A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Eenheid van bestuur, taal en klimaat


Op deze website worden allerlei Bijbelse plaatsen genoemd.

Hebben deze plaatsen iets gemeenschappelijk?

De titel van onze website geeft het al enigszins aan. Ze liggen meestal in het gebied tussen Jeruzalem en Rome.

Onderaan op de luchtfoto zie je een grote plek die heel licht gekleurd is ten zuidoosten van de huidige stad. Daar zijn de graven van vele joden en moslims. Links daarvan bevond zich de Jebusburcht en de oude stad van David

Van Jeruzalem tot Rome. Dat zou je ook de ondertitel kunnen noemen van het boek ‘Handelingen der apostelen’. Van Jeruzalem tot Rome.

Imperium Romanum

 

Alle wegen leidden vroeger in letterlijke zin naar Rome. Men trok van mijlpaal naar mijlpaal. Zie foto

De meeste plaatsen liggen in het gehele Middellandse Zeegebied en alle landen rond deze zee.

Ik zie hierin een drievoudige eenheid, die zeer gunstig is geweest voor de verbreiding van het evangelie!

Eenheid van bestuurEenheid van taal Eenheid van klimaat.

 

Eenheid bestuur

 

 

In de tijd van Jezus was er in heel het Romeinse Rijk een alles overkoepelende bestuurseenheid onder het gezag van de keizer te Rome.  

 Een opgeheven arm is in het Oude Testament beeld van kracht. Je verslaat er je vijanden.(Job 38:15).mee. Maar dan is er altijd sprake van de rechterarm.

Keizer Domitianus heeft hier echter zijn linkerhand omhoog geheven. Hield hij daarmee zijn scepter vast?  Rome was heel religieus.

Daar bevond zich het Pantheon, de tempel waar alle goden een plaats kregen. De Romeinen waren bijzonder verdraagzaam. .

De Pax Romana bestond vooral hierin dat men de kunst verstond om met de verschillen van overtuiging en religies om te gaan. Zo lang men maar trouw bleef aan de keizer en de Romeinse staat.  

 Het Romeinse rijk strekte zich uit van Mesopotamië tot Spanje.

In Afrika vielen Kartago en Cyrene onder het gezag van de keizer te Rome. 

 

 

 

Eenheid van taal 

 

 

 

In het Romeinse Rijk was het Latijn de ambtstaal. De taal voor wetenschap en cultuur. De taal voor de dagelijkse omgang was het zogenoemde koinè-Grieks. Paulus kon zijn brief aan de Romeinen, die in Rome woonden, in het Grieks schrijven. Het Grieks was in zijn tijd een wereldtaal. In bijna alle Bijbelse plaatsen die ik op deze website beschrijf, werd Grieks gesproken. Niet het klassieke Grieks van Plato, maar een variant daar van, het zogenoemde koinè-Grieks, het gangbare volksgrieks. Dit was de taal die in het gehele Middellandse Zeegebied gesproken werd. Dit was ook de taal van de diaspora-Joden, de Joden in de verstrooiing, in Italië, Egypte en het huidige Turkije. Dit koinè-Grieks was ook de taal van het Pinksterfeest in Jeruzalem.

Daarom konden al die diaspora-Joden in de taal waarin ze geboren waren, hun eigen moedertaal, de grote daden van God in Jezus Christus horen verkondigen. Daarom is de taal van het Nieuwe Testament niet het Hebreeuws geworden of het Aramees, maar het Grieks.

 Met uitzondering misschien van Matteüs, hebben alle schrijvers van het Nieuwe Testament in het Grieks geschreven. Dit koinè-Grieks is veel belangrijker voor de verbreiding van het evangelie geweest dan het Aramees.  Ja zeker, Het Aramees was de volkstaal in Palestina, maar het Grieks was de tweede voertaal. Het Hebreeuws was voor het gewone volk in onbruik geraakt. Daarom was er ook de Griekse vertaling van het Oude Testament gekomen, de zogenoemde Septuaginta.

Het koinè-Grieks kende veel meer uitdrukkingsmogelijkheden dan het Aramees. Heeft Jezus ook Grieks gesproken? 

De eerste Griekse woordjes zal Jezus in Nazaret van zijn vriendjes op straat geleerd hebben, want Galilea wordt niet ten onrechte het “Galilea der heidenen” genoemd.

Sefforis (zie daar) was een echte Griekse stad midden in Galilea op enkele kilometers afstand van Nazaret gelegen.!! Jozef moest daar zijn inkopen doen.

Marcus vertelt ons van een Griekse vrouw, een Syro-Fenicische van afkomst, die Jezus vroeg haar dochter te genezen.

