A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Zee van Galilea


 

 

 

 

Reddingsboot (Simon Streuper)

  

Kan Jezus over water lopen?

 

 zie ook bij Nazaret/Jezus van..

 

Wie is Jezus van Nazaret?

 

Als er één ding is waarvan wij zeggen dat het niet kan, is het toch wel lopen over water.

En als mensen in de Bijbel lezen dat Jezus over water heeft gelopen, denken ze bij zichzelf:

Natuurlijk dat kan niet.

Als jongen wilde Wim Butte predikant worden.

Na het Chr. Lyceuym in Haarlem belandde hij bij de befaamde theoloog Harry Kuitert in de collegebanken. Die sloeg meteen het fundament onder het geloof van de jonge student vandaan. “Jullie denken toch niet echt dat Jezus over het water heeft gelopen?”, zei hij. “Nou dat dacht ik dus toen nog wel”,zei Wim Butte.

Een stevige geloofscrisis was het gevolg.

Een tijdelijke baan in de Verenigde Staten zette Butte op het spoor van de reiswereld. Hij is nu directeur van Vliegwinkel.nl, een groot reisbureau in Haarlem met 530 mensen in dienst. Hij gelooft al lang niet meer dat je over water kunt lopen.

 

Grondfout

 

De grondfout bij deze manier van denken is dat je er van uit gaat dat Jezus niet meer kan dan ieder ander mens.

Dat is een rijpe vrucht van het Verlichtingsdenken. 

Dat is ook het zuurdeeg van de Farizeeën.

Het zuurdeeg van Farizeeën en van Herodes was dat ze niet geloofden in de Hoge Komaf van Jezus. 

Hij was volgen hen slechts een gewone bouwvakker.

We weten allemaal dat je niet over water kunt lopen. Maar dat betekent nog niet dat Jezus dat ook niet kan! Hij overstijgt immers al onze menselijke mogelijkheden.

De leerlingen van Jezus waren stomverbaasd dat Hij tijdens een vreselijke storm op het meer van Galilea met een enkel woord de storm het zwijgen oplegde: “Zwijg, wees stil”. Ze zeiden tegen elkaar:”Wie is Hij toch, dat zelfs de wind en het meer Hem gehoorzamen? (Marc.4:41).

Hoe weet men toch dat Jezus inderdaad over het water heeft gelopen?  Weliswaar heeft de NBV drie keer het werkwoord ‘lopen’ gebruikt in Marcus 6 : 48 met het oog op Jezus’ bijzondere verschijning op het meer van Galilea. Deze platte vertaling is wel duidelijk, maar  doet geen recht aan het mysterie van Jezus’ verschijning.

De vertaling van het NBG laat dit geheim in tact door het werkwoord ‘gaan’ te gebruiken. Gaande over de zee, Hij wilde hen voorbijgaan en de leerlingen zagen Hem gaan over de zee. Was daar inderdaad sprake van ‘lopen over het water’?

Lopen is het ene been voor het andere zetten. Konden zij dit in het donker van de nacht wel zien? Het gaat hier om een bijzondere verschijning van Jezus. Ze heeft dezelfde betekenis als Jezus’ verschijning op de berg der verheerlijking.

 

 

Verschijning als bemoediging

Beide verschijningen zijn bedoeld als een bemoediging  voor de leerlingen van Jezus nu Hij aan het begin van zijn weg naar het kruis staat. Als we ons bewust zijn dat Jezus leefde en dacht vanuit de wereld van het Oude Testament, kunnen we drie dingen opmerken:

 

Voorbijgaan

 

 

1) De evangelist vermeldt nadrukkelijk dat Jezus wilde voorbijgaan.  Daarmee  bedoelt de evangelist niet dat Jezus wilde voorbijgaan om zijn leerlingen aan de overkant te verrassen. Nee, geen sprake van.”Voorbijgaan” is in het OT de terminus technicus voor Gods openbaring. Mozes vroeg aan God “Doe mij toch uw heerlijkheid zien”  Dat wordt hem niet vergund, maar Mozes krijgt als antwoord “Ik zal u met mijn hand bedekken, totdat Ik ben voorbijgegaan” (Ex.33:19) en in 1 Kon. 19 lezen we van de Godverschijning aan Elia  “En toen de HEER juist zou voorbijgaan, was er een geweldige sterk wind”. Het gaat dus om een Godverschijning die in Jezus gestalte heeft aangenomen.

 

2) De zee is in de Bijbel meer dan alleen maar water. De zee is symbool voor alle dreigende en donkere doodsmachten. Jezus laat in zijn verschijning zien dat Hij ook Heer is over al die machten en dat ze daarom niet bang hoeven te zijn.

 3) Ook in Jezus’ woord “Ik ben het” horen we de openbaring van de oudtestamentische Godsnaam doorklinken:JHWH, Ik ben erbij. 

 

Broodwonder krijgt voorrang in Johannes 6

 

In Johannes 6:16 gaat het over dezelfde gebeurtenis als die Matteüs en Marcus beschrijven.

Maar het vierde evangelie geeft geen beschrijving van de ‘storm op het meer’ of van “Jezus gaande over het meer” als een zelfstandig gegeven zoals Matteüs en Marcus doen.

Johannes beschrijft hoe men bezig is met de oversteek van de ene baai naar de andere.

Die beide baaien liggen op de noordelijke oever.

Ik vermoed de baai van Betsaïda naar de baai van Kafarnaüm. Als je daar bent. Kan het lijken dat je naar de tegenovergestelde overkant  vaart.

Als je de gedeelten 6 :16- 21 en  6: 22-25 vergelijkt, blijkt dat het over dezelfde overtocht gaat, maar dat  het gedeelte vanaf vers 22 zich een dag later afspeelt.

Wat beide tekstgedeelten met elkaar verbindt is de plaats Kafarnaüm. Johannes legt geen nadruk op de verbijstering van de discipelen, het stillen van de storm de wankele stappen op het water van Petrus. Waarom heeft Johannes dit weggelaten?

Wel, dat is heel begrijpelijk. Johannes wil immers duidelijk maken hoe het onderricht van Jezus in de synagoge van Kafarnaüm waarin Hij met grote nadruk verkondigt dat Hij het Brood is dat uit de hemel is neergedaald, samenhangt met het broodwonder dat een dag eerder aan de overkant van het meer heeft plaatsgevonden.

Het onderwerp van zijn getuigenis in de synagoge is nauw verbonden met het broodwonder dat daags tevoren had plaats gevonden..

Johannes laat daarom de details van de andere evangelisten weg.

Je zou daarom de indruk kunnen krijgen dat het om een ander, minder bekend wonder gaat in Joh. 6. Dat is zeker niet het geval.

Doordat Johannes het broodwonder naar voren haalt, raakt het wonder van het stillen van de storm op de achtergrond.