A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Gods twee adressen


Jesaja 57 : 15  Want zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is: In de hoge en in het heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en nederige van geest, om de geest der nederigen en het hart der verbrijzelden te doen opleven.

 

Twee adressen 

Als student moesten we vroeger aan de VU twee adressen opgeven: een studieadres en een vakantieadres. Als je niet in Amsterdam was, konden ze je vinden  op je vakantieadres en dat was meestal thuis.

Er zijn nu ook veel Amsterdammers die een zomerhuisje of een riante recreatiewoning als tweede woning op de Veluwe bezitten. Ze hebben meestal ook 2 telefoonnummers.

 Als je ze niet kunt bereiken op het ene adres, dan kun je ze thuis aantreffen op het tweede adres. Eén ding staat als een paal boven water: Ze zijn nooit op twee adressen tegelijk aanwezig.

Ze zijn óf in Amsterdam, óf op de Veluwe  Nu heeft God óók twee adressen. Je zult misschien zeggen:God woont toch overal?

 

De aarde gezien vanaf de maan. Woont God op de maan, op aarde of in de hemel? Of tussen de sterren?

Over bijbelse plaatsen gesproken: God woont op twee adressen!

 

Ja God is wel overal, maar Hij wóónt maar op 2 adressen. Het verrassende is dat Hij op 2 adressen tegelijk woont. Hoe weet je dat ? Omdat God dat zelf gezegd heeft. God heeft zichzelf ter sprake gebracht. God is niet sprakeloos. Hij is de sprekende God. En wij mensen worden aangesproken en zijn aansprakelijk! Hij heeft zich echter niet bekend gemaakt door helderzienden en waarzeggers, maar door profeten en apostelen. 

God woont in de Hoge, nog veel en veel hoger dan de Eiger die we hier zien afgebeeld. Ja, zeker, Hij woont ver boven de aarde en ook tussen de aardmensen in.

Maar God woont ook op aarde. Hier is zijn domicilie. Hij woont bij de nederigen van geest. 

 

Zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is. In de Hoge en in het Heilige woon Ik en bij de verbrijzelde en verslagene van geest. God woont in de hemel en Hij woont óók op de  aarde. Hij woont ver weg en Hij woont heel dicht bij. De Here God woont op twee plaatsen tegelijk. Hij woont heel hoog en heel laag. Dat zal een moslim van Allah nooit zeggen, nooit kunnen zeggen. Hij  woont in  de Hoge in en Hij woont bij de verbrijzelden van geest. Mensen die er helemaal kapot van zijn.

 

Hoop voor ballingen 

Onlangs is een zegel gevonden van een zekere Tamech. Hij was nog een tempeldienaar in de tempel van Salomo. Dit zegel heeft hij laten maken in Babel. Het zegelbeeld laat de opgeheven handen van de priesters zien. Mijn bee met opgeheven handen, klim voor uw heilig aangezicht.........Tamech heeft het weer mee teruggebracht naar Jeruzalem en het is daar gevonden

 

Die boodschap van Jesaja was allereerst bestemd voor de joden die uit Babel waren teruggekeerd in Jeruzalem. Ze waren een kleine en kwetsbare groep.

 

Hun moed was gebroken. Ze hadden in ballingschap al zoveel ondervonden. Zo hadden al zoveel ellende doorstaan en nu zaten ze bij de puinhopen van  Jeruzalem en ze zeiden: Hoe moeten we nu verder ? De stad was een ruïne en hun leven een woestijn. Ze zeiden God ziet het niet en God hoort het niet. God is afwezig. Hij laat verstek gaan. Waar is God eigenlijk als het kwaad goede mensen treft? Waar is God in Afghanistan en in de Sahellanden? De commandobrug van het wereldschip schijnt verlaten te zijn en de dobbelstenen van het toeval schijnen de dienst uit te maken. Zo was het ook in de tijd van Jesaja. Jesaja mag namens God het volk gaan troosten. De Here God steekt de ex-ballingen een hart onder de riem: Luister goed: zie, dat wil zeggen: let nu goed op: Ik woon niet alleen maar in de hoge, maar ook bij mensen die verbrijzeld en verslagen van geest zijn. 

