A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Paulus leven en werk


 

Ok Paulus van horen zeggen 

 

De verkondiging is niet met Paulus begonnen. Hij geeft slechts door wat hij van anderen gehoord heeft.1 Kor. 15 :3-8 Wat is daarbij de kern? De kern is dat Jezus voor onze zonden is gestorven. Dat is het voornaamste.Dat hadden de mensen verteld, die het weer zelf gezien en meegemaakt hadden

 

 

 

 

 

Op een mozaïek uit Berea wordt Paulus afgebeeld met een volle baard en een krachtig voorkomen.

Wat zegt hijzelf? “Ik, Paulus, die me volgens zeggen zo bedeesd gedraag wanneer ik bij u ben en alleen uit de verte flink tegen u doe (2 Kor.10:1).

En in 2 Kor. 10: 10”Er zijn er die zeggen;’in zijn brieven slaat hij weliswaar een gewichtige en imponerende toon aan, maar zijn persoonlijk optreden is zwak.’

Aan weerszijden van de nimbus (stralenkrans) staan in het Grieks de woorden :’De heilige Paulus’ Hij houdt hier zijn perkamentenrollen vast. 

Paulus-jaar

In juni 2008 heeft Paus Benedictus XVI het Paulus-jaar geopend tijdens een vesperdienst in de basiliek van Sint Paulus-buiten-de-muren in Rome. Hij ontsloot een toegangsdeur die normaal gesloten is.

De kerk is gebouwd op de plaats waar de apostel in 64 of 67 na Christus na zijn onthoofding is begraven.

De Turkse regering heeft de twaalfde-eeuwse Pauluskerk in Tarsus beschikbaar gesteld voor pelgrims die in verband met het Paulus-jaar naar de geboorteplaats van de apostel reizen. Voor de laatste uren en zijn laatste brief zie het NASCHRIFT!

Het vleesgeworden Woord. Dit is een foto die ik genomen heb van een afbeelding van Christus in de zuidelijke galerij van de Aya Sofia te Istanboel.een hoogtepunt van Byzantijnse mozaïekkunst! De uitdrukking van mededogen en innerlijke ontferming op het gezicht van de Christus getuigen van een buitengewoon groot vakmanschap. Hij is een tempel van de levende God!

 Dit is de Sint Paulus buiten de muren in Rome. Op deze plek zou de apostel onthoofd en begraven zijn. Hier eindigde de missie van de apostel.

Veel ontroerender echter vind ik de herinneringen aan de plaats waar de missie van Paulus begon. Het was de haven van Antiochië, Seleucië, waar Paulus en Barnabas zich inscheepten voor hun eerste zendingsreis.(Hand.13:1-4). De haven van Seleucia Pieria was toen al bijna dichtgeslibd.

Ik heb nog wel een foto kunnen nemen van een stuk kademuur bij het huidige Cevlik maar de meeste indruk maakte toch op mij de kilometers lange kloof, die uitmondt in de tunnel van Vespasianus.

Deze keizer van het Romeinse rijk liet na de verwoesting van Jeruzalem duizenden Joden deze tunnel graven om te proberen de haven van Seleucia weer bereikbaar te maken.

Paulus moest vanuit Antiochië naar Seleucië te voet zijn eerste zendingsreis beginnen.

Aan het einde van de kloof, voor de ingang van de tunnel zie ik dat de naam van Vespasianus  in de rotsen bij de ingang is ingekrast.



Tarsus

Tot zijn twaalfde jaar woonde de jonge Saulus in Tarsus. Toen hij ‘kind der wet’  (bar mitswah) was geworden stuurde zijn vrome vader hem naar Jeruzalem.

Misschien woonde zijn zus doen al in Jeruzalem. (Hand.23:16).

Dan zal hij bij haar wel gelogeerd hebben toen hij de lessen volgde van de beroemde Gamaliël uit de school van Hillel. Als jongen zal hij vaak met zijn vader langs de Cydnus gelopen hebben of over het schildwachtenpad van de stadsmuren.

Vanaf dit pad had je een schitterend uitricht over de tientallen paleizen,tempels, theaters en sportscholen van Tarsus.

Weet je wat mij het meest geboeid heeft in Tarsus? Dat is de massieve Byzantijnse kathedraal en de kolossale muurresten van het Graf van Sardanapalis, vroeger een heidense tempel.

Tarsus was een wereldstad. Ze was het knoppunt tussen de Grieks-Romeinse cultuur van het Westen en de Semitisch-Babylonische cultuur van het Oosten.

Tempel van Sardanapalis uit de tijd van Paulus.

