A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z

Lucas de reisgenoot van Paulus


Steeds metgezel Paulus

Vanaf Troas heeft Lucas Paulus vergezeld.

Misschien hebben ze elkaar ontmoet in het huis van Carpus. (II Tim. 4:13)

In Hand. 16: 6 schrijft Lucas nog over ‘zij’, maar vanaf  Hand. 16 : 10 is het voortaan ‘wij’!! Paulus heeft Lucas dus in Troas ontmoet.

In Troas krijgt de apostel het gezicht van die Macedoniër Kom over en  help ons en vanaf Troas is Lucas dus meegereisd met Paulus.

Lucas is altijd bij Paulus gebleven.

Hij was de beste vriend van de apostel.

Hij is hem altijd trouw gebleven 

 In de laatste brief die we van Paulus hebben, de tweede brief aan Timotheüs, schrijft hij

Ze hebben mij allemaal verlaten. Alleen Lucas is nog bij mij (II Tim. 4 : 11) 

Reken maar dat Paulus een enorme steun gehad heeft aan zijn vriendschap!

Lucas is buitengewoon precies in zijn weergave. Als scheepvaartdeskundige is hij ongeëvenaard.

We zagen al dat Lucas vanaf Troas voortdurend Paulus heeft vergezeld.

Hij gebruikt dan de ‘wij-vorm’. Tot in Jeruzalem toe als Lucas Jacobus en de oudsten van de Jeruzalemse gemeente gaat bezoeken en Paulus meegaat (zie Hand. 21 : 18). 

Maar dan ineens komen we in de volgende hoofdstukken die ‘wij-vorm’ niet meer tegen.

Lucas gaat nu in z’n eentje op stap, zonder de apostel.

Hij zal in die tijd veel informatie verzameld hebben en aantekeningen gemaakt. 

 

Wij-vorm

Pas in hoofdstuk 27 komt die ‘wij-vorm’ weer terug. Dat is dus na twee jaar als Paulus al ondervraagd is door Felx, Festus en Agrippa.

In Hand. 27 : 1 gaat Lucas als betalend medepassagier met Paulus mee.

En toen het beslist was dat wij naar Italië zouden afvaren, vertrouwde men Paulus en enige andere gevangene toe aan Julius.

Ze schepen zich in Caesarea in voor Rome omdat Paulus voor de keizer moet verschijnen. Nu gebruikt hij weer de “wij-vorm’.

 

Ook Troas 

 

Ik wilde indertijd dus beslist ook Troas bezoeken. Meestal verwees men mij naar Troje, dat ook dicht bij ligt en veel bekender was natuurlijk.

Troas is nu een grote puinhoop en je kunt er niet heen met openbaar vervoer.

Dus nam ik een taxi en liet de chauffeur ruim een uur wachten terwijl ik over de gigantisch grote blokken steen van banken en andere gebouwen klauterde. Een aardbeving had indertijd de stad getroffen en alles lag schots en scheef.

Ik dacht vroeger dat Troas een klein plaatsje was. Vergeet het maar. Het schijnt een grote stad te zijn geweest.

Terwijl gaan mijn gedachten terug in het verleden.

Lucas bij Paulus 

 Hier heeft Lucas zich dus bij Paulus gevoegd. Hier woonde Carpus.

Hier heeft Paulus zijn perkamenten laten liggen.

Zie Paulus als schrijver!

Hier heeft Paulus dus zo’n lange preek gehouden (Hand. 20 : 9), dat Eutuches in slaap viel, en hier zijn Paulus en Lucas naar Europa overgestoken. Nog niets is opgegraven! Heerlijk om hier rond te scharrelen.

 

Scheepsarts 

 

Ik vermoed dat Lucas scheepsarts geweest is. Hij was in ieder geval arts (Col 4: 14: de geliefde geneesheer Lucas laat u groeten).

Zijn nauwkeurige mededelingen over scheepvaart en scheepvaartverbindingen tonen aan dat hij zijn beroep vooral in zeesteden heeft uitgeoefend. Lucas kende de zeekaarten en was zeer goed op de hoogte van de indeling der Romeinse provincies. Waarschijnlijk zal hij ook enkele reizen meegemaakt hebben als scheepsarts.

