A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Aesculapium was een gezondheidscentrum in de oudheid. Er waren er drie:Epidaurus, Kos en Pergamum


Aesculapium in Epidaurus. De plaats werd bekend als de geboorteplaats van Asklepius.(500 - 475 BC) Hier zie je de grote bankethal. Allerlei dieren werden hier geofferd en daarna gebruikte men met elkaar een rituele maaltijd door het eten van de geslachte beesten (thusia)

  Hardlopen was ook een onderdeel van de therapie. Vandaar dat er ook een stadion (renbaan) werd gebouwd.

Ontspanning was ook noodzakelijk bij het genezingsproces. Daarom verrees hier een theater.

Er waren in de oudheid drie beroemde gezondheidscentra. Kos, Epidaurus en Pergamum. Zo'n gezondheidscentrum werd in het Grieks een Asclepion genoemd en in het Latijn een Aesculapium.

In de Griekse mythologie heette de god der geneeskunde Asclepius of Aesculapius.

 

De god Asclepius. Een herinnering daaraan vind je nu nog terug  in het bekende embleem met een slangetje op de voorruit van de huisarts. 

Slaapcentrum in het Aesculapium te Pergamum 

 De drie antieke medische centra vond je  in Epidaurus, Kos en Pergamum.[1]

In Griekenland paste men voor depressieve mensen de shocktherapie toe.  De patiënten werden neergelaten in een diepe donkere kuil waar allerlei niet-vergiftige slangen  rondkropen.

De artsen gingen ervan uit dat de patiënten zo geweldig zouden schrikken, als ze de fluorescerende ogen van de slangen zagen, dat ze hun depressies zouden kwijtraken

Het grote terrein van het medisch centrum in Pergamum

Je kwam in het slaapcentrum via een onderaardse gang die nog goed bewaard is gebleven. Boven die gang waren verschillende openingen uitgespaard. Als de patienten door die gang liepen lagen voor die openingen de priesters en pasten met fluisterstemmen suggestieve behandelingsmethoden toe. De patienten die al bewustzijnsverlagende kruiden hadden geslikt, meenden dat ze de stemmen vande goden hoorden.

Hier lig ik zelf geknield voor een dergelijke opening boven de gang en pas de suggestieve behandelingsmethode toe."U wordt beter. U voelt zich nu al opknappen."

Laten we eens naar het kuuroord van Pergamum gaan. Het was een beroemd sanatorium op een terrein van 110 bij 130 meter. De beroemde hofarts van keizer Marcus Aurelius, Galenus heeft hier gewerkt.

Langs allerlei kapitelen en omgevallen  en nog overeind staande zuilen en tussen stekelige distels door wandelen we over de "via sacra" naar het wereldberoemde medische centrum. We komen bij de plek waar ooit de toegangspoort zich bevond.

Toegang verboden aan de dood

Boven die poort stonden de  woorden :  In naam der goden, de toegang is verboden aan de dood.

Natuurlijk waren er ook veel mensen, die géén genezing vonden.  Maar dat werd angstvallig geheim gehouden. De mensen die overleden waren werden in de nacht heel onopvallend weggedragen.

 

Als we de voorhof  bereiken zien we vóór ons een korte zuil met slangenreliëfs. 

Het is de zogeheten slangenzuil, die ons herinnert aan het bekende  verhaal uit de mythologie.

Even  verder treffen we de heilige bron aan. Het water is heel helder en fris. In deze omgeving waren vroeger de modderbaden en de heetwaterbaden. Via een grote onderaardse gang, die nog verrassend gaaf is, begeven we ons naar de tempel van Telesforus, het medisch centrum voor de behandeling met hypnose, psychotherapie, slaapkuren en dromenuitleg. 

 Die gang is 8o meter lang en vrij breed, maar ook donker.  Boven die gang had men om de zoveel meter  ronde openingen gemaakt waardoor licht en lucht de donkere gang konden binnen komen. Boven die openingen lagen de assistenten van de priesters plat op hun buik en fluisterden de onder hen passerende patiënten  allerlei bemoedigende toverspreuken toe.

Door de bewustzijnsverlagende kruiden die zij bij de ingang van de onderaardse gang hadden toegediend gekregen, waren de patiënten zeer suggestibel voor de hypnotische behandeling. Bovendien meenden zij dat het de goden waren die hen toespraken.  In de therapie speelde ook de muziek een grote rol.  Het theater waar de concerten plaats vonden is nog behoorlijk intact. De onderste verdieping van  het hele complex lag onder de grond en is daardoor uitstekend bewaard gebleven.

 De honderdduizenden die hier genezing trachten te vinden, vertrouwden zich blindelings toe aan de priester-artsen die in dienst van Asclepius stonden. Deze dienst van Asclepius omvatte het gehele leven.

De priester-artsen waren ook bankdirecteuren en zij zorgden ook voor de nodige ontspanning.

Asclepius als redder

 De bewoners van Asia vereerden Asclepius als heiland en redder. Hij was de god die voor een totale verlossing zou zorgen.

De cultus van Asclepius was totalitair. Langs de zuilenhallen van de tempel klonk dagelijks de groep: Asclepius  is Kurios.  Asclepius  is Heer. Die roep hoor je vandaag natuurlijk niet meer, maar je kunt nog wel de honderden in het Grieks geschreven dankbetuigingen lezen van hen die hier rust en ook genezing gevonden hebben

Voor velen in Pergamum was de slang het symbool van heil en genezing.

 Voor de christenen was dat het kruis. Voor de christenen was de slang juist het symbool van de zonde en de dood. [3] Tegenover de grote zuigkracht van de Asclepiusdienst zijn de christenen staande gebleven.

Met grote trouw hebben zij beleden: niet Asclepius is Heer, maar Jezus is Heer. De opgestane schrijft aan de gemeente te Pergamum:Ge hebt mijn naam niet verloochend.


[1] Zie ook bij Pergamum, dat 5 kilometer van het Aesculapium verwijderd was.

[2] Asclepius wilde eens een dode opwekken. Tot zijn grote schrik kronkelde er plotseling een giftige slang om zijn staf. Door een handige beweging doodde  Asclepius de giftige slang. Onmiddellijk verscheen er een andere slang die een kruis in zijn bek droeg. Daarmee gaf Asclepius de eerste slang het leven weer terug. Sinds die tijd bediende Asclepius zich van dit geheimzinnige kruid om zieken te genezen. De slang is hier symbool van redding en genezing.

[3] In Genesis 3 is de slang de personificatie  van de demonie.  In Openbaring  komen we de draak tegen die verwant is met de slang. De draak is een symbool van de vorst der duisternis die de kerk wil vernietigen.

In Openb. 12 gaat het om de titanenstrijd tussen de vrouw en de draak, de Kerk en satan.  De vrouw is daar een beeld van de kerk van alle eeuwen en de draak een symbool van Gods grote tegenstander.

De draak keert zich tegen hen die het getuigenis van Jezus hebben.(Openb. 12:17)