 

God woont

Wonen is iets anders dan verblijven. Je verblijft in een ziekenhuis, je verblijft in de gevangenis, je brengt je vakantie door in Oostenrijk, maar je woont er niet. Je kunt niet zeggen: ik woon in het ziekenhuis of ik woon in Oostenrijk. Je bent daar niet permanent. Je woont waar je thuis is en je je thuis voelt. Waar sfeer is. Leefwarmte en liefde. Waar je permanent verblijft. Daar is je adres Daar is je domicilie. En nu is dit het Evangelie: God laat Jesaja ons vertellen, dat Hij op twee adressen zich thuis voelt. Hij woont op 2 adressen tegelijk.

Zo zegt de Hoge en Verhevene, die in eeuwigheid troont en wiens naam de Heilige is, in de Hoge woon ik.

Op een viervoudige wijze brengt God zichzelf ter sprake: als de Hoge, de Verhevene, de Eeuwige en de Heilige God woont Hij in de hemel. Wat is de hemel? Niet de sterrenhemel of de wolkenhemel. De hemel is de plaats waar God woont. Wij wonen op aarde. Als bewoners van deze aarde kunnen we de hemel niet lokaliseren. God woont niet tussen de sterren of boven de sterren. Hij is wel de architect van sterren en planeten. Er is een duizelingwekkende afstand tussen de hemel en de aarde. Die afstand kunnen wij nooit overbruggen. Wij beleven in dit informatietijdperk de teloorgang van het Heilige. In het afgeplatte leven van onze tijd is het besef van Gods  majesteit uitgesleten. Toch heeft God  zich bekendgemaakt als de Gans Andere. Hij is een verterend vuur. Hij is een verblindend licht. God is anders dan wij denken! 

Visioen van Jesaja

God heeft Jesaja een kijkje laten nemen in een geopende hemel. En wij mogen meekijken. In zijn roepingvisioen hoort hij de engelen het Driemaal Heilig zingen in een onstuimige reidans rond de troon.

Heilige, Heilig, Heilig is de Here der heerscharen. De hele aarde is van zijn heiligheid vol.

Toen viel Jesaja verbijsterd op de grond en riep hij uit: Wee mij, want ik  ben een man die onrein van lippen is en woon temidden van een volk dat onrein van lippen is.

 

 

Veel mensen denken dat God alleen maar aardig is. Ze zien Hem als een hoogbejaarde, zachte, lieve man met grijzend haar bij de slapen, zoals een kunstenaar hier de Griekse oppergod Zeus heeft afgebeeld.

Maar God heeft zich geopenbaard als de Heilige. Als een God die vreselijk boos wordt om al het gruwelijke kwaad dat mensen elkaar aandoen. Zijn  verschroeiende toorn in gerichten en geruchten van gerichten, die over deze aarde gaan is een explosie van zijn gekrenkte liefde. Wie kan bestaan onder de hete adem van zijn toorn ?  

Het tweede adres 

God heeft nog een ander adres. In de Hoge en in het Heilige woon Ik èn bij de verbrijzelde en verslagene van geest. Het Hebreeuwse woord dat hier vertaald is met het woord verbrijzeld, betekent in allerlei kleine stukjes breken. Verbrijzelen is een veel sterkere uitdrukking dan verbreken. Een gebroken vaas kan nog gelijmd worden, maar als die vaas verbrijzeld is, is er geen lijmen meer aan. Die is helemaal kapot. Iets wat versplinterd, verpletterd en vermorzeld is kun je niet meer heel maken. Er zijn mensen die door allerlei narigheid uitroepen: ik ben er kapot van. Ik zie er geen gat meer in om alle gebroken stukken van mijn leven weer aan elkaar te lijmen. Gebroken relaties, stil verdriet, verstikkende eenzaamheid. Nooit wordt het weer als vroeger. Verbrijzelden van geest. Gebukt en gebeukt door zorgen. Uitgerekend bij hen wil God wonen. Juist bij hen voelt Hij zich thuis. Dat is een ongelooflijk evangelie.

 

Nederige van geest 

Er staat nog iets achter. Niet alleen bij de verbrijzelde maar ook bij de nederige van geest. God kan alleen maar bij ons inwonen als we nederig van geest zijn. Hij woont niet bij de Farizeeër die zichzelf op de borst sloeg, maar wel bij de tollenaar die uitriep: O God wees mij zondaar genadig.

