A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Tessalonica


  

  Tessalonica

 

Via Amfipolis en Apollonia reisden ze naar Tessalonica, waar de Joden een synagoge hadden. 
  Zoals gewoonlijk ging Paulus naar hen toe en debatteerde met hen (Tess. 17:1)

 

Het moderne Tessalonica vandaag

De Witte Toren beheerst nu het beeld van Tessaloniki


Uitzicht over de acropolis van Tessalonici

Interieur van de Dibelius  kathedraal

Alle Griekse steden hadden een hoge heuvel, een zogeheten acropolis, waaromheen de stad was gebouwd.

De stad heet nu Tessaloniki. Afgekort Saloniki.  Van de steden, aan wier gemeenten Paulus schreef, staan alléén Rome en Tessalonica nog in volle kracht op hun plaats.

 Je ziet op de foto dat het ook vandaag een grote stad is.

 

 

De Romeinen hebben de stad aangesloten op de beroemde Via Egnatia, die van Byzantium naar Dyrachium (Durazzo aan de Adriatische Zee) liep en aan de overzijde weer aansloot op de Via Appia  naar Rome.  

Misschien hebben de Tessalonicenzen vanaf deze hoge plek uitgekeken naar de terugkeer  van Jezus (2 Tess 2:2).

Ze dachten dat de komst van de Heer op het punt stond aan te breken.

De apostel roept hen op om rustig te blijven werken, want de dag van de Heer zal komen als een dief in de nacht (1 Tess. 5:2)
Synagoge te Tessalonica (14 e eeuw)

 Langs de Via Egnatia stond bij Amfipolis ook dit kolossaal  grote beeld van een leeuw uit de 4 e eeuw voor Christus!!

Als Paulus in Neapolis landt en via Filippi naar Tessalonica vertrekt, reist hij óók over de Via Egnatia.  Op verschillende plaatsen kun je in de diepte over een hek kijkend  die weg nog zien.  Zelfs de sporen van de wagenwielen zijn soms nog zichtbaar!  Hier hebben Paulus, Silas en Timoteus  dus gelopen!

Tessalonica is een grote stad. Heel anders dan Filippi  of Colosse die nu een ruïne zijn. 

De stad heeft zeker een half miljoen  inwoners. Ze was in die tijd als economisch centrum veel belangrijker dan Athene.

Aanhangers van allerlei godsdiensten hadden daar tempels en begraafplaatsen.

 De Grieken stonden  buitengewoon open voor andere godsdiensten.

 Vooral het monotheïsme boeide velen.  Geen wonder dat het christelijk geloof daar wortel schoot en zich sterk verbreidde.

 

Hoofdstad

Tessalonica   was ook de hoofdstad van de Romeinse provincie Macedonië.

We moeten deze provincie niet identificeren met het huidige land Macedonië, dat vroeger tot Joegoslavië behoorde en waarvan Skopje nu de hoofdstad is.

 Er was in de tijd van Paulus nog een andere Romeinse provincie in Griekenland, Achaje geheten. Daarvan was de hoofdstad Korinte.

Het antieke Tessalonica lag aan de Egeïsche Zee even ten zuiden van Filippi.

 De omgeving was drassig, maar op de plek waar stad ligt, reikt het vaste en bergachtige terrein tot aan de zee. 

Je kunt nu heel goed  nog zien, dat de stad tegen berghellingen gebouwd is. 

Via Egnatia 

 Een van de hoofdstraten ligt weliswaar ongeveer drie meter hoger dan het toenmalige straatniveau, maar hij heeft weer dezelfde oude naam gekregen: de Egnatische weg.

Aan deze weg lag ook de synagoge waar Paulus en Silas het evangelie verkondigd hebben.

Tessalonica lag  op  een knooppunt van wegen.

De Romeinse heerweg van West naar Oost, kruiste daar  de weg van Filippi naar Berea en verder naar het zuiden.

Het behoorde tot de strategie van Paulus om juist zulke  verkeerscentra op te zoeken.

Zo'n  verkeerscentrum was ook Korinte. Vanuit zo'n centrum moest het evangelie zich in de naaste omgeving verspreiden. 

 

Voorbeeldgemeente

 Die opzet is hier ook gelukt.  Naar alle kanten heeft de gemeente van Tessalonica het evangelie uitgedragen. "Zo bent u een voorbeeld geworden voor alle gelovigen in Macedonië en Achaje"( 1 Tess. 1:7) schrijft de apostel.

Hij dankt God ook dat zij de boodschap die hij doorgaf niet hebben aangenomen als slechts een woord van mensen, maar als wat het werkelijk is:als het woord van God (1 Tess. 2: 13)!

Veel Grieken die God vereerden sloten zich in Tessalonica bij Paulus en Silas aan.

 Die Grieken waren mensen die weliswaar een grote sympathie voor de God van Israël hadden, maar zich niet officieel hadden aangesloten bij het jodendom door besnijdenis, doop en offer.

Er was ook een groot aantal vrouwen uit de hogere kringen die leerlingen van Jezus werden. Ook zij sloten zich bij Paulus aan. (Hand.  17: 4)

 Lucas vermeldt dit opzettelijk omdat Teofilus, voor wie hij zijn beide boeken  schrijft, ook tot de kring van hen behoorde die de God van Israël vereerden, en een Romeinse regent  was. 

 Die vermelding  zal hem zeker bemoedigd hebben.

 De gemeente van Tessalonica was een modelgemeente.

Ze was een bij uitstek missionaire gemeente, want vanuit Tessalonica had het Woord van de Heer zich verspreid door heel Macedonië  en Achaje. 

 Dat zal zonder twijfel ook een gevolg geweest zijn van het enthousiasme van de Grieken die God vereerden (sympatisanten van de synagoge) en de invloed van de vrouwen uit de hogere kringen.

Het verzet van de synagoge tegen de christelijke kerk was groot. Onder de vervolgingen die zij moest doorstaan bleef zij toch standvastig en trouw ( 2 Tess  1: 1- 4).

Veel vrienden

Paulus heeft in Tessalonica ook veel vrienden gemaakt.  Als hij later met een gezelschap medewerkers op weg is naar Jeruzalem blijkt dat ook twee medewerkers uit Tessalonica, Aristarchus en Secundus, met hem meereizen.

 Waarschijnlijk kwam ook Demas, een medewerker van Paulus uit Tessalonica, want als Paulus in de gevangenis in Rome zit en hij zijn laatste brief, (die aan Timoteus) dicteert, schrijft hij"Kom snel naar me toe, want Demas heeft me verlaten; hij heeft deze wereld lief  gekregen en is naar Tessalonica vertrokken."(2 Tim. 4:9).

Wellicht was hij van deze stad afkomstig en trok de wereld van deze bruisende wereldstad hem meer dan de benauwde sfeer van de gevangenis in Rome, waar de apostel verblijf hield.

 Alleen Lucas was nog bij hem gebleven ( 2.Tim. 4:11).