A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Woestijnheiligen


 

Paleis Herodes bbij Jericho waar vanuit Machaera aan de Dode Zee het hoofd van Johannes de Doper werd binnengebracht bij de feestvierende menigte

Qumran

 

Johannes de Doper predikte in de woestijn van Judea

 

Zonder nadere erklaring gebruikt Matteüs de term ‘de Doper’.Hij predikt in de woestijn van Judeaa. Bedoeld is het woeste, onbwoonde gebied waar de Jordaan in de Rode Zee stroomt. Hij predikt de doop der bekering tot vergeving der zonden. Martteüs sluit zich aan bij het laat-Joodse taalgebruik en vervangt als enige evangelist het woord ‘God’ door de uitdrukking ’Koninkrijk derhemelen. De Joden waren erg zuinig in het gebruik van de Godsnaam.

 

Herodes’ paleis

  

Vlak bij die plek in de woestijn van Judea had Herodes een schitterend paleis laten bouwen in de palmstad Jericho. archeologen nemen aan dat die  paleis het paleis geweest is waar het afgehakte hoofd van Johanes de Doper werd binnengebracht vanuit de gevangenis van Machaera. De grenzeloze luxe in dit paleis stond in grote tegenstelling tot de eenvoudige  kleding van Johannes de Doper. Hij droeg een mantel van kameelhaar en hij at sprinkhanen en wilde honing.

 

Sekte  van Qumran

 

David Flusser ziet de gedachtewereld van Johanes de Doper nauw verbonden met de Essenen van Qumran.Ook Johannes de Doper was radicaal en legde alle nadruk op de persoonlijke bekering. Het nieuwe verbond van de sekte deer Essenen was een verbond der bekering. Toch was er een kenmerkend verschil tussen Johannes de Doper over de heilsbetekenis van de doop. Bij de Essenen was de doop alleen maar een ritueel van een strenge sectarische discipoline. Johannes  wilde geen aparte sekte. Iedereen mocht komen. Iedereen kreeg vergeving die zijn zonden beleed en naliet.

 

Als een roepende in de woestijn’

In de Nederlandse taal geeft met bovenstaande uitdrukking  iemand weer wiens oproep geen weerklank vvindt.Het moet zijn: als een die roept: in de woestijn maakt recht de weg des Heren.

 

Proselytendoop 

Het jodendom kende de proselieten dooep waarbij ieder die tot het jodendom overkwam, in

 

Vanouds wordt de woestijn gezien als beeld van onherbergzaamheid. Zij staat min of meer gelijk met het dorre, vruchteloze leven. De begrippen dood en woestijn vielen in de oudheid nagenoeg samen. Niemand wilde zo maar in de woestijn gaan wonen. Toch zijn er veel uitzonderingen geweest. We weten dat in de tweede helft van de derde eeuw in Egypte christenen hun stad of dorp verlieten en aan de rand van de woestijn gingen wonen. Daar bleef het niet bij, want in de loop van de vierde eeuw werd dit zo populair dat velen de woestijn introkken om daar als kluizenaar (monachos) te leven.  

 

Monniken

 

 Van dit Griekse woord komt het woord monnik vandaan. Een van de eersten die dat deden was de jonge Koptische christen Antonius.(251-356 AD), Antonius groeide op in de Nijlvallei bij tamelijk welgestelde ouders. Hij was twintig jaar toen zijn ouders overleden en hij vroeg zich af hoe hij nu verder moest leven met zijn jongere zus. Geraakt door de onbaatzuchtige levenshouding van de vroege kerk en Jezus’ woorden om niet bezorgd te zijn voor de dag van morgen, verdeelde Antonius de erfenis van zijn ouders onder zijn dorpsgenoten, vertrouwde de zorg voor zijn zusje toe aan enkele vrouwen in het dorp en trok de woestijn in. 

Grot

 Eerst verbleef de jonge monnik in een grot, ver van de bewoonde buitenwereld. De grot werd achter hem toegesloten en een vriend bracht hem om de paar dagen wat brood. Na twintig jaar kwam hij er uit en de mensen verbaasden zich over zijn gezondheid en de wonderen die hij verrichtte. Vanaf die tijd trok het kluizenaarsleven veel publiek en ook veel nieuwkomers.

 Soort martlaren

Zij werden als een nieuw soort martelaren gezien, omdat zij het leven vaarwel zegden. Kerkvader Athanasisus heeft over hem geschreven (vita Antonii) in 357.Na enkele decennia was de woestijn bezaaid met enkele honderden kluizenaarshutjes die de heiligen wilden bezoeken. Vele pelgrims  trokken ook naar de  woestijn. Mensen worden immers gebiologeerd