 

 

Misschien heeft hij als kleine jongen het brandstapelfeest gezien, waarbij het beeld van de godheid op een praalwagen door de stad geereden werd en daarna verbrand onder het gekrijs van een uitzinnige menigte.



Wie was Paulus?

Weet u wie Paulus was?” vroeg ik aan de man.”Ja, natuurlijk” antwoordde hij. “Paulus was een boskabouter, maar ik geloof niet in kabouters”

Weet jij wie Paulus was? Een groot deel van het Nieuwe Testament bestaat uit brieven van Paulus.Ook vinden we in het boek Handelingen der apostelen zeer veel informatie over het doen en laten van  deze apostel.

In dit boek wordt ook  drie keer gewag gemaakt van de bekering van Paulus. Zie de hoofdstukken 9, 22 en 26, Verder valt het op dat de apostel ook veel over zichzelf schrijft. Maar dat is geen zelfverheffing. Integendeel.  Kijk maar eens in de tweede brief van Paulus aan de Korintiërs.

 De hele tweede brief aan de Korintiërs handelt over Paulus' werk.

Het gaat daar over zijn apostolaat in druk en vertroosting. Zie ook maar eens in zijn brief aan de Galaten en in Filip. 3 en 1 Tim.1. In 1 Kor. noemt hij zichzelf een 'misbaksel' en de ‘minste van alle apostelen’. Je vraagt je misschien af, waarom Christus niet een van de twaalven heeft uitgekozen om apostel der heidenen te zijn?. Goeie vraag!

Ik denk dat hij het meest geschikt was om apostel der heidenen te worden. Vooral na zijn tweede verblijf in Tarsus.Daar was hij getraind in de Griekse cultuur en het koine-Grieks dat in heel het Romeinse rijk werd gesproken. Hij wordt ook welgenoemd de  'dertiende apostel.

 

Paulus' roots

 Paulus is geboren in Tarsus. De apostel was van huis uit een Romein. Wist jij dat een Romein de belangrijkste apostel geweest voor de verkondiging van het evangelie onder de heidenen? Bovendien had hij het Romeinse burgerrecht niet verkregen door met een flinke zak geld over de brug te komen.

Hij bezat het vanaf zijn geboorte.(Hand. 22:28),Toch kun je zeker niet zeggen, dat de apostel opgegroeid is in een Grieks-Romeinse beschaving.

Kennismaken met die cultuur, deed hij pas na zijn bekering toen hij terugkeerde naar Tarsus. Hij is opgegroeid in Jeruzalem. Hand. 22:3.De stad van Paulus was niet Tarsus, maar Jeruzalem. Als kind werd hij onderwezen door Gamaliël.

Gaf Gamaliël de jonge Saulus hier les? Ik weet het niet maar Saulus zal wel vaak in de tempel geweest zijn.

Toch was Tarsus erg belangrijk. De stad behoorde niet tot de keizerlijke gebieden, maar tot de Senaat. Ze  had zelfs nog grotere vrijheid, want het was één van de vrijsteden (civitates liberae)in het Rijk met een eigen bestuur. Paulus overdrijft dus niet als hij over Tarsus spreekt als een beroemde stad. Na zijn bekering is hij teruggegaan naar Tarsus.

Maar  niet op staande voet, want eerst heeft hij nog vrijmoedig het evangelie verkondigd in Damascus en later in Jeruzalem. In beide steden beraamden de Joden echter een samenzwering tegen hem, nadat hij eerst vrijmoedig had verkondigd dat Jezus de Messias is. In Damascus en Jeruzalem (zie bij Damascus) wordt hij gedwongen te vertrekken. Toen pas is hij naar Tarsus gegaan en vermoedelijk  is hij daar ongeveer 10 jaar gebleven totdat Barnabas hem daar opzocht en naar Antiochië bracht. In die jaren heeft hij zich kunnen voorbereiden op zijn missie.

 

Paulus was een Romein

Omdat hij een Romein was die Grieks sprak, was de Grieks-Romeinse cultuur hem niet vreemd en  kon hij de Grieken een Griek en de Joden een Jood zijn. Hij behoorde tot twee culturen.

Van de schoot van zijn moeder af was hij afgezonderd voor zijn werk als heiden-apostel.

 Nog voordat hij intensief in Tarsus in contact kon komen de Grieks-Romeinse wereld,was hij al naar Jeruzalem vertrokken. Hij zal toen ongeveer 12 jaar geweest zijn.

Romeinse rijk

Het Romeinse rijk omstreeks 60 AD In het gele gebied woonden – zoals de Romeinen de bewoners noemden ‘barbaroi’, barbaren, omdat zij geen deel hadden aan de Grieks-Romeinse cultuur

Dit is een afbeelding van een Alexandrijns graanschip waarmeer Paulus als gevangene naar Rome werd vervoerd om daar terecht te staan.

