A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Egyptische religie


Egyptische religie

 

In het Rijksmuseum voor Oudheden in Leiden bezocht ik onlangs de expositie Egyptische magie. Als je een paar keer in het Egyptisch museum in Caïro geweest bent, valt het je op hoe klein dit museum is. Op de vierde etage  was er een expositie over de Egyptische magie

Amulet met afbeelding van het oog. Men geloofde dat de demonen via het oog naar binnen kwamen. Daarom had je altijd dit amulet nodig. Bovendien werden de ogen altijd zwart opgemaakt met lange wimpers om ze te beschermen tegen boze geesten.Helemaal gek was dit nog niet, want de zon was zeer fel en beschadigde vaak de ogen.

 Op de tweede ging het om het Oude Nabije Oosten. Daar was veel te zien over de Assyrische koningen die zich ‘koningen van de wereld’ noemden. en op de derde etage was wat te zien over de Romeinen, zoals bijvoorbeeld een heuse mijlpaal met zeker 40 cm in doorsnee.De magische religie van de Egyptenaren zien we in onze tijd weer  terugkeren. Mediums als Char en Derek Ogilvie zijn bijna dagelijks op de televisie te zien. Begrip voor de wereld van de toverkunsten komen we ook tegen in het recente boek van  Henk Vreekamp  “De tovenaar en de dominee” .Vele bewoners van de Veluwe leefden volgens hem in een ‘magisch universum’. Het was een andere wereld dan de wereld van de kerk midden in het dorp.  Ze hadden bijzondere ervaringen waarvan de kerk niets begreep en hen daarom in de kou liet staan. Was het magie of waren het ‘paranormale’ gaven? 

Dieren waren in Egypte heilig. Ook de krokodil was heilig.We hebben wel eens een heel griezelige plek gezien waar honderden gemummificeerde krokodillen waren opgeslagen. HIer zien we een nijlpaard.Je had hem nodig in het hiernamaals, want nijlwater had je dan ook nodig, maar hij moest in het dodenrijk niet op je gaan liggen. Daarom sneden ze alle tenen af zoals je kunt zien in het museum zo kon hij niet rondscharrelen!!

Magie

In ieder geval zien velen  magie vandaag weer als een goed communicatiemiddel tussen  mensen, goden en doden. Magie speelde een grote rol in de religie van de Egyptenaar. Hij geloofde in de absolute macht van de goden over hemel en aarde. Het enige middel waarmee mensen hun eigen lot konden beïnvloeden was de magie. De Egyptenaren gebruikten een hele scala aan toverspreuken, magische rituelen, afbeeldingen en amuletten.  

 

De farao had in het hiernamaals ook soldaten nodig. De hogepriester kon met zijn toverspreuken hen weer tot leven wekken.

 

In het museum kun je ook zien hoe je beschermd kon worden. Osiris het ‘opperhoofd’ van het dodenrijk heeft  voor zich staan het beeld van zijn zoon Horus en voor hem zien we het beeld  van Bes.  Bes is een halfgod of beschermgeest, afgebeeld als een misvormde stater, vaak met uitgestoken tong, lachend of grotesk gapend. Hiermee moet hij de mensen geruststellen en boze geesten, slangen en krokodillen afschrikken. Met dit prachtige beeld voelde men zich drievoudig beveiligd: Osiris, Horus en Bes. Ook na de dood speelden magische rituelen en grafgiften een belangrijke rol.

Het laatste oordeel. Het hart dat niet uit het lichaam verwijderd mocht worden zoals de darmen en de hersenen, moest gewogen worden in het oordeel. Op de ene schaal werd het hart gelegd en op de andere schaal een veer. Was het hart zwaarder dan werd je te licht bevonden en door het monster dat naast de weegschaal staat, verslonden

Angst voor het onbekende

 Je voelt hier zo duidelijk het levensgevoel van het oude Egypte. Je proeft dat de Egyptenaren zich voortdurend bedreigd voelden. Ze moeten wel een grote angst gekend hebben. Angst voor de goden, angst voor de dood en angst voor het onbekende.  Het enige dat vertrouwd was, was de geordende  Egyptische samenleving  langs de Nijl (de ma’at).

 

 

Mummificatie was nodig. Zo alleen kon het lichaam straks weer herleven. De jakhalsgod die daarbij betrokken was werd 'levendmaker' genoemd.

Alles had zijn vaste plek in die samenleving. Onbekend (en daarom dreigend !) waren vooral de woestijn en de zee. De woestijn behoorde tot het grote kwaad omdat er de slang, de schorpioen en de leeuw  huisden. Wat kon je nu doen tegen een schorpioenenplaag in huis? Het  enige wat je kon doen was het oproepen van een schorpioenen bezweerder. Hij kende de juiste toverformules om de plaag te bestrijden. In een vitrine met verschijningen van het kwaad  zag je allerlei vogeltjes  en  hertjes die van een bepaald metaal gemaakt waren. Die konden toch geen kwaad doen? Jazeker, want de herten kende men niet in Egypte en de vogels waren ook onbekend, omdat het trekvogels waren die ook nog eens over de zee uit het noorden kwamen aanvliegen. Daarom had men de pootjes van deze diertjes vastgebonden. Dan had men van hen geen last in het hiernamaals.  Sachmet had de vorm van een leeuw.  Van deze godin moest je terecht doodsbang zijn. Ze was er op uit je te doden. Daarom moest je haar gunstig stemmem. Lukte dit, dan veranderde ze in een poes die erg lief kon zijn.

