God bestaat niet. Hij leeft!

Deze one-liners hebben een persoonlijk karakter. Op een goede dag heb ik ze eens bij elkaar gesprokkeld uit mijn aantekeningen.

Ze kunnen ons waarschuwen om niet telkens een blik cliché's te openen of gemummificeerde uitdrukkingen te gebruiken.

Ze kunnen ons soms ook op een nieuw idee brengen of stimuleren hetzelfde eens pittiger en puntiger te zeggen.



Oneliner 1301 tot 1400


  1. 1301. De hinkende bode komt achteraan, want de ongeluksbode heeft geen haast
  2. 1302. Wie boter op zijn hoofd heeft moet niet in de zon lopen
  3. 1303. Holle vaten klinken het hardst want leeghoofden hebben de meeste praatjes
  4. 1304. We hebben de neiging andersdenkenden met een met een zwarte kool af te schilderen.
  5. 1305. Liefde wordt vermenigvuldigd door die samen te delen
  6. 1306. De Geest is de moeder van de Schrift.
  7. 1307. Christenen geloven niet dát er een God is; ze geloven ín God. Wij geloven in.
  8. 1308. Gods naam is een belijdenis. De naam HERE betekent een versluiering en bemoediging
  9. 1309. Sarcastische mensen gieten fiolen van toorn over ons uit.
  10. 1310. Zingen geeft wiekslag aan de ziel, want in het lied worden toonladders opgericht naar de hemel
  11. 1311. Gewoonten beginnen als spinrag en eindigen als stalen kabels
  12. 1312. We leven in de tijd van Gods lankmoedigheid, dat is de tijd van het uitgestelde gericht
  13. 1313. Het geloof in Jezus scheidt ons, maar het geloof van Jezus verbindt ons ( zei een jood)
  14. 1314. Kerk belijdt een tweevoudig einde wereldgeschiedenis:opstanding ten oordeel of ten voordeel.
  15. 1315. De hel maken we zelf, de hemel is een geschenk
  16. 1316. Gods almacht is de almacht van de Geest die vermoeiden kracht geeft (Jes. 40)
  17. 1317. Heiligheid en veiligheid schijnen niet op elkaar te rijmen
  18. 1318. "Gij alleen zijt heilig' maar de uitstorting van de heilige Geest maakt ook gelovigen tot heiligen
  19. 1319. Voor veel jeugd is thuis een kantine
  20. 1320. We willen een kamerbreed tapijt van zekerheid
  21. 1321. Het verleden heeft al vele tatoeëringen aangebracht
  22. 1322. De ontmaskering en ontmanteling van het rijk der duisternis komen zeker
  23. 1323. De opinieleiders spuiten de informatievloeistof in de bloedbaan van onze aandacht
  24. 1324. Een windroos van mogelijkheden hebben de jonge mensen in hun beroepskeus vandaag
  25. 1325. Praat eens met iemand die luistert. Luister eens naar iemand die alleen maar kan praten
  26. 1326. De verrezen Heer is letterlijk de belichaming van Gods bedoeling met de mens
  27. 1327. De massamens is de echoput van zijn omgeving
  28. 1328. Zachtmoedigheid tegenover de wolven is wreedheid tegenover de schapen
  29. 1329. Velen beschouwen God als een vliegenier zijn valscherm
  30. 1330. Een slang baart altijd een slang
  31. 1331. Er zijn zoveel woorden in folders en folianten
  32. 1332. Bejaarden zitten soms in het verzorgingshuis als vastgeprikte, opgezette vlinders in een etalage
  33. 1333. Het is de Moriaan gewassen en water naar zee dragen
  34. 1334. Wie weet wat zich afspeelt in de achterafstraatjes van onze samenleving?
  35. 1335. 'Ze hebben mijn Heer weggenomen' roepen velen met Maria Magdalena (Joh. 20)
  36. 1336. Als een stevige ijsvloer ontbreekt, springen de kerkgangers rond van de ene schots op de andere
  37. 1337. Een geestige inval werkt meer uit dan een giftige uitval
  38. 1338. De kerken zijn niet de grafkelder van een dode God, maar de woning van de levende Heer
  39. 1339. Iemand die anderen laat praten is veelzeggend
  40. 1340. Het nieuwetijds-denken is de wichelroede waarmee naar waarheid gezocht wordt
  41. 1341. Bij geestelijke leegstand kun je gemakkelijk gekraakt worden
  42. 1342. Het geluk is als een duif. Willen we haar pakken dan vliegt ze weg
  43. 1343. Slijk gaat glinsteren als de zon schijnt
  44. 1344. De zon schijnt ook door de kleine raampjes
  45. 1345. Dorst is het zekerste bewijs voor het bestaan van water. Hoe dorst zonder water?
  46. 1346. Het kruis is de ladder waarlangs God neerdaalt in het inferno van onze verlorenheid
  47. 1347. De mens moet niet zorgen dat hij in de hemel komt, maar de hemel in hem komt
  48. 1348. Jezus is geen zweverige, bovenaardse, vreemde hemelmijnheer
  49. 1349. Voetnoten zijn bedoeld als voetlichten. Ze belichten de weg die de schrijver gaat.
  50. 1350. Ik wou dat ik je gebreeën had, dan kon ik je uithalen