 

 

Gesprek met een vrouw

 

 

Het gesprek met deze vrouw is zonder twijfel in het koinè-Grieks gevoerd (Marc. 7:26).

 

 

Jezus zei eens tot zijn leerlingen dat Hij nog maar korte tijd bij hen zou zijn; Hij ging terug  naar zijn Vader die Hem gezonden had, ‘Jullie zullen mij zoeken, maar niet vinden’.

De leerlingen vroegen zich af: Hij zal toch niet naar de  Griekssprekenden gaan om de Grieken te leren? (Joh.7:35).

Zij wisten natuurlijk dat Jezus ook de Griekse taal machtig was.

Filippus, één van de leerlingen van Jezus was een Griek uit Betsaïda. Geen wonder dat enkele Grieken juist naar deze leerling toegingen met de vraag of zij Jezus eens konden zien (Joh. 12:21).

Pilatus heeft Jezus gevraagd;”Bent u de koning der Joden? Pilatus zal deze vraag in het Grieks gesteld hebben en Jezus zal hem ook in het Grieks van repliek gediend hebben:”Zegt u dit uit u zelf, of hebben anderen zo over Mij gesproken (Joh. 18:33).Jezus zal hier geen Aramees gesproken hebben.

Zelfs direct na zijn opstanding zal de Heiland Grieks gesproken hebben.

Ik denk nu aan het aanvankelijke gesprek van Jezus met Maria Magdalena.

 

Maria ontmoette op de Paasmorgen de bewaker die Jozef van Arimatea had aangesteld in zijn boomgaard.

Zij dacht in ieder geval dat het een bewaker was.

Deze was voor haar een vreemde en een vreemdeling. Daarom zal deze Maria uit Magdala, waar in de tijd van Jezus zeer veel Griekssprekende eigenaars van scheepswerfjes woonden, de vreemdeling in het koinè-Grieks hebben aan gesproken.”Weet u waar ze het lichaam van Jezus gelegd hebben?

Als Jezus vervolgens haar naam noemt: Maria! valt Maria neer voor de voeten van Jezus en dan pas laat ze het koinè-Grieks varen en gebruikt ze het Hebreeuwse Aramees, de vertrouwelijke omgangstaal met Jezus. Matteüs vermeldt nadrukkelijk dat Maria toen weer Aramees sprak:”Rabboeni Meester.(Joh. 20: 16)

 

 

Eenheid van klimaat

Er was nog een belangrijke factor in de tijd van het ontstaan van het christendom. Dat was de eenheid van klimaat. De meeste Bijbelse plaatsen lagen in het Middellandse Zeegebied. Die streek was in het noorden beschut door hoge bergruggen en in het zuiden tegen de hitte van de woestijnen.

 

Olijfgaarden tref je in het hele Middellandse gebied aan

 Typerend voor de eenheid van klimaat en regio was de olijfboom. Niet de palmboom, maar de olijfboom. Hij staat overal waar aan de Middellandse Zee land is. Hij groeit in vulkanische bodem, hij groeit op rotsachtige grond en hij groeit in het zand. Slechts daar waar vochtig is, en het na regen koud is, sterft hij af. Hij gaf de oosterling olie, voedsel, licht en zalf.

Bijna alle plaatsen die door de zendingsarbeid van Paulus bekend zijn geworden, liggen in de zône van de olijfboom: Jeruzalem, Antiochië, Cyprus, Efeze, Tessalonica, Athene,Korinte, Rome en zelfs Spanje.   In een olijfgaard tref je een bijzonder licht aan, want het zonlicht wordt gebroken door de lancetvormige bladeren.

Zo ongeveer zal de Olijfberg er ook uitgezien hebben. De olijfboom laat ook nog andere bomen naast zich en onder zich groeien. Tenslotte De Joden waren gewoon bij opsommingen slechts twee windstreken te noemen; het Oosten en het Westen.(Ps 103 :12 Zover als het oosten is van het westen zo ver heeft hij onze zonden van ons verwijderd.) Matteüs als evangelist van Joodse origine, houdt zich daaraan.

Lucas is geen Jood en hij noemt altijd vier windstreken, b.v. in Luc. 13: 29 ‘Uit het oosten en het westen, uit het noorden en het zuiden zullen ze komen en ze zullen aan tafel genodigd worden in het Koninkrijk Gods’.

Dat is niet toevallig. Voor Lucas is er achter de bergen die Kanaän ten noorden afsluiten en over de woestijnen die de  zuidgrens afbakenen een menigte mensen die het evangelie moeten horen. Dat moet Theofilus, de Romeinse staatsambtenaar, aan wie hij schrijft goed weten. (Luc.1:4)