A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Palmpasen


Op ‘palmzondag” worden in rooms-katholieke kerken vanouds palmtakken uitgedeeld ter herinnering aan Jezus’ koninklijke  intocht in Jeruzalem.

Intocht Jeruzalem

 

Jezus heeft zijn glorieuze intocht in Jeruzalem toegelaten.

Dat was eigenlijk helemaal niets voor Hem, want als mensen Hem gingen bewieroken, trok Hij zich terug in de eenzaamheid.

Maar op die zesde dag van het joodse pesachfeest koos Hij ervoor zich als een koning te laten toejuichen.

Op een ezelin kwam Hij bij de stadspoort van Jeruzalem aan.

Niet hoog te paard gezeten, ook niet in een gouden koets, maar op een ezelin.

Vaak wordt de ezelin gezien als een teken van nederigheid.

Geen teken van nederigheid

Dat was niet in de tijd van Jezus.

In de tijd van Jezus had een ezelin net zoveel status als een auto vandaag.

In de tijd van Jezus moesten gewone burgers altijd te voet door de stadspoort gaan.

 Het rijden op een ezel was in dat geval voorbehouden aan een koning.

In die tijd lagen er vóór Israëlische stadspoorten altijd enkele grote steenblokken.

Die waren daar neergelegd om de burgers in staat te helpen van hun muildier af te klimmen.

Alleen de koning was gerechtigd op een ezel te stad binnen te rijden. Gewone joden moesten lopen.

Presentatie als koning

Jezus koos er dus voor zich nadrukkelijk als koning te presenteren.

Geen  wonder dat de hele stad in rep en roer was. De nieuwe leider, die Israël zou bevrijden van het juk van de Romeinen was gearriveerd.

Jezus zelf moet er om huilen.’

Hadden jullie ook maar op deze dag geweten wat tot jullie vrede dient.”Als de menigte palmtakken voor Hem uitspreidt, erkennen ze Hem wel als hun bevrijder, maar niet als de Messias .

Wel als een Che Guevara. Niet zoals Hij door de engel was aangekondigd bij zijn geboorte :”Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.

Al rijdt Jezus, toegejuicht door duizenden joden,door de poort van de stad als een koning, toch herkennen ze in deze gewone bouwvakker uit Nazaret niet de Messias, die het volk zal bevrijden van hun zonden.

De Messias kwam het volk niet verlossen van tirannen , maar van onze zonden. Wij klimmen ook liever zelf de trappen op van de tempels der zelfverlossing

Aan het hoofd van duizenden Galilese feestgangers die via Jericho  op weg waren naar het grote Paasfeest in Jeruzalem, kwam Hij aan in het dorpje Betanië.

Dat was op een vrijdag.

Daar woonden Lazarus en zijn zusters Martha en Maria.

De menigte  stuurde Hij door naar het feest, maar zelf bleef Hij die vrijdag en de daarop volgende zaterdag  vóór zijn intocht in Jeruzalem  logeren in Betanië.

Daar voelde hij zich helemaal thuis.  Daar wilde hij zich in alle rust voorbereiden op zijn grote lijden dat voor de deur stond. 

Die rust was Hem niet gegund, want het zag er ook al weer heel gauw zwart van mensen, die ontzettend nieuwsgierig waren naar Lazarus. Dat kun je je voorstellen.

Om Lazarus te zien

Duizenden mensen waren naar Betanië gekomen om Jezus te horen en om Lazarus te zien. Pure sensatie!  Maar temidden van die kring dierbaren in Betanië, voelde Hij zich thuis.

In Bethanië is  de grote vijandschap jegens Jezus helemaal tot een explosie gekomen  na de opwekking van Lazarus.

Jezus had toen ook gezegd dat iedereen die in Hem gelooft eeuwig leven zou hebben. -  Wie in Mij gelooft, zal leven, ook wanneer hij sterft (Joh. 11:25)

Na de opwekking van Lazarus liep het storm in Betanië.

Zoveel aandacht voor een ongeletterde rabbi  konden de Schriftgeleerden helemáál niet verdragen.

Schande zoveel verering voor een gewoon mens!

Ze zeiden dan ook tegen Jezus: Meester, berisp uw leerlingen. Daarom wilden ze ook Lazarus laten ombrengen.(Joh.20:10) Wat een pretentie had die man!  Die Jezus van Nazaret, - wie Hij ook was - in ieder geval kwam Hij niet van God.

Terug in Betanie

In  Betanië  vond de Heiland de rust, de stilte en de eenzaamheid die hij nodig had voor zijn contact met zijn hemelse Vader.

Die vrijdagavond heeft Jezus in Betanië gelogeerd.

De volgende dag is Hij vertrokken via Betfage naar Jeruzalem. (Zie ook bij Betanie en Betfage onder Bijbelse Plaatsen.