A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Egypte/Farao/ Bijbel


Farao’s in Bijbel 

 

Voordat we de Bijbelse farao's gaan bezoeken, brengen we eerst een bezoek aan de ontzag-wekkend grote tempel van Amon Re aan wie hij offerde. We naderen hier de tempel over de 3 km lange sfinxenalleen.

 

Bijna alle farao’s dragen in de Bijbel geen naam. Ook de Egyptenaren noemden hun naam niet. Bij voorkeur noemde men hen “de goede god” of ”Horus in het paleis”. Hieronder zet ik ze op een rij en geef van elke farao een omschrijving. 

 

Farao die Abram ontmoette 

De eerste Farao die in de Bijbel genoemd wordt is de Farao die Abraham ontmoette (Gen. 12: 18).Abram leidt de farao om de tuin.  Hij doet alsof Sarai zijn zus is. 

Farao der gastvrijheid 

 Deze Farao (Gen. 47:7) behoorde waarschijnlijk tot de Hyksos-dynastie.

 Het waren Aziaten die Egypte waren binnengevallen, ge-egyptiseerd waren en vriendelijk waren tegenover mede-Aziaten, zoals de Hebreeën en Jozef met name.

De Hyksos hadden de paarden ingevoerd (Gen. 47 :17).

Met hun snelle paarden hadden de Hyksos in Egypte de macht overgenomen.

De hoofdstad van de Hyksos-dynastie was Avaris in het noord-oosten van Egypte, niet zover van  het land Gosen dat  Israël kreeg toegewezen.

 Daar waren ook de Hyksos neergestreken. Daarom kon Jozef heel gemakkelijk zijn vader en zijn broers aan de Farao voorstellen.

Dit was uitgesloten als het ging om een Farao die in Thebe zijn paleis had. Die afstand was veel te groot. Let er ook op dat Potifar een Egyptisch man genoemd wordt in de tijd van Jozef.

Dat was alleen mogelijk tijdens de periode waarin de Hyksos de macht in Egypte hadden.In Thebe waren ze natuurlijk allemaal Egyptenaren. Enkele jaren heeft men in het oostelijk gedeelte  van de delta de enorm grote steden Pythom en Ramses  opgegraven. (Ex. 1: 11). Ze zijn onder het Nijlslib terecht gekomen. Er zijn maar weinig geleerden die twijfelen aan de historische basis van de dwangarbeidtraditie. Hier lag vroeger de regio Gosen.We lezen in Exodus 1:8 ‘Toen kwam er een nieuwe koning over Egypte die Jozef niet gekend had . Dit is het beste te verklaren als het een Farao betrof van zuiver Egyptische dynastie. En dat was Thutmoses I. Hij was vermoedelijk de  Farao van het verdrinkinsbgevel. 

Farao van het verdrinkingsbevel 

 

 

Thoetmoses I was een strijdlustige farao.l Hij verlegde de grenzen van Egypte naar Mesoportamie en Nubie. Sinds de komst van de Hyksos gebruikte men in Egypte paarden en strijdwagens De farao streed zelf ook mee.

 

Zijn dochter was de beroemde Hatsjepsoet.  Haar tempel kunnen we nog steeds  bewonderen omdat deze in de rotsen was uitgehakt. Ik vind die zeer indrukwekkend. Deze vrouwelijke farao heeft veel reizen gemaakt naar verre landen. Afbeeldingen daarvan zijn uitgehakt in haar tempel Mozes is door haar als  kind in huis opgenomen (Ex. 2 :5 en 10). Deze dynastie verdreef de Hyksos, die Thutmoses als vreemden beschouwde. Deze Thutmoses breidde ook de grenzen uit tot bij de Eufraat en verlegde  de zuidgrens waardoor Nubië een Egyptische provincie werd Deze zwarte Nubiërs kom je nu overal tegen in Zuid-Egypte.Bovengenoemde Thutmoses is de eerste Farao geweest die bijgezet werd in de bergspleet van het Dal der koningen bij de Nijl. Vóór hem werden voor de Farao’s piramiden gebouwd. De mummie van Thutmoses  bevindt zich in het museum van Cairo. Volgens medici zou hij een ernstige bekkenbreuk gehad hebben die weer genezen is.Let er op dat de naam van de kleine Mozes van Hatsjepsoet dezelfde twee laatste lettergrepen heeft als de vader van Hatsjepsoet: Tutmoses of thotmoses. Mozes is een echt Egyptische naam! 