Deze schepen vervoerden Egyptisch graan (van de Fayoem) naar Ostia. Uit Rome brachten ze amfora’s met wijn weer mee terug. Men schat dat Paulus te land ongeveer 7800 km, en ter zee ongeveer 9000 km heeft afgelegd. Daar komt nog bij het aantal kilometers die hij meer dan eens van Jeruzalem naar Tarsus heeft moeten lopen (720km)

Paulus als leerbewerker

Het vak van leerbewerker of tentenmaker heeft hij beslist niet geleerd in Tarsus. Sommige geleerden denken dat wel. Ze denken aan mantels of tenten van geitenhaar. Ze denken dan aan cilicium dat ons herinnert aan Cilicië waarvan Tarsus de hoofdstad was. Het is uitgesloten dat Paulus geitenharen mantels of tenten gemaakt heeft. Die moesten geweven worden en dat was uitsluitend vrouwenwerk. Geitenhaar kon je ook niet overal krijgen. Bovendien had je voor het weven een vrij groot apparaat nodig en dat kon Paulus beslist niet meenemen op zijn reizen. Het staat echter vast dat Paulus al als kind bij Gamaliël terecht is gekomen. Bij hem heeft hij een vak geleerd. Jongens die bij Gamaliël gingen studeren moesten een beroep kiezen om niet afhankelijk te zijn van anderen. Bovendien was er weinig afzetgebied in het Romeinse rijk voor tenten van geitenhaar. De Romeinse legioenen gebruikten altijd tenten van leer. We moeten daarom aannemen, dat Paulus een leerbewerker geweest is net als Aquila en dat hij vaak gewerkt heeft voor het Romeinse leger. Vermoedelijk was hij ook een soort schoenmaker. Hij zal op zijn vele reizen ook veel schoenen versleten hebben. Handenarbeid   was in de Grieks-Romeinse cultuur minderwaardig werk. Het was werk voor slaven. Vrijheid was voor de Grieken altijd vrij zijn van handenarbeid. Dan konden  ze filosoferen op de Areopagus. Daarin leek Paulus ook op Jezus, die zichzelf ook vernederde. Jezus heeft zichzelf vernederd en is arm geworden om ons rijk te maken.(2 Kor.8:8)

 

In de leer bij Gamaliël

Gamaliël was een Farizeeër. De godsdienstige stroming van de Farizeeën telde in Jezus tijd ongeveer 6000 aanhangers (vertelt Favius Josefus). Jezus noemt hen hypocrieten, toneelspelers, huichelaars. Daarbij moet je niet denken aan wat wij huichelaars noemen. In die zin waren alle Farizeeën zeker geen huichelaars, dat zij niet meenden wat zij zeiden. De zonde van de Farizese mens was dat hij zich tegenover God en mens anders voordeed dan hij was. De zonde van de Farizeeën was dat zij zaken wilden doen met God. Zij meenden dat zij het ver gebracht hadden als rechtvaardigen. Daar moest God wat tegenover stellen. Ze wilden niet van genade leven. Ze konden zich met hun goede werken zelf wel redden. Ze hadden de schijn heilig te zijn. Ze waren schijnheilig.

 

Saul en Saulus

Is het jou wel eens opgevallen dat de apostel dezelfde naam draagt als de eerste koning van Israël, Saul? De Hebreeuwse naam was Saul en de Griekse naam was Saulus. Paulus leek veel op hem. Hij was bovendien ook uit de stam van Benjamin. Koning Saul heeft David fanatiek vervolgd  Zo Paulus Jezus in zijn jonge jaren. Het is niet zonder reden dat de verhoogde Christus bij zijn verschijning aan Paulus hem in het Hebreeuws toevoegt: Saul, Saul waarom vervolg jij mij?  Jezus herinnert hem aan zijn naamgenoot uit het Oude Testament. De apostel doet precies als koning Saul. Hij vervolgt weliswaar niet David, maar wel de grote Zoon van David. Daar komt nog iets bij. Benjamin was de stam met de slechtste reputatie onder de kinderen van Israël.Toch wilde God wonen in Sion, tegen de berghellingen van de stam van Benjamin.en Saul die zo buitengewoon fanatiek de christenen vervolgde, werd apostel. (Deut. 33 : 12) De beminde van de Heer zal veilig wonen. Dat is een belofte die betrekking heeft op de bouw van de tempel in het gebied van Benjamin. De genade overwint. In Benjamins gebied verrijst de tempel en een vervolger wordt apostel. Een apostel uit de stam van Benjamin! Nota Bene!

