A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Antiochie in Pisidie


Paulus en Barnabas gingen van Perge verder en kwamen te Antiochië  in Pisidië  (Hand. 13:14)

In het Yalvac museump(je) in Pisidie kunt u de naam lezen van Sergius Paulus die daar grote landgoederen bezat.Nu komen we die naam -zoals u weet-  ook al tegen in Hand.13: 7-12. Deze Sergius Paulus van Cyprus was proconsul in Pafos.Hij was diep onder dr indruk gekomen van het optreden van Paulus en tot geloof in Christus gekomen. Deze twee mannen waren  familie van elkaar.Prof. Asmussen acht het daarom  niet onmogelijk dat de Sergius Paulus van Cyprus de apostel attent gemaakt heeft op zijn familie in het Pisidische Andtiochie en dat Paulus daarom direct doorgereisd is van Perge naar het Pisidische Antiochie.In Hand. 13:12 lezen we nog over de proconsul en in vers 14 lezen we al over Antiochie.

Het is maar een kort zinnetje en het lijkt zo eenvoudig: Paulus en Barnabas gingen van Perge verder en kwamen te Antiochië. Simpel nietwaar!



(Bij nummer 5 op het kaartje) Het is een afstand van honderden kilometers. Perge lag in een streek die vroeger  Pamfilië genoemd werd. De plaats lag even boven Attalia nu een bekende badplaats. Die regio heet  vandaag Zuid-Turkije. Perge ligt nu niet meer aan zee.

 

 

Dit is dan Antiochië in Pisidië. 

 In  de verte kun je nog het Romeinse viaduct zien! Een hele klim hoor van de kust naar het hoge plateau, waar de sneeuw nog op de bergen ligt  in de winter! Toen we hier een keer aankwamen, konden we in april nog sneeuwballen.

Paulus, Barnabas en Johannes Marcus waren in Perge met het schip uit het Syrische Antiochië aangekomen. Dat is dus een ander Antiochië!!Marcus keerde in die plaats echter weer terug naar Jeruzalem, maar Paulus en Barnabas trokken zelf verder. Vele dagen lang moesten ze alsmaar lopen, klauteren en klimmen langs diepe ravijnen.

Ze moesten door snel stromende rivieren waden en  soms zwemmen.  Het moet voor hen beiden een bijzonder zware tocht geweest zijn. Rovers  hielden zich verborgen in de uitgestrekte wouden van het Taurusgebergte en daarom was de tocht naar Antiochië niet zonder gevaar. Niet minder riskant dan de moerassige omgeving van Perge waar veel malaria voorkwam!

Hier zien jullie de overblijfselen van een Byzantijnse kerk in Antiochië.

Hij was gebouwd op de plek van de synagoge, waar  Paulus zijn langste preek hield (Hand.13:14-52) Lees die preek eens.Het ene religieuze gebouw werd altijd gebouwd op de fundamenten van het andere. Bij de opgravingen enkele jaren geleden trof men in de kerk een mozaïekvloer aan met Ps. 42: 4 .Blijkbaar had de gemeente het moeilijk. Besneeuwde bergen verwacht je hier niet, maar de stad lag op een hoog plateau waar de lucht veel kouder was

Dit is de triomfstraat met een poort met ooit drie erebogen. Hij is pas echter in de tweede eeuw gebouwd. Het zijn resten van het poortgebouw op de acropolis

En hier stond de tempel van Augustus, aan het einde van een breed plein met geweldige zuilen.De vriendelijke directeur van het piepkleine museumpje leidde ons hier zelf rond.

 

Vandaag zou die eerste zendingsreis heel wat gemakkelijker zijn geweest.  Er is nu een brede, goede weg van Antalya naar Isparta door het Taurusgebergte. Maar de oude weg is  toch nog altijd een weg met honderden haarspeldbochten, diepe afgronden en wilde stromen naast en onder je. Soms heel eng hoor !

Ik wist dat de ruïnes van Antiochië dicht bij het plaatsje Yalvac lagen. Daarom haastte ik mij naar het kleine museum in deze plaats om de weg naar de ruïneheuvel van Antiochië te vragen. De directeur aarzelde geen moment, verliet het museumpje  en ging met ons mee om ons de weg te wijzen. Hij maakte ons attent op enkele resten van het poortgebouw van de acropolis en de overblijfselen van een aquaduct.

