A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Afscheiding


Nadere reformatie

Tegenover de invloed van de Verlichting en intellectualisme van de preken ontstond  behoefte aan praxis pietatis.

Het was de geest van de Nadere Reformatie die in talrijke conventikels tot openbaring kwam.

Zij hadden behoefte aan vaste, onwrikbare zekerheden,. Ze vonden geen steun in de zwevende opvattingen  van de moderne predikers.

 De nadruk kwam nu te liggen op de subjectieve heilszekerheid.

De objectieve waarheid wordt vervangen door de bevindelijke waarheid.

Conventikelwezen

Zo doende was het conventikelwezen grondleggend voor de Afscheiding.

Ook genoemd moeten worden  verschillende Reveilmensen Da Costa, Capadose, Groen van Prinsterer.

Zij waren mensen van het Reveil, zij bleven afzijdig en gingen niet over tot de Afscheiding.

Niet omdat zij tot de aanzienlijken behoorden, maar omdat ze de vrije kerk-gedachte afwezen.

Hendrik de Cock

De bekendste voorman van de Afgescheidenen was Hendrik de Cock te Ulrum,opvolger  van Hofstede de Groot. Hij was erg fel:

Hij publiceerde:De schaapskooi van Christus aangetast door twee wolven en verdedigd door H. de Cock.

Dat was geschreven o.a. tegen collega . Reddingius, (die de conventikelmensen separatisten noemde).De Cock werd geschorst omdat hij twee achtenswaardige collega's had beledigd en omdat hij wanorde in de kerk veroorzaakte door het dopen van kinderen uit andere gemeenten.

Daarnaast moeten genoemd worden verschillende collega's van Hendrik Peter Scholte. Namelijk Brummelkamp, van Velzen, Gezelle Meerburg en van Raalte.

Zij vormden in Leiden de club van Scholte.

De Cock was aanvankelijk niet zo'n voorstander van afscheiding, maar Scholte was veel beslister.

De kerkvoogdij was niet op de hand van de Cock.Die vertegenwoordigde  de gezeten boerenstand.. Daardoor was er ook een sociale achtergrond bij deze kerkstrijd.Het was vooral de 'gewone man' die de acte van afscheiding en wederkering tekende.

Men scheidde zich af van degenen die niet van de kerk zijn en voegt zich bij de gemeenschap der ware gelovigen.

Afscheiding en wederkering  waren één.

Zelfstandigheid

Het Algemeen Reglement kende geen zelfstandigheid der gemeente.

Het presbyterambt was niet bekend en het beroep op het priesterschap der gelovigen waarop de Acte van Afscheiding zich beriep kon niet functioneren

Reveilmensen

Dat de overheid zo streng was kwam ook door de grote behoefte aan rust na de crisis van de Belgische opstand. Afgescheidenen kregen wel steun van de Reveilmensen. Mr. van Hall sloot zich zelfs bij hen aan.

Moeilijk in de samenwerking tussen de Afgescheidenen was dat de afgescheiden gemeenten zich niet als nieuwe kerkgemeenschap wilden presenteren.

 Onder het kruis

Zij pretendeerden de voortzetting  van de ware Gereformeerde kerk te zijn.Synode noemde zich Algemene synode van de Gereformeerde kerk onder het Kruis.

Eenheid kwam pas toen in 1869 hereniging met de Gemeenten onder het Kruis tot stand kwam en de naam ChristelijkeGereformeerde kerk werd aangenomen