A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Hiernamaals


 

Geen wegwerplichamen en kringloopzielen 

De zekerheid waarmee de apostel spreekt laat geen ruimte over voor de mogelijkheid dat de mens weer teruggestuurd zal worden naar het aardse tentenkamp.

In 2 Cor. 5:6 noemt Paulus het wonen op aarde ver van de Here in de vreemde zijn. Sterven is voor hem bij de Here je intrek nemen.

Vanuit het bijbels perspectief is het ondenkbaar dat de mens na dit inwonen bij Jezus teruggestuurd zou worden in de lichamelijke bestaanswijze, waar de dood en zijn handlangers nog oppermachtig zijn!

De mens kan toch immers niet na deze inwoning bij God weer teruggezonden worden naar een nomadenbestaan op onze planeet?

Van een dergelijke retournering is in de Bijbel geen sprake.

Brein en geest

 

 

Hoe zit het met het hiernamaals? Volgens sommigen blijft er niets van de mens over als de brein is afgestorven. Dood is dood. Dat is niet waar. De mens als schepsel heeft weliswaar een biologisch, een historisch een psychische dimensie en nog meer dimensies. Maar wat blijft is de geestelijke dimensie, of geestelijk aspect.= zijn relatie met God. Aan de andere kant zijn er mensen die denken dat de geest van de mens gewoon door blijft leven als de brein sterft. Maar de geest van de mens blijft niet gewoon door functioneren. De geest van de mens heeft de brein nodig. Wat blijft dan gewoon doorgaan? Dat is – nogmaals gezegd -dat deel van de mens dat een relatie met God heeft. De mens is sterfelijk, maar het wedergeboren ‘ik’ niet. Jezus heeft gezegd Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven. Zie ook het boek Hersenspinsels Hoogleraar neuropsychiatrie  De auteur (Andre Aleman) is een diep gelovige jonge man (1975)

Identiteitsverlies 

In de reïncarnatie-gedachte verliest de mens bovendien zijn identiteit. Nergens in de Bijbel komen we sporen tegen van wegwerplichamen en kringloopzielen. In de Schrift heeft de mens een unieke en onvervangbare relatie met God: Ik zal hem een witte steen geven en op die steen een nieuwe naam geschreven, welke niemand weet, dan die hem ontvangt (Openb. 2:17).

Karmagedachte

De karmagedachte is onverenigbaar met de bijbelse boodschap van de vergeving.

Volgens het karma ondervindt de mens de gevolgen van zijn daden in dit of in een toekomend leven. Jezus Christus spijkert de mens echter niet vast op het karma, maar stelt hem juist vanuit zijn oeverloze vergeving in staat om zonder kramp en angst te leven. Zo wordt het leven weer boeiend en bevrijdend.

De leer van het karma is mijlenver verwijderd van het geestelijke klimaat van Psalm 103 die het ons aanzegt: Zover het Oosten is van het Westen, zover doet Hij onze overtredingen van ons!

In de reïncarnatie-gedachte is tenslotte ook elke notie van overgave aan Gods leiding in ons leven afwezig. De mens zal zelf de weg naar het heil en het licht en de harmonie wel vinden via een voortgaande bewustwording.

En in het hiernamaals kan hij door herkansing de zuivering van het eigen ik voltooien. Maar op die manier leeft de mens niet meer van Gods genade

Jezus heeft gezegd: Wie in Mij gelooft zal leven, ook al is hij gestorven (Joh.11:25)