A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Vaderhuis Gods


Vaderhuis van God

 In zijn afscheidswoorden heeft Jezus gezegd  “In het huis van mijn Vader zijn vele woningen (Joh. 14 : 1)” 

Voor Jezus was de tempel in Jeruzalem het Vaderhuis van God. Tot de kooplui op het tempelplein zei Hij immers :Jullie maken het huis van mijn Vader tot een koophuis" In Joh.14:2 heeft Jezus het over de Nieuwtestamentische tempel.Niet een tempel van steen maar een geestelijke tempel. Nu hebben de moslims op die plek de Rotskoepel gebouwd. Op de binnenkant van deze koepel lezen we:Lof zij Allah, die geen zoon heeft" De 12 stenen op het borstschild symboliseren de 12 stammen vanIsrael als het hele volk van God.Hij droeg - zoals Christus nu draagt  - het het hele volk van God op zijn hart

Tekening van de tempel met op de voorgrond het Kedrondal.

 

 

Wat betekent dit?

Wat bedoelt Jezus met het huis van zijn Vader?

Meestal denken we bij deze woorden aan de hemel.

Als Jezus gaat sterven gaat hij naar de hemel. Het Vaderhuis is dan de hemel en als we sterven gaan we naar de hemel en hebben we daar gereserveerde plaatsen. Dat is de gebruikelijke uileg.  Het Vaderhuis wordt zo geïdentificeerd met de hemel. Ik geloof dat dit niet juist is.Het huis van Jezus’ Vader, het Vaderhuis mogen echter niet beperken tot de  woonplaats van God in de hemel. Het is de woonplaats van God waar allen die in Jezus geloven  een veilig onderdak hebben. Zij zijn bij God als het ware kind aan huis. En dan moeten we niet allereerst aan de hemel denken, maar aan alle Christusgelovigen, in China en Amerika, aan Indianen en aan Hongaren, hoogleraren en verstandelijk gehandicapten in alle eeuwen. Jezus spreekt immers van vele woningen. De Nieuwe  Vertaling heeft het over vele kamers. Het zijn vele verblijfplaatsen,wooneenheden,appartementen. Evenveel wooneenheden als er talen gesproken worden. Al die gelovigen vormen met elkaar Gods Vaderhuis. Wij zijn de kinderen van God onze hemelse Vader. Daarom zegt Jezus; Jullie moeten je niet uit het veld laten slaan, voel je niet verlaten, want in het huis van de Vader zijn vele woningen. Als je op God vertrouwt en op mij, dan ben je al in Gods Vaderhuis. 

Vaderhuis is Gods tempel 

Als Jezus het heeft over het huis van zijn Vader denkt hij aan een tempel. Ook hier zullen we het Nieuwe Testament niet mogen loskoppelen van het Oude Testament. Als Jezus spreekt over het huis van zijn Vader, denkt Hij aan de tempel als woonplaats van God.

Toen Jezus eens zag hoe op het tempelplein  kooplui bezig waren met het verkopen van runderen en schapen en de wisselaars bezig waren de gangbare munten om te zetten in munten die voor de tempel waren toegestaan, maakte Jezus een zweep van touw en dreef Hij hen allen uit de tempel en riep Hij “Maakt het huis van mijn vader niet tot een rovershol, een verkoophuis” Er is geen enkele reden om aan te nemen dat de uitdrukking Vaderhuis in Jezus afscheidstoespraak een andere betekenis zou hebben. Die tempel op het tempelplein  - en dan in het bijzonder het heilige der heiligen – was de woonplaats van God. Daar mocht niemand komen, laat staan wonen. Slechts één keer per jaar, op grote Verzoendag, mocht de hogepriester daar binnengaan .God woonde wel onder zijn volk, maar Hij zelf was eigenlijk ontoegankelijk voor de mensen. Hoe totaal anders wordt het bij het sterven van Jezus.

