze specifieke elementen, woorden en handelingen kan de Opgestane in de viering van het avondmaal een concreet en persoonlijk tegenover worden! Om het mysterie van Christus’ aanwezigheid te duiden hebben we geen vreemde woorden nodig zoals Rome (transsubstiantie) of Luther gebruikte (consubstantiatie). Hij is aanwezig met een geestelijke presentie waarbij brood en wijn in overdrachtelijke zin gebruikt zijn.

 

 

 

Mythen in de Bijbel?

 

In het Hebreeuwse denken worden ook mythologische motieven gebruikt. Wat zijn dan bijvoorbeeld die motieven? Je kunt bijvoorbeeld denken aan de natuurverschijnselen. Die worden ervaren als bezielde machten. Bijvoorbeeld de dood en de watervloed, ze waren persoonlijke machten die het leven bedreigden. De discipelen waren niet voor niets zo vreselijk bang tijdens die storm op het meer van Galilea. En ze waren wel wat gewend. De naam van die machten werd overgedragen op het water. ‘En de zee was niet meer’  lezen we in het boek Openbaring

In de tekst Ruiter op het witte paard (Openb. 6) hebben we zelfs drie metaforen in één klein zinnetje. (Zie bij Ruiter op het witte paard) 

Volksverhalen

 

In de Bijbel komen ook volksverhalen voor waarmee het volk zich identificeert. Dat volksverhaal is niet de privé-geschiedenis van een belangrijk persoon, maar de weergave van wat een volk als  “corporate personlity” heeft ervaren. God de HEER verlost, maar Hij doet dit op een manier die wij niet verwachten of voor mogelijk houden. Het Bijbelse waarheidsbesef is niet geconcentreerd op de vraag of iets formeel juist is of niet, maar op de betrouwbaarheid van de tekst. Ze waren wel waar, omdat ze een illustratie waren van het feit dat God Israel op een wonderlijke manier telkens weer verloste. Maar een theologie die principieel uitgaat van de idee:Wel waar, maar niet echt gebeurd, gaat totaal voorbij aan het historisch karakter van Gods heilsgeschiedenis en onthooft de Schriften en vermoordt de tekst.

 

Metafoor

 

De metafoor behoort toch wel  tot de grondstructuur van Gods openbaring. God bedient zich in zijn openbaring van een overdrachtelijk spreken. Hij onthult zich en verhult zich. Hij is een Vader, een Bondgenoot, een Herder.

God acht zich niet te hoog zich in menselijke voorstellingen uit te drukken.

De tempel  van Salomo had heel  veel weg van de tempels in Thebe. Ik was er in Egypte telkens weer van onder de indruk. Ook daar waren er drie ruimten van voorhof,  heilige en het heilige der heiligen. Maar in de tempel van Jeruzalem stond geen beeld. God zou immers zelf voor een levend  beeld zorgen in een levend mens:Jezus Christus. Hoe moeten we dan oordelen over een Bijbels getuigenis waarin allerlei voorstellingswijzen en denkbeelden gebruikt worden die uit een andere religieus-culturele context stammen? Gods openbaring is onlosmakelijk verbonden met cultureel bepaalde denkwijzen.

P.S. Ik heb een dankbaar gebruik gemaakt van de studie van Dr.B. Loonstra :De geloofwaardigheid van de bijbel”. De schrijver is predikant in de Christelijke Gereformeerde Kerken.