In vroeger tijden maakt niemand voor zijn plezier een zeereis, hij deed het alleen als zijn beroep dit van hem eiste.

 

 

Afgestudeerd in Tarsus 

 

Lucas had een uitstekende Griekse opvoeding genoten.

Van de drie Griekse hogescholen Athene, Alexandrië en Tarsus kwam alleen de laatste in aanmerking.

Tarsus lag niet zo ver van Antiochië vandaan, waar hij is opgegroeid. Mogelijk is hij voor het eerst in aanraking met het evangelie gekomen door Griekse Cyprioten (Hand. 11 : 20).

Antiochie 

Het is opvallend hoe vaak de plaats Antiochië voorkomt in zijn boeken.

Je zou haast kunnen zeggen’ bij ons in Antiochië’.

Een klein detail: Bij de aanstelling van de zeven diakenen vermeldt  Lucas alleen van Nicolaüs dat hij van Antiochië komt (Hand. 6 : 5b) Dit kan hij alleen maar weten als hij zelf uit deze plaats afkomstig is.

Lucas beschikte over een scherpe opmerkingsgave en hij was een nauwkeurige kroniekschrijver. Over het leven van Jezus van diens geboorte af tot aan de Hemelvaart toe had hij bij oog-en oorgetuigen precieze inlichtingen opgedaan en deze zorgvuldig op papyrusblaadjes vastgelegd om ze later tot een boek uit te werken.

 

Groot historicus

 

Je mag dus aannemen dat het evangelie naar de beschrijving van Lucas zeer betrouwbaar is.

Hij heeft allerlei informatie over het kerstevangelie en de opstanding uit de eerste hand!

Het is wel zeker dat Lucas het Kerstverhaal  uit Lucas 2 na een uitvoerig interview met Maria zelf heeft opgetekend.

Hoe kon hij dit doen als hij scheepsarts was ? Wel, dat zit zo. Toen Paulus als gevangene naar Rome werd gebracht, reisde Lucas mee.

Maar in de havenstad Caesarea Palestinae werd Paulus in de gevangenis gezet voor een tijd van twee jaar.

Die twee jaar is Lucas in de omgeving gebleven. Toen had hij alle tijd om in de naaste omgeving allerlei inlichtingen in te winnen en mensen te ondervragen.

 

Interviews 

 

In die periode zal ook het interview met Maria hebben plaats gevonden.

In die periode zal hij ook een interview gehad hebben met Maria Magdalena en andere vrouwen aan wie Jezus als de Verrezene was verschenen. En natuurlijk ook met de Emmaüsgangers uit Lucas 24.

Het valt mij op hoe nauwkeurig Lucas alles heeft onderzocht. Hoe b.v. de zoon van de zuster van Paulus van een samenzwering tegen Paulus op de hoogte kwam in Jeruzalem en hoe door het contact van deze neef met de overste van de gevangenis Paulus tenslotte  naar Caesarea gebracht werd en opgesloten in het paleis van Herodes.

Caesarea 

Caesarea ligt aan de zee. Je kunt de ruïnes bij laag water nog in zee zien liggen.

Wel nu, dáár verschijnt Paulus voor Felix (Hand. 24) en voor Festus (Hand. 25) en voor Agrippa (Hand. 25 en 26).

Al deze processen namen bijna twee jaar in beslag en het is tijdens deze periode dat Lucas niet alleen de moeder van Jezus, maar ook tal van andere figuren  ondervraagd heeft. 

Lucas schreef zuiverder Grieks dan al de andere schrijvers van het Nieuwe Testament.

Al die anderen waren trouwens ook niet-Grieken.

Door zijn wetenschappelijke vorming had Lucas ook contact met de hogere standen, zoals met de hogere ambtenaar Theofilus, die hij waarschijnlijk had leren kennen in de residentie van de Romeinse stadhouder Caesarea Palestinae aan de Zee. In Luc 1 : 3 schrijft hij ‘hoogedele Theofilus’ (Zie ook Theofilus).