 

Afbeelding van de oudtestamentische hogepriester ,die slechts een keer per jaar het Heilige der Heiligen in de tempel mocht binnengaan. Sinds Jezus verzoenend sterven is dit Heilige der heiligen vervangen door eindeloos veel wooneenheden waar plaats is voor ieder. Ieder mens kan nu zijn plekje in het Vaderhuis krijgen.

Jezus is de ware hogepriester 

In  de tempel van Jeruzalem, het huis van Jezus’  Vader was alleen plaats voor de hogepriester op de Grote Verzoendag.

Maar  sinds het verzoenend sterven van onze grote Hogepriester Jezus Christus zijn er in het huis van de Vader vele woningen. Er is huisvesting voor ieder. Door zijn sterven heeft Jezus de weg naar God toegankelijk gemaakt. We mogen bij God wónen.

Nu al. In de woonplaats van God zijn vele wooneenheden. Hij geeft huisvesting aan allerlei mensen en volken en rassen.Maar dat is heus niet slechts toekomstmuziek. Die woorden van Jezus hebben heus niet alleen maar te maken met de hemel, met het hiernamaals. We hoeven neus niet te wacht op het ogenblik van ons sterven. 

Ook in het hier-nu-maals 

Jezus vervolgt: wanneer Ik heengegaan ben en u plaats bereid heb, kom ik weer terug en zal u tot Mij nemen, opdat u ook zijn moogt waar Ik ben.  Als je op de klank afgaat, denk je  natuurlijk aan  de wederkomst van Jezus. In de vertaling van het NBG lezen we dat Jezus zegt dat Hij ‘weder zal komen” Het lijkt erop dat Jezus hier spreekt over zijn wederkomst. Maar we moeten niet op de klank afgaan, maar dit woord van Jezus in de context houden staan waarin Hij dit gezegd heeft.Uit het verband blijkt zonneklaar dat het niet gaat over zijn komst aan de rand der geschiedenis, maar over zijn terugkeer in de Geest(Joh. 14 : 16).Die tempel als woonplaats van God is hier al op aarde. Dat is sinds het Pinksterfeest al zo. Nu al mogen we bij God inwonen door het werk van Gods Geest!

 Niet in de toekomst, maar nu

 Nergens in dit tekstgedeelte wordt verwezen naar de wederkomst in een verre toekomst. Uit Joh. 14 : 16 blijkt dat Jezus bedoelt dat Hij terug zal komen door de Heilige Geest.”Ik zal de Vader bidden en Hij zal u een andere Trooster geven om tot in eeuwigheid bij u te zijn. Waar Jezus is, is God. De Trooster is Jezus zelf, maar nu niet meer in aardse verschijningsvorm, maar door de Geest van God. Het gaat in Joh. 14 dus niet om iets wat de leerlingen van Jezus pas na hun sterven ontvangen. Nee, hier en nu mag iedereen al Gods  nabijheid ervaren. We mogen nu al bij God inwonen en zijn nabijheid ervaren.  Vandaag de dag zijn er in Gods Vaderhuis al vele woningen. Het is heus niet alleen maar toekomstmuziek. 

 Veelheid en verscheidenheid 

Jezus sprak van ‘vele woningen”. Daarin ligt de gedachte van veelheid en ook die van verscheidenheid. Ieder mag nu de nabijheid van God ervaren op eigen wijze. Er zijn vele verblijfplaatsen, appartementen in Gods nieuwtestamentische tempel.Waar kun je nu die tempel vinden?  Jezus is daar heel duidelijk over. Die tempel is overal waar mensen in Jezus geloven. In Joh. 14 : 1 zegt Jezus; “Jullie geloven in God, gelooft ook in Mij” .Met deze woorden  stelde Jezus het geloof in God en in Hem op een absolute wijze op één lijn.Door het geloof in Jezus hebben we hier en nu al een eigen plekje in het huis van de Vader. We mogen door de actie van Jezus nu al kind aan huis zijn bij God de Vader! Jezus is de nieuwe Hogepriester, van wie de Hogepriester in het Oude Testament slechts een voorlopige afbeelding was.