 

Paulus als vloeker

Paulus heeft de gemeenten méér vervolgd dan andere Farizeeërs. (Gal. 1:13). Hij schrijft aan Timoteüs dat hij Christus Jezus dankt dat Hij hem kracht gegeven heeft Hem te dienen, hoewel hij Hem vroeger bespot, vervolgd en beschimpt had (1 Tim 1:13).Voor ‘bespot’ staat in het Grieks: hoewel ik blasfemisch bezig was, een godslasteraar was. Hij lasterde en dwong anderen te lasteren. Hij zei telkens "Vervloekt is Jezus" en dwong ook andere dit te zeggen.(1 Kor.12:3) Hij vervloekte Jezus voortdurend. Daarom voelde Paulus zich eerst een lasteraar van God Dat vloeken had alles te maken met de kruisdood van Jezus. In Deut.21:21 stond namelijk geschreven dat een 'gehangene' vervloekt was. Ook het Sanhedrin en de Farizeeën waren er van overtuigd dat een gekruisigd mens door God vervloekt was. En zó iemand kon toch nooit de Messias zijn? Dat zou toch absurd zijn! Stel je voor! Paulus dacht:Mensen die van een gekruisigde een Verlosser maken, en van een vervloekte een gezegende, moeten uit de weg geruimd worden. Dat  heeft Paulus dan ook fanatiek geprobeerd. Het uitroeien van ketters was een zaak die God welgevallig was. Daarin ging hij verder dan zijn leermeester Gamaliël! Paulus was voor zijn bekering van mening dat de sekte van de Nazireeër  geliquideerd moest worden. Weg met dergelijke mensen!

 

Zelotisch

In Fil. 3:6 schrijft hij: Ik heb de gemeente fanatiek vervolgd. In de NBG-vertaling "naar mijn ijver een vervolger der gemeente”. Paulus gebruikt hier om zijn fanatisme aan te duiden het woord zelotisch. Wat betekent dit woord? We moeten denken aan de verzetsbeweging van de Zeloten. Het Zelotisme was een radicaaltheocratische beweging die zo fanatiek was, dat zij het geweld niet schuwde. Paulus was weliswaar geen lid van een Zelotische organisatie, maar hij vond het wel geweldig om een handje te helpen bij het  opruimen  en stenigen van ketters zoals Stefanus!(Hand. 8:1). In 1 Kor.13 :4  heeft de NBV weliswaar De liefde kent geen afgunst, (NBV) maar in het Grieks staat er de liefde is niet zelotisch.

De bekering van Paulus
De roeping en de bekering van Paulus is van wereldhistorische betekenis geweest. Die vondplaats toen hij op weg was naar Damascus. Over die gebeurtenis heeft de apostel het vaak. Maar altijd als het gaat over zijn roeping of over de inhoud van het evangelie. Toen en dáár is de verrezen Christus hem verschenen. Saul, Saul, waarom vervolg jij mij? (Hand.9:4). In Hand. 9 wordt ons de roeping van de apostel verkondigd, en heus niet alleen zijn bekering. In 1 Kor.15:8 beklemtoont de apostel dat de opgestane Heer niet alleen verschenen is aan Petrus (Cefas)en de twaalven en zelfs een keer aan 500 mensen tegelijk,maar ook aan hem. De meesten van die 500 mensen zijn nog in leven. Doe maar navraag bij hen. En als de Korintiërs de activiteiten van Paulus gaan vergelijken met de twaalf apostelen en vervolgens gaan twijfelen of hij wel een echte apostel is, schrijft hij:Zou ik geen apostel zijn? Maar heb ik dan niet Jezus onze Heer gezien? Ook al erkennen anderen mij niet als apostel, u zou het wel moeten doen (1 Kor. 9:2). De gemeente is immers het levende bewijs van zijn apostelschap.

Van niemand afhankelijk

Het gaat in Galaten 1 en 2 om de onafhankelijkheid van Paulus ten opzichte van de twaalf apostelen. Er zijn drie belangrijke feiten uit zijn leven die zijn onafhankelijke positie bewijzen:

Zijn roeping op weg naar Damascus

Drie jaar na zijn bekering ging hij pas naar Jeruzalem. (Gal. 1:18)

Zijn botsing met Petrus voor wie hij, toen het nodig was, niet uit de weg ging(Gal. 2: 11). Wat deed Petrus namelijk in Antiochië? Normaal at hij samen met de heidenen, maar als de christenjoden uit Jeruzalem op bezoek kwamen, at hij met hen mee en liet de heidenen aan hun lot over. Petrus was niet consequent.

