A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Paulus/Jezus


 

Paulus en Jezus

De Bijbellezer die zich eerst verdiept in de evangeliën en daarna de brieven van Paulus ter hand neemt, ontkomt niet aan de indruk, dat hij zich beweegt in twee verschillende sferen.

In de evangeliën komen we Jezus tegen als de prediker van het Koninkrijk van God.

We horen Hem gelijkenissen vertellen over de betekenis van dit Koninkrijk.

 Hij is degene die zijn zaligsprekingen uitspreekt en aan de schare zijn geboden voorhoudt in de Bergrede. We lezen hoe Jezus aanzit aan de tafels van tollenaren en Farizeeën en hoe Hij met grote ontferming omgaat met de armen en de zieken.

 

Prediking van Paulus

In de prediking van Paulus concentreert zich alles om het kruis en de opstanding van Jezus Christus.

Nu zijn er inderdaad verschillen.

Maar er is geen sprake van dat het gaat om principiële verschillen.

Zowel in de prediking van Jezus als in de prediking van Paulus gaat het hierom dat de heilstijd die God beloofd heeft, is aangebroken.

Het grote uur “U” is aangebroken.

 Het gaat nu om de allesbeheersende plaats en het werk van Jezus Christus.

Er is een fundamentele overeenstemming tussen de Christusprediking en Jezus’ zelfopenbaring.

 Hoe moeten we dan die eigenaardige verschillen verklaren tussen de prediking van Jezus en die van Paulus?

 

De prediking van Jezus

 

De prediking van Jezus vond plaats vóór zijn opstanding.

Jezus’ zelfopenbaring kenmerkte zich – vooral in de synoptische evangeliën - (Matteüs, Marcus en Lucas)  door een zekere reserve en terughoudendheid.

De mensen konden de diepe zin van zijn Messiaanse lijden nog niet verstaan.

Als de apostel Paulus het evangelie gaat verkondigen, heeft zijn prediking een totaal andere plaats in de heilsgeschiedenis.

Want Jezus Christus is opgestaan uit de doden!

Vanaf dat beslissende moment mag alle terughoudendheid wegvallen.

Daarom barst de apostel los in een uitbundige jubel. Zijn prediking wordt een grote lofzang op het heil dat Jezus Christus door zijn dood en opstanding voor ons heeft verworven.

Daarom is het zo duidelijk dat Paulus’ prediking niet wordt gevormd door de gestalte van Jezus die door de velden van Galilea ging.

Het gaat in zijn prediking niet om de historische Nazarener, maar om de levende Heer.

 

Jezus in zijn vernedering en in zijn verhoging

In de prediking van Jezus hebben wij te maken met de Heiland in zijn vernedering.

Maar in de prediking van Paulus is dezelfde Jezus opgestaan, verhoogd en verheerlijkt.

Het is dus helemaal onjuist te beweren dat Paulus van de historische en menselijke Jezus een bovenhistorische en goddelijke figuur gemaakt heeft.

Paulus was net als Jezus diepgaand in de Schriften onderwezen.

Paulus kende zeer zeker de diatribestijl van de Stoïcijnse straatpredikers:de tegenwerpingen zijn ingebouwd.

Maar essentieel voor Paulus was niet dat hij theoloog was, maar dat hij aangesteld was als apostel der heidenen.

Jezus was de beloofde en verwachte Profeet, Priester en Koning.

Paulus was door dezelfde Jezus met apostolisch gezag bekleed om Hem als zodanig te verkondigen.