Als je over de schamele resten van deze ruïne loopt, kun je je niet voorstellen dat zich hier vroeger een grote stad bevond. Het was een centrum van cultuur en religie. Een stad met vele tempels en theaters. Juist hier wilde Paulus het evangelie verkondigen. 

 Romeinse veteranen 

Er was ook een grote kolonie van Romeinse veteranen. In het centrum verhief zich een Augustustempel. Daarnaast bezochten duizenden  de religieuze plechtigheden  in de tempel van de Frygische maangod  Men. Afschuwelijke  orgieën vonden daar plaats.  Daarbij maakten de priesters gebruik van talloze tempelslaven. De opperpriester was een eunuch.

Veel Joden

In deze stad woonden ook zeer veel Joden. Velen van hen kwam uit Babel. Trouwens in heel Klein-Azië bevonden zich veel Joden. Ze werden diaspora-Joden genoemd, Joden in de verstrooiing.  Door de immigratiepolitiek van de Seleuciden genoten zij veel privileges. Ze kregen gratis overtocht, gelegenheid om koosjer vlees te kopen, vrije uitoefening van hun eredienst, vrijstelling van militaire dienst.  Geen wonder dat zeer veel Joden naar Klein-Azië emigreerden .

Bij hen sloten zich allerlei mensen aan buiten de kringen van het jodendom.  Er waren twee groepen.  Allereerst de zogeheten godvereerders(zij die uit belangstelling meeleefden met de diensten in de synagogen) en vervolgens de proselieten, ook wel jodengenoten genoemd, die door de doop ingelijfd waren in het jodendom. Onder deze proselieten bevonden zich veel vrouwen. Haar aantal was een veelvoud van dat der mannen. De mannen waren veel terughoudender, want als zij proseliet wilden worden, moesten zij zich ook laten besnijden.En daar voelden de meesten  niets voor.

Zodra Paulus in Antiochië  is aangekomen, gaat hij op de sabbat naar de synagoge. Waarschijnlijk heeft deze synagoge aan de oever van de rivier de Antios gelegen om gemakkelijk water bij de hand te hebben voor de rituele reinigingen. Boven de ingang zullen twee olijftakken zijn aangebracht met het opschrift "Tempel der Hebreeën".

Nu was de spreker in de synagoge in de diaspora gewend om op te staan als  hij een toelichting gaf op een schriftgedeelte.  Dat was een gevolg van de Romeinse en Griekse traditie.  In het Joodse land daarentegen ging men zitten(Luc.4:20.) Zo heeft Jezus ook zittend de Schriften uitgelegd in de synagoge te Nazaret. Paulus ging staan.

 Langste toespraak

Hier in Antiochië heeft Paulus de langste toespraak gehouden die door Lucas is opgetekend. Die toespraak lijkt veel op die van Stefanus in Jeruzalem, jaren geleden.

 Net als Stefanus roept Paulus in zijn preek de geschiedenis van  Israël  in herinnering. Net als Stefanus komt hij in zijn preek uit bij koning David.  En net als bij Stefanus loopt zijn toespraak uit op de verkondiging van de Christus en ook op fel verzet van de Joden. (Hand.7) De toespraak van Paulus is een zeer bewogen oproep tot de Joden om zich te bekeren en om deze Jezus te aanvaarden.

"Zij die te Jeruzalem wonen en hun oversten hebben Hem niet erkend.  Maar God heeft Hem uit de doden opgewekt; en Hij is gedurende vele dagen verschenen aan hen, die met Hem van Galiléa naar Jeruzalem waren opgegaan, die nu getuigen van Hem zijn bij het volk. En wij verkondigen u, dat God de belofte, die aan de vaderen geschied is, aan ons hun kinderen vervuld heeft door Jezus op te wekken. Hand. 13: 32)

Door deze Christocentrische verkondiging komen velen tot geloof in de Christus zowel van de joden, jodengenoten als van de  vereerders van God. Er is in de hele regio een enorme toeloop tot deze kring der nieuwe discipelen. Tegelijk ontstaat er ook een vreselijke hetze tegen Paulus.  Woedend zijn de Joden.  Zij  jutten de vrouwen uit de hogere kringen en leden van de gemeenteraad op tegen Paulus en Barnabas slagen er uiteindelijk in hen de stad uit te zetten.