Nijlpaard als Nijlgod

In een andere vitrine zag je een god in de vorm van een Nijlpaard. Je kon heel duidelijk zien dat al zijn tenen waren afgesneden. Waarom had men dat gedaan? Wel,  aan de ene kant had je de Nijlgod nodig in het hiernamaals,  hij zorgde er immers voor dat de Nijl  het land vruchtbaar maakte, maar hij was  aan de andere kant ook levensgevaarlijk. Stel je voor dat hij straks je woning in het hiernamaals zou binnenlopen als je sliep. Hij zou je verpletteren onder zijn gewicht. Daarom had men zijn tenen afgesneden. De Egyptenaar voelde zich enerzijds voortduren bedreigd, maar anderzijds was hij ook niet machteloos en weerloos. Via de magie kon hij al de vreemde machten bezweren of laten bezweren.Het levensgevoel in Israël was totaal anders. Bij de HERE God voelde de Israëlieten  zich volkomen veilig. Denk bijvoorbeeld maar eens aan Psalm 23, die zo vaak op een graf geciteerd wordt: “ De HEER is mijn Herder, mij zal niets ontbreken”. Op een rouwadvertentie las ik vandaag”Dan ga ik op tot Gods altaren, tot God, mijn God de bron van vreugd” Kijk, dat is andere taal!

Wat gebeurde in een Egyptische eredienst?

De priesters haddenhet druk om het godenbveeld te wassen, te kleden en te voeden

Ook de erediensten in de tempels van Egypte was totaal anders dan die onder Israël. In het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden bevindt zich in de centrale hal ook een kleine tempel. Egypte heeft die aan ons land geschonken uit dankbaarheid voor de hulp die ons land heeft geboden bij de redding van de tempel van Aboe Simbel. Dat tempeltje is net als alle andere tempels in Egypte nooit een gebedstempel geweest. Er werd trouwens in een tempel ook nooit iets verkondigd en het volk kon er geen godsdienstoefening meemaken. Het gewone volk mocht de tempel niet betreden. Leken konden alleen voor de muren op de binnenplaats staan om zich een voorstelling te vormen van het geheime mysterie dat zich daar binnen voltrok. Alleen priesters hadden toegang tot de centrale ruimten.

Egyptische cultus

Hoe moeten we ons nu het vaste ritueel in de tempel  voorstellen?  Laten we heel vroeg in de morgen eens gaan kijken. Eerst reinigden de priesters zich in het heilige meer, dat je nog steeds kunt zien. Daarna werd de tempel plechtig geopend. In de bijvertrekken van het sanctuarium werd ondertussen het voedsel voor de god bereid. Vervolgens brachten speciale offerdragers  het voedsel naar de speciale zuilenzaal  voor het heilige der heiligen. Na de opening van de offerkist wekte men de god met feestelijke liederen, zette de offergaven voor hem neer. Men trok zich terug om Amon Re niet te storen bij zijn ochtendontbijt. Daarna waste men het godenbeeld en omhulde het met schone kleren. De spijzen die van de symbolische maaltijd waren overgebleven werden neergezet bij de andere goden en bij de beelden van de farao, want die werd ook als een god aanbeden. ‘s Middags werd het gebedsuur aangekondigd en werd het godenbeeld onder feestelijke hymnen en muziek bewierookt. Nu kunnen we ook beter begrijpen waarom  het Israël zo streng was verboden een beeld van JHWH te maken. Een dergelijk beeld zou dan dezelfde behandeling moeten ondergaan als het beeld van Amon Re.

Processies

Soms werd het godsbeeld even uitgelaten. Het werd dan in een indrukwekkende processie rondgedragen. Zo voerden ook de Babyloniërs hun god Mardoek in Babel op het Nieuwjaarsfeest   in een kleurrijke processie mee naar het ene middelpunt: Esagila. En in de maand mei werd het beeld van Artemis der Efeziërs  in Efeze - omringd door een hysterisch gillende menigte - van haar tempel naar het theater gedragen. Jeremia drijft in Gods naam de spot met dat gedoe:”Al s een vogelverschrikker in een komkommerveld zijn zij. Ze moeten beslist gedragen worden. Het is belachelijk! Jeremia verkondigt de levende  God die niet gedragen hoeft te worden, maar die zijn volk draagt (Jer.10:3-5). Dag aan dag draagt Hij ons! 

   

 Gods majesteit vervangen

  De apostel Paulus wist  hier ook al van . Hij zegt van de heidenen die allerlei afgoden vereerden:

Zij hebben, hoewel zij God kenden, Hem niet als God verheerlijkt of gedankt, maar hun overleggingen zijn op niets uit gelopen. Zij hebben de Kabod, de majesteit, (de eer of de heerlijkheid) van de onvergankelijke God  vervangen door hetgeen gelijkt op het beeld van een vergankelijk mens, van vogels van viervoetige (nijlpaard) of kruipende dieren (krokodil bijvoorbeeld ,Rom. 1:21).