  51. 1351. Ik zal je eens een dreun op je gedachtekistje geven (Amsterdams)
  52. 1352. Twijfel is in de bijbel nooit: bestaat God wel, maar doet Hij wel wat Hij beloofd heeft?
  53. 1353. Zijn theologie is een uitloper van een giftige plant die al heel lang woekert
  54. 1354. De vrijzinnige theologie is een schuimende kop op een golf met een grote onderzeese stuwkracht
  55. 1355. Waar is de ankerplaats van Gods bemiddeling in deze eindige wereld?
  56. 1356. In de Sow kerk is er wel eenheid, maar geen eensgezindheid
  57. 1357. Het weerlichten van het eerste begin en het weerlichten van de jongste dag vallen samen in Joel
  58. 1358. Het levensgevoel dat we niet van onszelf zijn, maar van de Heer, verdampt
  59. 1359. Onze persoonlijke en gemeenschappelijke horizon is erg klein geworden. Er ligt niets meer achter
  60. 1360. Velen vrezen het verpletterend besef van kosmische oneindigheid en eigen nietigheid
  61. 1361. De moderne mens voelt zich een thuisloze in een zwijgend heelal en een wreed universum
  62. 1362. God maakt niet zijn wezen bekend, maar wel zijn wil (Calvijn)
  63. 1363. Jezus geeft aan godsdienst een menselijk gezicht
  64. 1364. Met Jezus worden wij gedoopt met water. Door Jezus worden wij gedoopt door de H. Geest
  65. 1365. Jezus volgen is zijn spoor volgen is in zijn voetstappen treden, volgzaamheid is geen imitatie
  66. 1366. De geschiedenis van mannen is er een van prestatie en prestige, policy en planning
  67. 1367. We gaan het evangelie als bij estafette doorgeven, ontstoken aan de eeuwige vlam van Gods liefde
  68. 1368. De periode van de Verlichting was een periode van verduistering van de genade
  69. 1369. Wij geloven niet in de opstanding, maar in de opgestane Heer.
  70. 1370. De glans en gloed van Gods goedheid en genade ligt ook in het gewone, geluk en gezondheid
  71. 1371. Het hart is het centrum van de mens en het verstand (ratio) is er slechts een functie van.
  72. 1372. Wij zweren bij alles wat gewogen en gemeten, bewezen en berekend kan worden.
  73. 1373. Het rationalisme heeft de slagbomen neergelaten voor elke weg tot kennis van de levende God
  74. 1374. De Verlichting bracht onttovering van en bijgelovige en betoverde wereld
  75. 1375. De Verlichting wilde ook de hemel ontgoddelijken ,de godsdienst ontluisteren en God onttronen
  76. 1376. Godsdiensten gebaseerd op Volk en Vaderland, bloed en bodem zijn heidense godsdiensten
  77. 1377. De bijbel is handleiding (wijst gebruik aan) en ook handwijzer (wijst richting aan)
  78. 1378. We moeten het vaandel van de hoop hoog houden en de fakkel van de hoop aan elkaar doorgeven
  79. 1379. Jezus was beeld van God en voorbeeld van God.
  80. 1380. Jezus is voor ons voorbeeldig!
  81. 1381. De mens is de bewegwijzering voor normen en waarden kwijtgeraakt.
  82. 1382. Gods Geest hanteert mensen als handlangers van Gods barmhartigheid
  83. 1383. Met Pasen staat Jezus op uit de dood. Met Pinksteren staan zijn volgelingen op.
  84. 1384. Theologen die niet geloven schrijven de naam God met kleine letters
  85. 1385. Sjaloom betekent Alles goed en wel
  86. 1386. Als de bakker en de kolenboer gaan vechten ziet uiteindelijk de bakker zwart en kolenboer wit
  87. 1387. Gods leiding is allereerst uit-leiding. God leidde Israël ook uit het diensthuis
  88. 1388. God gebruikt bepaalde gaven niet omdat ze bijzonder zijn, ze zijn bijzonder door Gods gebruik
  89. 1389. Gods Geest zweeft niet boven de wateren van onze ziel. Nee, Hij woont er.
  90. 1390. Jezus lijkt als twee druppels water op God. Hij beeldde in zijn doen en laten God uit
  91. 1391. Tegenover begrenzing staat ontgrenzing, tegenover ontbinding verbinding
  92. 1392. De wonderen van Jezus zijn plaatjes bij de eigenlijke boodschap
  93. 1393. De Geest is pontificaal Hij is bruggenbouwend! Hij verbindt wat ontbonden is.
  94. 1394. De Geest maakt van ieder punt een punt-komma
  95. 1395. De twijfelaar maakt van elk uitroepteken een vraagteken
  96. 1396. Een dankbaar mens heeft vleugels. Een ondankbaar mens is vleugellam en voelt zich verongelijkt
  97. 1397. Jezus verbindt de vervulling van onze gebéden aan de vervulling van zijn gebóden
  98. 1398. De bidder heeft iets van een gestorvene:ogen dicht en handen gevouwen.
  99. 1399. De bidder staat met de benen op de grond en het hoofd in de wolken
  100. 1400. De Heilige Geest is als bloed. Als je het aftapt, ben je dood.