Paulus was niet afhankelijk van mensen voor zijn verkondiging. Direct na zijn bekering ging hij in de synagoge van Damascus verkondigen dat Jezus de Zoon van God is. Toen na de verschijning van Christus aan Saul op weg naar Damascus deze 'vervloekte' toch de Messias bleek te zijn, kon Paulus onmiddellijk  preken Hij had de Heer toch zelf ontmoet? Anderen hebben wel mededelingen kunnen doen, zoals bv. over de  viering van Het Avondmaal, maar de kern was hem bekend.

 

Geen hallucinatie

 

Er zijn wel psychoanalytische verklaringen gegeven over de verschijning van de verrezen Heer aan Paulus. Het zou een visioen of inbeelding geweest zijn. Hij was toch ook bij de steniging van Stefanus geweest? Stefanus had toch ook een visioen gehad Ik zie de hemel geopend? Zo iets zou Paulus ook gehad hebben. Nu heeft de apostel inderdaad elders wel zo iets gehad. Hij heeft openbaringen en visioenen gehad die hem wegvoerden tot de derde hemel. Dat was een extatische gebeurtenis (2 Kor. 12:1-5). Wat echter bij Damascus gebeurde was totaal iets anders. Die gebeurtenis noemt hij een verschijning van de levende Heer.(1 Kor. 15). Zo is de opgestane ook verschenen aan de twaalven na zijn verrijzenis. Dat waren beslist geen hallucinaties of visioenen. De discipelen en de vrouwen hebben Jezus in levenden lijve ontmoet. Het waren verschijningen. De apostelen hebben de Heer levend gezien, van  'aangezicht tot  aangezicht'. Zo is Jezus ook aan Paulus verschenen. Paulus heeft Jezus van wie hij dacht dat hij dood was, zelf gezien en ontmoet. Ook Ananias, die hem opzoekt in Damascus spreekt over een verschijning. Van Jezus, die u verschenen is op de weg naar Damascus.

Oog en oorgetuige 


Paulus was dus (net zoals de evangelisten) een oog- en oorgetuige. Hij gaat niet verkondigen wat hem via-via is overgeleverd, of wat hij weet van 'horen zeggen'. Dat natuurlijk ook wel gedeeltelijk waar, maar het is veel méér. De Opgestane zelf is hem verschenen. En er is geen verschijning zonder opdracht. Dat gold van de twaalven en dat geldt ook voor Paulus. Die verschijning van Jezus betekende een opdracht voor hem. Hij heeft het evangelie niet uit zijn duim gezogen. En bovendien is er een verband met Jeremia 1:5 Voordat ik je vormde in de moederschoot, had ik je al uitgekozen. Vermoedelijk heeft Paulus  ook aan deze woorden gedacht,toen hij schreef dat God hem van de moederschoot  af had geroepen.

 

Paulus en de twaalven

De voorwaarde die Petrus formuleerde bij het benoemen van een opvolger van Judas was dat hij een getuige moest zijn van Jezus' verrijzenis. Daarin lag ook het doel  van Jezus’ verschijningen. Ze moesten getuigen dat Jezus leeft en op gestaan was. Iemand aan wie de Opgestane niet verschenen was, kon geen apostel zijn. Het apostolaat was gekoppeld aan de opstanding. Paulus was niet ondergeschikt aan de twaalven. Hij kon direct zijn werk beginnen. Hij heeft Jeruzalem met de daar aanwezige apostelen ook niet gezien als een soort  hoofdkwartier.

 

Paulus moest wijken voor Petrus

 

Nu heeft zich er een merkwaardig verschijnsel voorgedaan in de kerk. In de loop van de eerste eeuwen kwamen Petrus en de twaalf apostelen steeds meer op de voorgrond en raakte Paulus op de achtergrond. Dat is merkwaardig. Een zeer groot deel van het Nieuwe Testament hebben we aan Paulus te danken. Hij was de leraar van de kerk Hij was de apostel die méér dan wie ook de betekenis van het optreden van Jezus heeft verklaard en verkondigd en toch verschoof de aandacht van Paulus naar Petrus. Wat zien we nu in de kerkgeschiedenis? Zodra de aandacht van de gelovigen uitging naar de mens en zijn aandeel in het heil, raakte Paulus op de achtergrond. Moet de kerk geen eerherstel voor Paulus bevorderen? Wat lezen we in de bijbel? We lezen bv. na Hand.15 niets meer over het werk van de twaalf, maar alleen over het werk van Paulus. Niet Petrus de eenvoudige visser van Galilea is de leraar van de kerk geworden, maar Paulus, doorkneed in het Joodse en ook in het Romeins-Griekse denken. Pas Augustinus heeft Paulus weer ontdekt en het is vooral de Hervorming geweest die weer aandacht kreeg voor de brieven en de evangelie verkondiging van Paulus, die inhoudt dat de mens alleen door genade behouden kan worden.

