A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Rijk Gods in O.T.


.

 Zie de afbeeldingen van Koninkrijk Gods (1 en 2). Veel foto’s kun je vinden bij Sions Kinderen en vooral bij Sions heuvel. De naam  ‘Rijk Gods’ is een andere naam maar betekent hetzelfde. Net als Koninkrijk der hemelen. Het is een andere invalshoek voor Koninkrijk van God. In dit bestand  gaat het vooral over het koningschap van God in het Oude Testament. Ik vertel hier in het bijzonder iets over het koningschap Gods in de moeilijk begrijpelijke psalm 47 die in de traditie ten onrechte op de hemelvaart van Jezus  wordt betrokken. Zie ook Ark van het Verbond en Ark als talisman. Ik blijf van mening dat we Psalm 47 net als het hele psalmboek alleen christologisch goed kunnen verstaan naar de woorden van Jezus zelf in Lucas 24:25. Sommigen denken daar anders over en laten de eenheid tussen Oude en Nieuwe Testament geheel ten onrechte los.  

Jezus heft het in zijn verkondiging altijd  weer over het Koninkrijk van God. En in zijn gelijkenissen is dat het grote thema. Van dat Rijk van God is al sprake in het Oude Testament bij de intocht van de ark van het verbond in Jeruzalem. Je  zult natuurlijk zeggen: hoe kan dat nu?  Met die ark bedoel ik niet de ark van Noach, maar de ark van het verbond. Die ark was de symbolische residentie van Israëls God. Die ark was een soort kist. Je kon die kist vervoeren. Hij was verplaatsbaar. Toen het volk Israël door de woestijn trok had het natuurlijk geen tempel

Het beschikte wel over een tabernakel, een grote tent, die de tent der samenkomst genoemd werd. De Heer God kwam daarin samen met zijn volk. Op zijn tocht door de woestijn naar het beloofde land trok God mee in die ark. Die was voorzien van ringen en draagstokken. Die ark was een symbool voor Israël dat God hun koning was en daarom was die ark ook  symbool van de koningsmacht van God de HEER 

 

Niet automatisch

 

 Israël dacht soms dat als je die ark maar mee  vervoerde, Jahwèh automatisch in je midden was. Die ark werd als een magisch middel beschouwd. Als je die ark maar bij je had in een oorlog,, was je zeker van de overwinning. Dat dachten de Israëlieten ook toen ze vochten tegen de Filistijnen. Dat liep verkeerd af zie ‘Ark als talisman’

 

Op transport naar Jeruzalem

 

Later werd die ark definitief  naar Jeruzalem gebracht. Daar wilde God wonen onder zijn volk. Daar zou Hij tronen op de berg Sion. Net zoals de pelgrims optrokken naar de heilige stad gebeurde dat wee keer vertelt het Oude Testament. De eerste keer gebeurde dat toen David de ark uit het huis van Obed Edom overbracht naar Jeruzalem(2 Sam. 6:11).Wat moet dat een vrolijke, feestelijke stoet geweest zijn met duizenden zingende, musicerende  en dansende Israëlieten. Dat was een vermoeiende tocht want de weg  liep vrij stijl omhoog naar de b erg Sion . Het was letterlijk een ‘opgaan’

 

Tempel van Salomo

 

Voor de tweede maal gebeurde dat toen de tempel van Salomo klaar was. Toen werd de ark uit de tent die David daarvoor had opgericht langs dezelfde weg omhoog vervoerd door de straatjes van Jeruzalem. Voor de tweede keer ging het naar de berg Sion omhoog. Ook toen gin het er erg feestelijk toe met cimbalen, trompetten en citers (2 Kron. 5:2-14)

 

Opgaan met  muziek

 

Dat is nu precies de sfeer van psalm 47.God is opgegaan onder gejuich. Jahwèh is opgegaan onder bazuingeschal. God kwam immers zelf wonen onder zijn volk.

