A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Perzie h Daniel


In zijn bovenvertrek had Daniël in de richting van Jeruzalem open vensters .Daar knielde hij neer en bad tot zijn God driemaal per dag volgens zijn gewoonte. (Dan. 6:3)

 

Van 604-tot 564 vóór Christus was Nebukadnezar koning van Babel In zijn tijd trad Daniël op. Hij overleefde vervolgens de val van Babel en kreeg opnieuw een hoge positie aan het Perzische hof. Dat was in het derde jaar nadat Cyrus Babel had veroverd (Dan.10:1).

Rijk van Babel

 Illegale verzetslectuur 

Het verhaal van Daniël betekende voor de Joden geliefde illegale verzetslectuur in de tijd van de Syrische despoot Antioches Epifanes in het jaar 168 v. Chr. Hij oefende een ware terreur uit over de joden en hun godsdienst.

 

 

De Syrische koning Antiochus Epifanesswaagde het om in de tempel van Jeruzalem een varken te offeren aan Zeus.  Deze koning wilde Israël helleniseren en dwingen de Griekse goden aan te gaan aanbidden. De oude priester  Mattathias was tot in het diepst van zijn ziel door deze daad gekwetst. In de afscheidsbrief  aan zijn kinderen  herinnert hij hen aan de drie Joodse mensen uit Daniël 3: Hananja, Misaël en Azarja’. Zij werden een voorbeeld voor zijn kinderen. Zij zullen op hun beurt de Makkabeeënoorlog tegen de Syriërs beginnen. Het boek Daniël als illegale verzetslectuur heeft ook in de tijd van Hitler talloze christenen geïnspireerd om hardnekkig in het verzet te gaan tegen Nebukadnezar die toen Hitler heette.  

Gruwel der verwoesting

  Als het boek Daniël geschreven wordt herinnert de schrijver aan de afschuwelijke daad van de Syrische koning (Daniël 11:31).  Hij schrijft namelijk over de ontheiliging van het heiligdom, het afschaffen van het dagelijks offer en het verwoesting brengend afgodsbeeld  dat in de tempel wordt opgericht. In Marc.13:14 lezen we hoe Jezus in zijn toespraak  de oprichting  van dat afgodsbeeld in de tempel van Jeruzalem als een beeld gebruikt voor de eindtijd:”Wanneer ge dan de gruwel der verwoesting ziet staan waar hij niet behoort, die het leest geve er acht op , laten dan die in Judea zijn vluchten naar de bergen. Bij deze ‘gruwel der verwoesting’ gaat het niet over de verwoesting van Jeruzalem, maar om een  vreselijke afgoderij. Over het offeren op een altaar van Zeus! De vijandschap tegen de God van Israël wordt ook openbaar  als Daniël aan het Perzische hof verblijft. 

Joodse identiteit

 Daniëls verblijf en zijn redding uit de leeuwenkuil staan symbool voor het Joodse volk. Er is op aarde geen enkel volk dat zo zeer vervolgd is als het Joodse volk. Er is op aarde ook geen enkel volk dat zo zeer zijn identiteit heeft weten te bewaren als het Joodse volk. De Filistijnen, Amelekieten, Moabieten en vele andere volken zijn verdwenen, maar het Joodse volk heeft zijn eigenheid en religie door de eeuwen heen behouden. Dit alles met het oog op de Messias van Israël!

 Leeuwenkuil 

 

 

Koning Darius der Perzen en zijn satrapen

De leeuwenkuil van Daniël is ook een Bijbelse plaats. Hij was in het park van de koning uitgegraven. Van boven was hij open en omgeven door een ringmuur. In deze muur bevond zich een opening, die door een steen werd afgesloten. Via deze opening gaf men de leeuwen hun voedsel. Het werpen voor de leeuwen was bij de Perzen een manier waarop men misdadigers ter dood bracht..

Darius

 Er is een afbeelding in graniet van koning Darius van de Meden en de Perzen bewaard gebleven.

Tegen zijn wil had hij opdracht gegeven Daniel in de leeuwenkuil te werpen. Hij vond dit verschrikkelijk, maar hij had nu eenmaal opdracht gegeven. Het was een wet van Meden en Perzen die niet herroepen kon worden.

 

 Hier zie je een afbeelding van koning Darius, koning van de Meden en de Perzen. Dit beeld staat nog steeds in het voorportaal van zijn paleis in Persepolis. Koning Darius zit op zijn troon, hij heeft een gestileerde baard, een scepter in zijn hand en ik vermoed dat onder zijn troon de vazalvorsten zijn afgebeeld die hij had onderworpen. Wellicht stellen zij de 120 satrapen voor die hij in zijn rijk had aangesteld. En wie is dan de figuur achter Darius? Het zou wel heel mooi zijn als hiermee Daniël uitgebeeld zou zijn. Hij kreeg een toppositie in het Perzische rijk (Dan 6:4) Nieuw Jeruzalem In het laatste  Bijbelboek wordt het komende rijk van God getekend met beelden die ontleend zijn aan het oude Jeruzalem.

 

Oud Jeruzalem

Wij zijn burgers van het Nieuw Jeruzalem. Soms zijn we het uitzicht op die Stad van God kwijt. Het venster naar Boven is dan gesloten. Dan moeten we de rolluiken optrekken of de tralies wegbreken. Een mens die geen uitzicht heeft naar Boven is als een huis waarvan de vensters getralied zijn.

 

Open vensters richting Jeruzalem

En toch is ons gebed geen slag in de lucht. De hemel is voor ons niet gesloten. De toekomst is niet dicht. Ook al zijn er veel vensters dichtgegaan in ons leven, toch hebben we uitzicht, want we hebben open vensters in de richting van Jeruzalem. Op de hoogste verdieping van zijn riante woning in Babel bezat Daniël open vensters in de richting van Jeruzalem (Dan 6: 11). Vroeger zaten er tralies voor. Maar Daniël had ze laten wegbreken. Hij wilde vrij uitzicht hebben naar het westen.Daar lag Jeruzalem. Daar had God zijn naam bekendgemaakt. Daar woonde God onder zijn volk. Daar bevond zich de tempel.Daar werden vroeger de offers der verzoening gebracht.Voor Daniël werden veel vensters gesloten. Zijn collega’s kregen een hekel aan hem. Hij was de lieveling van Darius. Zij waren jaloers op Daniël. En Daniél bleef een vreemde, een vreemdeling. Waarom moest Darius nu uitgerekend zo’n vreemde jood, zo’n onderkruiper op die hoge post van minister-president plaatsen?Hij vereerde bovendien ook niet de Perzische god van het licht en de Perzische god van de duisternis. Ze wisten de koning zo ver te krijgen dat hij een wet ging uitvaardigen dat de eerste maand niemand tot enige god mocht bidden dan tot de koning. Was de koning eigenlijk ook niet een beetje god? Daniël moest niets hebben van de leer met de twee goden die de Perzen kenden. Hij bleef trouw aan de God van Israël, en hij bad driemaal daags tot God, want hij had open vensters in de richting van Jeruzalem.De Joden kenden God als een God van liefde en eindeloze barmhartigheid. “Barmhartig is de HERE en groot van goedertierenheid”.Daarvan is geen sprake bij alle Mesopotamische godsdiensten. Hun goden waren wreed, meedogenloos en veeleisend en de bewoners leefden in een voortdurende angst voor de terreur van goden en geesten, demonen en gedrochten. Tegen die achtergrond krijgt het gebed en het geloof van Daniël een scherp reliëf.

Daniel had open vensters in de richting van Jeruzalem