 

Paulus evangelie

 

In Rom. 2: 16, 16:25 en andere plaatsen stond in de NBG vertaling:volgens mijn evangelie. De NBV heeft Volgens het evangelie dat ik verkondigd heb. En in 2 Tim. 2,8 lezen we weer die uitdrukking:naar mijn evangelie. Heeft Paulus dan een eigen evangelie gebracht? Nee, zeker niet. Toch legt Paulus een ander accent en dat komt omdat hij ook een andere taak had dan de overige apostelen. Hij was de apostel der heidenen en het evangelie dat hij bracht, was een wetsvrij evangelie. Een evangelie zonder de typisch Joodse wetten. De heidenen hoefden niet al die Joodse voorschriften te volgen. Dat meende de Jeruzalemse gemeente, die onder leiding stond van Jakobus eerst wel. En daarbij ging het vooral over de besnijdenis. Die gemeente bestond vooral uit Joden. Die zeiden:als je Christus wilt volgen, moet je je laten besnijden. Ook de gemeenten in Galatië waren die mening toegedaan. Zij dachten net als de oudsten in Jeruzalem. Als Paulus dit hoort is hij erg boos. Want er kwam nog iets bij. De Galaten dachten:die Paulus kan ons nog wel meer vertellen. Hij behoorde toch niet tot de twaalf  apostelen? Hij is er later bij gekomen. Daarom valt hij in die brief aan de Galaten met de deur in huis."Van Paulus, een apostel die niet is aangesteld of gezonden door mensen, maar door Jezus Christus". Hij heeft het evangelie regelrecht van de levende Christus zelf ontvangen(Gal 1:12).Het is inderdaad zijn evangelie. Genoemde uitspraak heeft niets met hoogmoed te maken. Wel met zelfbewustzijn. Hij wéét wie hij is en hij wéét wie hem verschenen is toen hij op weg was naar Damascus. En als hij met het evangelie komt, is dat het evangelie van de genade. Niet het evangelie van  Christus en nog iets extra's. (Rom. 1:16)

 

Vrijspraak voor goddelozen!

Het hart van het evangelie en de poort naar het paradijs is het geloof dat God goddelozen rechtvaardigt. Goddelozen waren mensen die op geen enkele manier met God rekening hielden. De Joodse rechtspraak was het vrijspreken van goddelozen verboden. Wie de goddeloze vrijspreekt en de rechtvaardige veroordeelt is de HEER een gruwel. De mens had gerechtigheid nodig. Het gaat om gerechtigheid. Maar Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten getuigen, is zichtbaar geworden buiten de Wet om in Christus Jezus (Rom.3:21). Het evangelie van Paulus dat hij regelrecht van de HEER heeft ontvangen is dat God goddelozen vrijspreekt. De wereld op zijn kop. Een vreemde vrijspraak. Een gehangene was inderdaad een vervloekte, maar Jezus heeft ons vrijgekocht van de vloek der wet door voor ons een vloek te worden. De joods-christelijke gemeente in Jeruzalem onder Jakobus bleef twijfelen. Ook Jakobus, terwijl er notabene voor hem een schitterende kathedraal gebouwd is in Santiago de Compostella. Het is Petrus die op het apostelconvent (Hand. 15) de doorslag geeft. Het is het laatste optreden van Petrus in Handelingen. De christenen kwamen tot een oplossing. Men hoefde niet besneden te worden, maaronthoud u van offervlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, vlees waar nog bloed is zit, van bloed en van ontucht (Hand.15). Bloed eten en drinken was onder heidenen niet ongebruikelijk, vooral bij offerplechtigheden. Christenen zouden geen vlees moeten kopen in heidense tempels,maar bij Joodse slagers. En onthoud  u van ontucht. (porneia) Ontucht betrof niet ontucht in algemene zin maar het betrof tempelprostitutie.

 

Geen prestatiereligie

Kenmerkend voor de verkondiging van Paulus is dat de mens geen examen hoeft te doen of een prestatie hoeft te leveren om het Koninkrijk van God binnen te kunnen gaan. Paulus zei eens tegen Petrus "Jij bent een Jood, maar je leeft als een heiden, hoe kun jij dan heidenen dwingen zich als Joden te gedragen?(Gal.2:14).Hij at eerst wel met iedereen mee maar toen de broeders  uit Jeruzalem kwamen draaide hij zich om als een blad aan de boom Het woord dat in genoemde tekst wordt gebruikt is judaïseren. De tendens tot judaiseren is er nog steeds als we zeggen dat Jezus een jood was en wij ons als joden moeten gedragen.