 

Verzoening

 

De aanwezigheid van de ark zegt ook alles over de aard van dit koningschap van God. Voor ons is dit moeilijk te begrijpen. De plaats van Gods wonen was het verzoendeksel met de beide cherubs. God kan alleen onder de mensen wonen als God en mens verzoend zijn. De troonzetel van Jahwèh werd door David naar Jeruzalem gebracht. Jeruzalem en de tempel waren de woonplaatsen van Israëls ware God.Ik zie dat als een soort aanschouwelijk onderwijs.

 

Ps 47

 

Hieronder een gedeelte van psalm 47. Is dat geen vreemde psalm? Als je die psalm leest denk je dat het gaat over de hemelvaart. Het gaat niet over de hemelvaart van God, maar over de intocht van de Ark van het verbond via de omhooglopende route naar de berg Sion in Jeruzalem. Dat is een oudtestamentische weergave van het koningschap van God. Ik laat hier een gedeelte van deze psalm zien:

Onder gejuich steeg God omhoog, de HEER steeg op bij hoorngeschal.  Zing voor God, zing een lied, zing voor onze koning, zing hem een lied:  God is koning van heel de aarde. Zing een feestelijk lied.   God heerst als koning over de volken, God zetelt op zijn heilige troon.  De vorsten van de volken zijn bijeen in het gevolg van Abrahams God. Zijn schildwachten zijn ze op aarde. Hoog is hij verheven 

Niet opvaren, maar opgaan

 Veel vertalingen zetten ons op het verkeerde been door het werkwoord ,opvaren, te gebruiken in plaats van opgaan. Deze psalm zongen we vroeger in de kerk altijd op Hemelvaartsdag. Onder daverend gejuich werd de ark door een feestelijke stoet omhoog gebracht. En toen de poorten van Jeruzalem bereikt werden, zong het volk: Heft  poorten, uw hoofden omhoog, om de Koning van de glorie binnen te laten. Inderdaad vroeger zongen we ‘Hij ie tussen de cherubs woont, vaart met gejuich omhoog’. Daar begrepen we indertijd helemaal niets van. Wat waren de cherubs? Nu weten we :dat waren twee beelden van engelfiguren op het verzoendeksel van de ark van het verbond. Het gaat om een oudtestamentische voorstelling van de kroning van IKsraëls God.Hij is koning van alle volken. 

Alle volken

 Nu moet je weten dat het Hebreeuws twee woorden heeft voor volk. Het eerste woord is am. Als er sprake was van het volk Israël werd het woord am gebruikt.  Israël was Gods verbondsvolk en de ark was de verbondsark. Met ‘am’ werd Israël als bondsvolk aangeduid. Voor de volken buiten Israël werd het woord gojim gebruikt. Dat waren zogezegd de heidenen, de volken die niet in een bijzondere relatie ot de Jahweh stonden. Dat was typerend voor de oudtestamentische tijd. Die tijd gaat voorbij lezen we in Psalm 47, God wil koning zijn van alle volken en dan lezen in het Hebreeuws het woord gopjim Ook de gojim  zoals Babel en Assyrië horen erbij. Ze worden opgenomen in het bondgenootschap.. 

Sion als centrum

 Ook in Psalm 87 worden volken die geen band met Jahwèh hebben, getypeerd als ammim:Rahab en Babel vermeld ik als degenen die Mij kennen. Zie, Filistea, Tyrus en Ethiopië. Deze is in Sion geboren. De volken die hier genoemd worden, worden ook weer met de naam ammim gekenmerkt. De bevoorrechte positie van Israël is voorgoed voorbij. Het is zeker ook niet zo dat de kerk in de plaats van Israël is gekomen. In de Bijbel gaat het niet om de categorie van de vervanging maar om die van de vervulling. Christus als de grote Zoon van Israël  de vervulling van al Gods belofen aan Israël. 

Heidenen.

