A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Egypte/Graven


 

 

Begraven, niet cremeren

De Egyptenaren waren net als de Joden gewoon hun doden te begraven. De Joden mummificeerden het dode lichaam weliswaar niet, maar  met de Egyptenaren waren zij wel gewoon hun doden in een graf bij te zetten. Heel bekend zijn natuurlijk de piramiden, waarin de Egyptenaren  uit het Oude Rijk hun koningen begroeven.

Hoe totaal anders was de begrafenis van de bevolking. zoals op de foto op het eiland Elefantine in de Nijl

  

Deze foto  heb ik  genomen in het graf van Toetanchamon. In de vallei der koningen. Het was ten strengste verboden hier een foto te maken.

 Een Joods graf uit de eerste eeuw. Een ronde, zeer zware sluitsteen werd langs een diepe gleuf voor de grafopening gerold door minimaal 2 sterke mannen.

In een dergelijk rotsgraf is Jezus begraven.

”De vrouwen zeiden tegen elkaar:Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen ?(Marcus 16:3)”

   Sawabti’s die de doden in Egypte werden meegegeven. Zij moesten allerlei diensten verrichten voor de dode in het hiernamaals.

Het begrafenisritueel in  het oude Egypte begon met de mummificatie.

 

 Jakhalsgod Anubis

Op de voorgrond zie je hoe de jakhalsgod  Anubis de ingewanden uit het lichaam verwijderd.In het midden zie je de priester met het luipaardvel die –ook weer met behulp van Anubis  - het ‘mondopeningsritueel’ verricht. De dode bezat zowel een ba-ziel als een ka-ziel.

De laatste stelde de levenskracht van de mens voor die hem in staat stelde ook na de dood te blijven voortbestaan.

Door de magische handelingen van het ‘mondopeningsritueel’werden alle zintuigen van de dode weer tot leven gewekt.

Hier zie je nu hoe een piramide is ontstaan. Dit is de trappenpiramide van Djoser.

Djoser

Die is ontstaan door telkens kleinere  zogenoemde ‘mastaba’s op elkaar te zetten.

Aan vier kanten leek het op een soort trap. Vandaar de naam trappenpiramide.

 Een mastaba was een soort vierkante sarcofaag. Deze  oudste piramide is gebouwd door Imenhotep in 2759 voor Chr.

Stel je even voor. Deze piramide was al veel méér dan duizend jaar oud, toen Jozef in Egypte kwam!!

Niet alleen de sawabti’s, maar ook alle afbeeldingen op de wanden van de rotsgraven moesten door bezweringen en magische rituelen tot leven gewekt worden!

 Voor  Osiris

In het dodenrijk  moet de overledene voor Osiris verschijnen.

Hij beslist samen met 24 rechters die bovenaan zijn afgebeeld over je lot.

Er worden vragen over je leven gesteld “Heb je iemand vermoord ? Heb je iemand bedrogen? Je moest antwoorden met ‘ja’of met ‘nee’.

Ondertussen wordt je hart gewogen op een weegschaal

.Aan de ene kant van de weegschaal lag je hart.Als je loog tegen Osiris raakte de weegschaal uit balans.

Als dat gebeurde werd je opgegeten door Ammit, een vreselijk monster met de kop van een krokodil, het lijf van een leeuw en de poten van een Nijlpaard..

Het Dodenrijk in Egypte en in Israël.

Het geloof in een leven na de dood is zo oud als de mensheid. Nergens is het sterfelijkheidgeloof van de mens beter tot uitdrukking gebracht dan in de rotsgraven der farao’s in de vallei der koningen.

 

 

Veel graven zijn ingericht als een paleis.

Op sommige  wanden is de tocht van de overleden farao door de onderwereld afgebeeld in schitterende kleuren.

Eeuwen lang waren de ruimten afgesloten  van licht en lucht. Daarom is het net alsof de kleuren zo juist zijn aangebracht.

Net als de piramiden liggen de rotsgraven aan de westelijke oever van de Nijl.

De zon gaat immers in het westen onder.Daar in het westen ‘sterft’de zon als het ware en daar ligt het dodenrijk.

De Egyptenaren dachten dat de zonnegod in een bark langs de hemel voer.

Bij het ondergaan van de zon verlieten de zielen de

grafkamers en grepen een touw beet dat achter de bark van de zonnegod neerhing.Op die manier zeilden ze mee naar het andere rijk.

Daar, waar de zon onderging, daar begon de onderwereld.Daar hield  de jakhalsachtige god Anubis zich op.Hij was de god van de mummificatie, die de doden wegwijs moest maken in het dodenrij

 

Het oude Egypte kende ook vele dodenboeken.Het waren reisgidsen voor de dode als hij zich bevond in het schimmenrijk van de onderwereld.

Een tweede voorstelling van het leven na dit leven voor de oude Egyptenaren was die van de onderwereld als een nachthemel.

 De zalige doden zouden in hun sterrenbootjes het goddelijke zonneschip begeleiden  als het langs de hemeloceaan voer.