 

Als je zo’n grote gemummificeerde krokodil ziet, moet je daaraan denken. Zo’n krokodil is God. Belachelijk toch!  Het volk was bij de berg Sinaï ook al besmet met dit virus. Het volk Israël had de kabod, de heerlijkheid en de eer van God verruild door het beeld van een rund dat gras eet, het  gouden kalf :Ps 106:20. We moeten hier denken aan het oudtestamentisch spraakgebruik: de openbaring van de heerlijkheid van de eeuwige God in de wolk. Die openbaring was aan de ene kant ongenaakbaar en verhuld. Aan de andere kan wilde Hij daarin zijn nabijheid en liefde tonen.

Ze ruilden dat beeld in tegen bijvoorbeeld  het beeld van weerzinwekkende dieren, krokodillen, jakhalzen enz. Geen wonder toch dat God witheet van woede wordt!.

 God als brullende leeuw

Als wij over God spreken doen wij dit meestal uit missionaire motieven op een softe manier. Bij de profeet Hosea komen we het beeld van God als een brullende leeuw tegen.(Hos. 5:14 en11:10)

Inderdaad ook als een dier. Maar hoe anders is Hij dan de Egyptische godin Sechmat met de leeuwenkop!  God als een leeuw?  Het is beeldspraak. Het is een metafoor. God is als een brullende leeuw. God laat zijn tanden zien aan zijn volk. Ik, Ik verscheur en sleep weg.....Ook in Dan en Betel heeft Israël de kabod, de majesteit en heerlijkheid  van de onvergankelijke God ingeruild tegen allerlei zaken van onze geschapen werkelijkheid. Net zoals de Egyptenaren vroeger deden.Net als zo veel andere volken deden. En wij? Zijn wij wijzer dan de oude Egyptenaren? Zijn wij wijzer dan het oude volk Israël?

Spreken over God

Op de vergadering van de Generale Synode van de Protestantse Kerk in Nederland wordt vanaf vandaag (11 nov.2010)de pastorale handreiking”Spreken over God “besproken”. Ik werd  getroffen door een artikel van  Leo Smelt in het Nederlands Dagblad. De titel is God als brullende leeuw. Het had hem  geraakt, dat de .profeet Hosea het beeld gebruikt van God als brullende leeuw (Hosea 5:14;11:10 en 13:7v.) Ik citeer hieronder:.

“Ik verscheur en sleep weg. De eenvoudige dienst aan de ene God in het ene heiligdom van Jeruzalem wordt verknipt. In Dan en Bethel worden andere religieuze bronnen aangeboord en aangebeden. Er komt wel meer godsdienst, maar dan zonder God. Hij trekt zich steeds meer terug. Verbergt zich. Toornt over de ontrouw van verbondspartner Israël. Zendt profeten om zijn volk te waarschuwen. Maar die worden monddood gemaakt.’Die is gek’ zeggen ze (Hosea 9:7).Gevolg van het niet luisteren naar God is het verkeerd spreken over Hem en zijn profeten. Wie God miskent, wekt een verkeerde indruk van Hem. Het volk zonder goede omgangskennis van God valt uiteen en gaat te gronde (Hosea 4:1,6,14).Wordt door de vijanden uit haar huizen gehaald en weggevoerd naar het buitenland. Leo Smelt vervolgt: Open willen we staan voor de profetische kritiek dat wij met al onze religiositeit eerder onszelf dienen dan God. We hebben de zondige neiging God voor de kar van onze denkbeelden, onze gezellige club of partij te spannen. Zo wekken wij een verkeerde indruk van God. Zo brengen wij God op een verkeerde manier ter sprake. Zo helpen wij de hedendaagse heidenen nog verder bij God vandaan, dan dat wij hen in de lichtkring brengen van de toornende, barmhartige, heilige en liefdevolle God. Zo voorkomen wij een god te creëren naar ons snit en op basis van ons goede gevoel. Ik droom van een kerk die  standvastig staat op de vaste grond van Gods beloften en geboden en tegelijk ootmoedig  erkent  dat ons kennen van God ons begrip verre te boven gaat. Een kerk die de moed heeft de profetische stem die allereerst naar binnen gericht is, niet tot zwijgen te brengen. Een kerk die vrijmoedig getuigt van de levende God en tegelijk met diep ontzag voor Hem buigt.De Leeuw brult. Verjaagt de vijanden. Trekt zo de welpen naar zich toe. Bevend komen ze terug van weggeweest, meegesleurd in de los-van God-beweging waarin God gereduceerd wordt tot een ‘iets’.God geeft ons dus niet prijs. Niet omdat wij zo gelovig zijn en ons zo ijverig bekeren. Wèl omdat Hij God is en geen mens, de Heilige n ons midden (Hosea 11:9).Omdat Hij de Leeuw is, maar ook het lam, dat de schuld van de wereld op zich nam (Openbaring 5:5v,Halleluja!