 

Door het geloof alleen

Paulus beroept zich op Abraham. De weg van behoud die Paulus predikt is de weg die ook Abraham is gegaan. Hij is de vader aller gelovigen, van alle besneden en alle onbesneden gelovigen. Abraham werd gerechtvaardigd, nog vóórdat hij besneden was. Abraham werd niet vrijgesproken omdat hij zo'n goeie man was. Hij was een dienaar van afgoden. Nee, Abraham vertrouwde helemaal op God en daarom ging hij op stap. De belofte ging aan de wet en de besnijdenis vooraf. 

Door Jezus Christus
Gerechtvaardigd uit het geloof, zonder de werken der wet, alleen door Christus
. Her bij speelt het werkwoord overleveren een grote rol. Hij is overgeleverd om onze overtredingen.,(Rom. 4:25) Dit is de NBG vertaling. De NBV heeft 'prijsgegeven'' Daardoor is toch iets van het oorspronkelijke coloriet verloren gegaan. Want het Griekse woord voor overleveren moet in deze context juridisch verstaan worden. Als Paulus in Rom. 4:25 zegt dat de Heiland is overgeleverd om onze overtredingen, horen we daarin de betekenis van de kruisdood van de Heer. Achter al dat onrecht, dat Hem werd aangedaan door de mensen, verwees de Rechter van de hele aarde Hem ter dood voor ons. We horen daarin ook de echo van Jesaja 53 over de lijdende Knecht des HEREN:Om onze overtredingen werd hij doorboord. (Jes. 53:5).

Nu staan achter de woorden‘overgeleverd voor onze overtredingen’ de woorden::en opgewekt om onze rechtvaardiging. Er is verschil tussen opgewekt worden en opstaan. God heeft Jezus opgewekt. Het is een ingrijpen van Boven af. De opstanding als opwekking is het goddelijke 'voldaan.' Voldaan is aan het recht van God. Voldaan is de afbetalingspijn. Wij zijn verzoend. Daarom heeft het werkwoord 'opwekken' ook juridische betekenis .Door Jezus uit de dood op te wekken heeft de Rechter gezegd: En nu is het genoeg. Nu is aan het recht voldaan.

 

Waar haalt hij het vandaan?

 

Wat is nu ten diepste de oorsprong van het evangelie zoals Paulus dat heeft verkondigd? Waar haalt hij het toch allemaal vandaan? Hij is immers geen volgeling van Jezus geweest zoals de andere apostelen. Het antwoord dat hij zelf geeft is: Hij heeft de heerlijkheid van der Heer der heerlijkheid gezien.(1 Kor.2:8, 2 Kor. 4:7) De kabod van JHWH (NBG)Wat hij verkondigt, heeft  God hem geopenbaard in de Geest. Daarbij moeten we denken aan de verschijning van Jezus aan hem toen hij op weg was naar Damascus .Uit Hand. 26: 16 e.v. blijkt duidelijk dat Jezus véél meer tegen hem gezegd heeft dan alleen maar de woorden Saul, Saul waarom vervolg je mij? Wat heeft de verhoogde Heer dan tot hem gezegd? "Maar kom nu overeind, sta op want ik ben aan je verschenen om je aan te stellen als mijn dienaar, opdat je bekend zult maken dat je mij hebt gezien en jij zult getuigen van alles wat ik je nog zal laten zien. Ik zal je daarbij beschermen tegen je eigen volk en tegen de heidenen, naar wie ik je uitzendt om hun ogen te openen zodat ze zich van de duisternis naar het licht keren en van de macht van Satan naar God. Door het geloof in mij zullen ze vergeving krijgen van hun zonden en samen met allen die mij toebehoren zullen ze deel krijgen aan mijn koninkrijk"

Ik heb dit hier uitvoerig geciteerd omdat sommigen zeggen dat Paulus het allemaal uit zijn duim heeft gezogen. Het zou een hallucinatie zijn.(NBV).Inbeelding. Maar tot drie keer toe zegt Paulus dat de levende Heer zelf ook aan hem is verschenen als aan de andere apostelen. De woorden van 1 Kor 2: 9 e.v. slaan allereerst op wat Paulus zelf is overkomen en wat hij heeft ervaren op weg naar Damascus:Het is zoals geschreven staat: wat geen oog heeft gezien en het oor niet heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgeklommen, God heeft dit ons geopenbaard door de Geest.