De Farao die Mozes wilde doden

 

We lezen over hem in Ex. 2 : 15. Mozes vluchtte toen naar Midian. Dit is Farao Thutmoses III. Hij was een militair genie, maar ook erg agressief.Dat kun je nu nog zien in de tempel van Hatsjepsoet. Op zijn bevel is in deze rotstempel overal haar naam uitgekrast.

 

Farao van de uittocht 

Farao van de uittocht  is wellicht Amenhotep II (1447-1421) geweest. Zijn mummie is gevonden in 1898.Hij is in ieder geval niet verdronken in de Nijl. Hij was een fors gebouwde man. Uit zijn periode zijn heel weinig geschriften nagelaten. Dat zou kunnen wijzen op een catastrofe. De uittocht uit Egypte was voor de Egyptenaren ook een ramp.

Amenofis IV = Echnaton, dit is hoogstwaarschijnlijk de Farao die de vazalvorsten van Egypte niet te hulp kwam tegen de Isralieten die het land Kanaan binnenvielen. Hij had het te druk met de nieuwe religie van Aton.

Zijn vrouw Nefertiti, die de  Mona Lisa van Egypte genoemd wordt. In 2009 eiste Egypte dit beeld terug van een museum in Duitsland.

 

De Farao van de intocht   

 

De Farao van de intocht is in ieder geval Amenotep of Amenophis IV geweest. Hij wordt ook genoemd Echnaton, die het heiligdom van Thebe verplaatste naar Tel-el-Amarna (zie Farao Echnaton). Aan hem wijd ik een apart bestand omdat hij brak met de traditionele religie. Onder de regering van deze Farao deden de stammen van Israël (Chabiroe genoemd) een inval in het land Kanaän De vazalvorsten in die regio lieten klacht op klacht horen bij de Farao in Tel-el-Amarna, maar deze liet niets van zich horen. Hij hield zich graag met religieuze zaken bezig. Hij sprong de vazalvorsten niet bij. Daardoor konden de stammen Israël Kanaän ongehinderd in bezit nemen. De

Farao van de tempelroof 

In de tijd van Rehabeam. Hij heette Sesjonk of Sisak. Hij was de Farao die de tempel van Salomo heeft leeggeroofd. We lezen uitvoerig over hem in II Kron. 12. Buitengewoon boeiend is het om dit verhaal terug te vinden aan de buitenzijde van rechterpiloon van de grote Amontempel te Karnak. Dáár heeft deze Farao  de naam van Rehabeam genoemd (de zoon van Salomo!) en zijn grote overwinning op de koning van Juda.(resultaat van zijn Palestijnse veldtocht)  laten inbeitelen op deze piloon. 

 

Sisak

 

Farao Sisak liet een trots een muuropschrift achter in de tempel van Amon in Karnak. Het opschrift omvatte meer dan 150 namen van steden die hij ten val bracht tijdens een militaire zegetocht door Israël en Juda. In de namenlijst worden ook de  verwoeste steden Megiddo en Gezer vermeldt. Jeruzalem werd gespaard ten koste van grote rijkdommen die Rehabeam aanbood om verwoesting te voorkomen. Op de muur is in het midden de god Amon te zien terwijl hij de strop voorhoudt aan onttroonde koningen. Andere verslagen vorsten knielen in onderwerping voor hem neer.

 

Farao Necho 

 

 

 

De achtste farao die in de Bijbel ter sprake komt is farao Necho (Jeremia 46 : 2). Hij regeerde van 609-594. Hij werd bij de bekende slag  bij Karkemis beslissend verslagen door Nebukadnezar. Deze farao wilde Assyrië te hulp komen tegen de oprukkende troepen van Nebukadnezar. Josia  wilde op zijn beurt  de farao tegenhouden, maar Israël wordt verslagen bij Megiddo. In Jer.43:10 wordt Nebukadnezar een knect van God genoemd om Egypte te slaan