De goden van de oude Grieken woonden op de Olympus. Zij wilden niets te maken hebben met nietige stervelingen. De God van Abram Isaäk en Jakob is totaal anders. Hij is afgedaald in de laagte om onze leegte te delen. Hij is onder ons komen wonen in een mens als wij.

Ik trof bij  Johannes  een aangrijpend woord:Indien iemand Mij liefheeft, zal hij mijn woord bewaren en mijn Vader zal hem liefhebben en dan horen we: En Wij zullen tot hem komen en bij hem wonen (Joh. 14:23).

Dat is een wonderlijk evangelie. Wij voelen ons soms als een leegstaande woning die door krakers bezet is. Tot ons geslagen en verslagen mensen zegt God ::”Toch woon Ik in u”

 

Gods domicilie

We denken wel eens dat de kerk, het kerkgebouw het huis van God is. We zijn nu in Gods huis gekomen. Dat is niet waar. De kerk is maar een gewone vergaderzaal. Niet de kerk is het huis van God. De gelovigen vormen het huis van God. De ­gemeente is de woning van de Heer. Hoe kan dat toch? Hoe kan de driemaal Heilige onder ons wonen? Dat kan alleen door Jezus Christus. In Jezus is Hij onder ons komen wonen. Het Kind van Bethlehem is de luchtbrug die hemel en aarde verbindt en het geloof in Hem de enige loopplank waarover wij bij de Heilige aan boord kunnen komen. De meest fundamentele zekerheid van het geloof is  dat wij in Christus met God Zelf in aanraking komen.

Kerstfeest is voor velen alleen maar een puur romantisch feest. Feest van kerkklókjes en sneeuwvlókjes, lichtjes en gedichtjes, een  gezellige sfeer. En dat mag ook. De diepe zin van Advent is toch altijd weer: we krijgen Hoog bezoek. De Here God wil onder ons en in ons wonen. Die inwoning geschiedt door de Heilige Geest, Geest van God de Vader en de Geest van God de Zoon. Waarom wil die verheven en hoogheilige God bij ons en in ons wonen? Dat staat hier ook: Om de geest van de nederige en het hart der verbrijzelden te doen opleven. Hij komt niet bij ons om ons op de vingers te tikken of het leven zuur te maken. God komt onder ons wonen om ons op te fleuren, te laten opademen. Hij wil ons reanimeren, troosten, bemoedigen, uitzicht geven. Het duizelingwekkende wonder van het Kerstfeest is dat de Heilige God, die de sterrenstelsels heeft geschapen en een afschuw heeft van het kwaad, het morele kwaad en het natuurlijke kwaad zoals rampen, ziekten en dood, onder ons is komen wonen. We kunnen ons voorstellen dat dit voor de tijdgenoten van de eerste christenen absurd was.

Een heidense schrijver schreef:

Een God in slavengestalte: heb je ooit zo iets gehoord? Een God die gaat groeien in de buik van een vrouw en ook een huilend kind wil zijn, en zich laat opjagen als een asielzoeker en als een misdadiger sterft aan een kruis. Is dat niet belachelijk?

 

Machtig perspectief 

En nu hebben we ook een machtig perspectief voor de toekomst. God heeft de apostel Johannes in het laatste bijbelboek een kijkje gegund in de nieuwe hemel. Het Nieuw Jeruzalem van de toekomst! Zie, de tent van God is bij de mensen, en Hij zal bij hen wonen. Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen. En het verdriet zal niet meer zijn en de dood zal niet meer zijn (opb. 21:3,4). De uitstraling van Gods wezen zal als een warme vacht om ons heen zijn. De verhoogde Heiland zegt ook in dit bijbelboek. Zie Ik sta aan de deur en ik klop. De Heiland staat bij ons op de stoep. Hij klopt aan de deur van ons hart. Open die deur! Hoe zal ik U ontvangen? Hoe wilt Gij zijn ontmoet ?

Ik herhaal en vat samen: De Here God heeft twee adressen. Hij woont in de Hoge en Hij heeft zijn domicilie bij mensen die nederig en arm van binnen zijn!