Hoe de Egyptenaren zich het hiernamaals ook voorstelden, hun onsterfelijkheidsgeloof  was bijna even duurzaam als het graniet waaruit de sarcofagen der farao’s gehakt werd.

Op papyrus geschreven teksten van de zogenoemde dodenboeken is er telkens sprake van een oordeel dat de dode moet ondergaan

 Als de dode voor Osiris  verschijnt moet eerst  met de ‘veer der waarheid’ het hart gewogen worden.Anubis helpt bij het wegen van het hart.

Hier zit  Osiris   helemaal rechts.

Het Oude Testament over het hiernamaals

Je vindt in het Oude Testament wel de gedachte van de sje’ool, het dodenrijk, maar nergens vinden we ook maar enige aanwijzing hoe wij ons dit dodenrijk moeten voorstellen.

We moeten daarover ook maar niet te veel  fantaseren.

De dood is een gebied waarmee de mens zich niet  moet bemoeien

Het is in dit verband merkwaardig dat de doden in de bijbel onrein verklaard worden, terwijl ze in Egypte heilig verklaard werden.

Israël mocht de doden ook niet raadplegen.

Contact met de doden was niet mogelijk. Zie ook bij ‘dodenbezweerster’ in de rubriek ‘Onderwerpen’.

 Je kunt dit  alleen begrijpen als je beseft dat Israël  Gods volk was dat  geheel anders moest zijn dan de buurvolken waar de doden vereerd werden.

In de bijbel worden leven en dood nooit op zich zelf bezien.

In leven en dood gaat het altijd om een levende relatie met God.

 Aandacht  voor het hiernamaals hebben zonder een levende relatie met God de HEER  is in het Oude Testament uitgesloten.

Voor ons mensen komt de dood na het leven.

Maar in het Oude Testament worden leven en dood niet na elkaar gezet, maar naast elkaar.

Israël moest kiezen voor het leven en niet voor de dood, dat is het leven buiten de Levende om. Er is ook  de dood midden in het leven.En het echte leven is  ten diepste leven in gehoorzaamheid aan wat God van de mens vraagt.

We moeten ook maar niet te veel gaan fantaseren over de dood, maar geloven in de Levende.

De mens is sterfelijk. Van ons uit loopt er geen rechte lijn van het hiernumaals  naar het hiernamaals.

Wij mensen kunnen ook niet door allerlei bezweringstechnieken het aardse leven verlengen, zoals de priesters van het oude Egypte dachten met het zogenoemde mondopeningsritueel  te kunnen doen.Jezus Christus is als Paasvorst opgestaan uit het dodenrijk.Als de eerste en de eersteling.Hij is de Enige die onsterfelijkheid hééft en gééft. Dat is toch geweldig, niet?

Egyptenaren werden niet oud.!

De gemiddelde leeftijd onder hen was niet hoger dan 20- 30 jaar.

De Egyptenaren dachten dat je de dood die voor ons een vijand is,te vriend  kon houden door allerlei magische rituelen.

Ook de beelden en figuren op de wanden van het graf konden door de magische spreuken van de priesters tot leven gebracht worden.

De oude Egyptenaren  meenden  dat je de dode allerlei dingen kon meegeven, die hij nodig had in de onderwereld.

Het lichaam was voor hen heel belangrijk. Zij zeiden niet Ik heb een lichaam, maar ik ben een lichaam.

 Zonder lichaam was er geen leven na dit leven. Daarom was de mummificatie een belangrijk onderdeel van het begrafenisritueel

Tal van teksten werden op grafwanden, sarcofagen, amuletten en papyrusrollen aangebracht. Men noemde die de “dodenboeken”. Het waren reisgidsen voor de dode op weg door de onderwereld.

De onderwereld stelden de Egyptenaren zich voor in het westen.

Dáár ging de zon onder. Vandaar dat alle piramiden en rotsgraven op de westelijke oever van de Nijl liggen.

In het dodenboek 125 lezen we hoe de doden verschijnen voor Osiris, de god van de onderwereld. Hij was ook de dodenrechter. Hij hanteert een weegschaal. Het hart van de dode wordt op de ene schaal gelegd en het teken van MA-AT, gerechtigheid op de andere schaal.De mens kon aan het laatste gericht ontkomen door de zogenoemde “negatieve confessie”, die een magische functie had. Ik heb nooit gestolen, nooit iemand belasterd enz. enz.Dan had hij ook nooit gestolen enz.

In Openbaring  20: 12  lezen we  daarentegen over het Boek des Levens, dat is het receptiealbum waarin de namen staan opgetekend van allen die uitgenodigd zijn voor het feest van de bruiloft van het Lam.

Het viel mij op in Johannes 5 : 24 dat niet alleen God, maar ook Jezus Christus,  leven heeft in zichzelf.

Wij hebben geen leven in ons zelf. Wij lopen met de dood in de schoenen. Hij niet. Hij is van Hoge Komaf!