Vaak betrekt men deze woorden op het leven na dit leven en laat ze slaan op alle gelovigen, maar we moeten blijkens het verband allereerst denken aan wat Paulus is overkomen op weg naar Damascus. Het gaat immers in de context over zijn bediening en verder wijst de Griekse werkwoordsvorm op een feit in het verleden. We mogen ze ook plaatsen in een ruimer verband.Paulus is vóór Damascus op de hoogte geweest van wat christenen beleden  namelijk: dat Jezus is de Christus, de Zoon van de levende God. Die belijdenis was de oorzaak dat hij de christenen was gaan vervolgen. Door de verschijning van de Heer blijkt die belijdenis juist te zijn. Daarmee is de inhoud van Paulus' evangelie gegeven. De belijdenis dat Jezus is de Christus wordt nu in de brieven van Paulus Jezus Christus of Christus Jezus, waarbij die namen worden omgekeerd.Dat is het grote geheimenis van het evangelie.

In het Grieks staat er musterion. Dit woord komt 28 keer voor in het Nieuwe Testament, waarvan 21 keer bij Paulus. Het grote mysterie dat Paulus verkondigt is dat niet alleen de Joden, maar ook de heidenen vergeving van zonden ontvangen.

 

Geen Joodse sekte

In de eerste eeuw was er het grote gevaar dat het christelijk geloof een Joodse sekte zou worden. Het evangelie zou dan weer gejudaïseerd worden! Het Licht der wereld heeft Paulus echter overvallen op weg naar Damascus.

De roeping en bekering van Paulus vergelijkt hij zelf met de kracht van God bij de schepping. De God die heeft gezegd: Uit de duisternis zal licht schijnen, heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus (2 Kor. 4:6). Ik vind het jammer dat de kabod van Jahwh niet vertaald is met 'heerlijkheid' maar met 'luister'.

Op weg naar Damascus werd een vijand tot staan gebracht, gered en vrijgesproken. Hij werd vrijgesproken om aan heidenen de vrijspraak van goddelozen te verkondigen. Op weg naar Damascus heeft Paulus geleerd dat de opgestane Heer het beeld, de eikoon - nog bewaard in het woord ikoon - van God is.2 Kor.4: 4. Hij is het beeld, de ikoon van God.. Ook in Kol. 1: 15. Wie in Christus is, is een nieuwe schepping,2 Kor. 5: 17. Die woorden hebben ook betrekking op de totale omwenteling in het leven van de apostel. Immers, hij die een vervolger van Jezus was, werd een apostel der heidenen. De ‘kabod’ van de HEER heeft Paulus gezien in het gelaat van Christus, (2 Kor.4:6). 

 

Paulus is op weg naar de plek van zijn executie. Ze passeren de piramide van Cestius, die bijna een eeuw geleden door Gajus Cestius als grafmonument gebouwd is en zich naast de poort bevindt

 

Paulus is in Rome gearresteerd en heeft daar gevangen gezeten in de Marmertijnse gevangenis onder aan de voet van het Capitool. Vanuit die gevangenis heeft hij de zogeheten tweede brief aan Timotheüs geschreven bij een flikkerend olielampje.



Gedenk. . . . .  dat Jezus Christus uit de doden. . . . .  is opgewekt. . . .  naar mijn evangelie.  waarvoor ik kwaad lijd . . . .  en zelfs boeien draag als een misdadiger, maar het Woord van God is niet geboeid. . . . .

Heb je dat?

Het  is zijn geestelijk testament.

Alleen Lucas is nog bij hem. Hij heeft de eerste fase van zijn proces al achter de rug.

Hij werd verhoord in de Basilica Julia op het Forum, het grote marktplein,  maar geen enkele advocaat wilde hem helpen.

 De maand  november is nog niet ten einde als Paulus gevonnist wordt.

 Vanwege zijn Romeins burgerschap wordt hij niet veroordeeld tot de kruisdood, maar  zal hij onthoofd  worden.

Twee dagen later loopt Paulus  zwijgend naast de soldaten die hem buiten de stadspoort  brengen.

Een  drukke verkeersweg, de Via Ostiënsis leidt hen vandaar naar de haven van Ostia.

 Ze passeren de piramide van Cestius, die bijna een eeuw geleden door Gajus Cestius als grafmonument gebouwd is en zich naast de poort bevindt. Het is het laatste monument van Rome dat Paulus ziet.  Het sombere gezelschap komt bij de derde mijlpaal aan een zijweg, bij een plaats met de naam Aquae Salviae. 

Nog één keer kijkt hij in de richting van Rome en denkt hij met ontroering aan Febe, die jaren geleden zijn brief aan de Romeinen vanuit Korinte hier bracht. 

Met een enkel woord beveelt de centurio Paulus zich op het einde voor te bereiden. 

De apostel knielt neer naast een bosje pijnbomen langs de weg en bidt.  Een ogenblik later krijgt de beul een teken.  Heel even is er de schittering van het zonlicht op ijzer.  Dan is er een einde gekomen aan het leven van de apostel.