 

Het woord heiden mag je daarom beslist niet meer gebruiken. Die naam is gedateerd, God wil God zijn van alle volken. Alle christenen uit alle volken behoren nu tot Gods verbondsvolk. God is  ook koning over de hele aarde. Dat is nu juist typerend voor de God van Israël. Hij regeert ook over de gojim. Het koninkrijk van God komt ook al in het Oude Testament dus voorDe eeuwige Christus laat zijn stem al horen in het Oude Testament bij monde van David, de Messiaanse koning van Israël. Ps 2, Palm 22, Ps 110 en ps 72, om slechts enkele psalmen te noemen

 

David

 

Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. Dan spreekt hij tot hen in woede, en zijn toorn verbijstert hen: ‘Ikzelf heb mijn koning gezalfd,  

Van de hondertvijftig  psalmen worden er 73 toegeschreven aan koning David. Vlolgens het getuigenis van de Schrift is David als gezalfde koning van het uitverkoren volk een voorafschaduwing van Jezus Christus. Alle psalmen die we van David kennen heeft hij geschreven na zijn zalving als koning. Eerst door zijn zalving werd hij begiftigd door de Heilige Geest. In de Psalmen van David spreekt de beloofde Christus zelf. (Hebr. 2:12 en 10:5).Dezelfde woorden die David sprak,sprak in hem de toekomstige Messias. Of zoals we het ook kunnen zeggen:de Heilige Geest. (Hebr. 3:7) Christus zelf bad ze in zijn voorloper David. In de psalmen van David bidt de Christus -die in hem woont-, mee.’De Geest van de Heer spreekt door mij en Gods woord is is op mijn tong:2 Sam. 23:1 Van de psalmen in hun totaliteit zegt Jezus dat ze zijn dood en opstanding verkondigd hebben Ook in de psalmen beluisteren we al de levende Heer.

 

Zonder aanzien

 

Hij is een koning van kosmisch-universeel karakter

Maar dit  Godsrijk is zonder aanzien.

Het is als een mosterdzaadje, de kleinste van alle zaden.

Het is als een schat in de akker.

Je loopt er aan voorbij. Het ‘rijk’ van God is niet alleen aanwezig in de persoon van Jezus zelf, maar vooral ook in zijn door de Heilige Geest geïnspireerde optreden. Jezus zei  eens:

‘Zie het koninkrijk van God is midden onder u (Luc 17:20). In deze uitspraak verwijst Jezus naar zichzelf.

Hij verwijst niet naar het innerlijk van ieder mens zoals liberale, vrijzinnige theologie. Het Godsrijk is daar waar Jezus spreekt en wonderen verricht. 

Áls ik de demonen uitdrijf met de vinger Gods dan is  het Koninkrijk van God bij u gekomen.(Luc.11:20) In de verkondiging en het openbare optreden van Jezus is het God  zelf die handelt en heerst op goddelijke wijze Daarom is ook het centrale thema van de prediking van Jezus het Koninkrijk van God. Zie ook bij ‘Gelijkenissen.

 

Messiaans koningschap

 

 Ook Christus als messiaanse koning is in heel  het Psalter al aan het woord. Zijn koningschap overstijgt het koningschap van David. In veel woorden van David herkennen we al de woorden van de Zoon van God Hij is als de ware vredekoning ook al aan het woord in Ps 72  Hij spreekt al in Psalm 22. Maar hoe kan Hij als de Zondeloze bidden om vergeving in  Ps 51De eeuwige Christus heeft zich geïdentificeerd met David

 

De solidaire Zondeloze

  

De Zondeloze was volkomen solidair  met de zondaren. Inderdaad de psalmen van David gaan  ook over de zonden en de schuld van David, (Ps 51)maar het is de geest van de levende Christus die in David mee -bidt, mee -worstelt...Al voordat Jezus was geboren, werd er al geprofeteerd over de komende Messiaanse koning, sterker nog was de Christus al bezig in het Psalter zijn komst als de messiaanse koning aan te kondigen. Op een verborgen manier laat Hij in de kroningspsalmen al zien, dat de glorie van zijn koningschap aanstaande is. Zijn rijk komt er aan!! Het zal een rijk zijn dat het koningschap van David ver zal overstijgen. Christus is de Zondeloze, inderdaad, Maar Hij is tot zonde gemáákt (2Kor. 5:21) opdat wij zouden worden gerechtigheid van God In Hem. Hij zou de gerechtigheid Gods worden in de mensen. Gerechtigheid is wat volgens de Thora de mens  moet doen om Gods kind en erfgenaam te worden. Christus is onze gerechtigheid..